Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 SEPTEMBER 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en van sommige koninklijke besluiten tot uitvoering van deze wet



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten
Art. 2-9
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken
Art. 10-66
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten
Art. 67-114
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 18 juni 1996 betreffende de mededinging in het raam van de Europese Gemeenschap van sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten
Art. 115-130
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 131-132
BIJLAGEN.
Art. N1-N4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994021012  1996021153  1996021448  1996021450 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit voorziet met name in de omzetting van sommige bepalingen van de Richtlijn 2004/17/EG van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedure voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en van Richtlijn 2004/18/EG van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten
Art.2. In artikel 21bis, § 2, eerste lid, van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, ingevoegd bij de wet van 9 juli 2004 en gewijzigd door de wet van 8 juni 2008, wordt de bepaling onder 2° aangevuld als volgt :
  " deze motieven hebben in voorkomend geval betrekking op de beslissing dat de voorgestelde oplossingen voor de werken, leveringen of diensten niet gelijkwaardig zijn aan de technische specificaties of dat ze niet voldoen aan de vastgestelde prestatie- of functionele eisen; ".

Art.3. In artikel 41bis van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 januari 1996 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt het vierde streepje aangevuld als volgt :
  " Voor de keuze van de partijen betrokken bij een raamovereenkomst en de gunning van de op deze raamovereenkomst gebaseerde opdrachten moeten dezelfde gunningscriteria worden gebruikt. De raamovereenkomst mag niet worden misbruikt om de mededinging te verhinderen, te beperken of te vervalsen. ".

Art.4. In artikel 41sexies, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 8 juni 2008, wordt de bepaling onder 2° aangevuld als volgt :
  " deze motieven hebben in voorkomend geval betrekking op de beslissing dat de voorgestelde oplossingen voor de werken, leveringen of diensten niet gelijkwaardig zijn aan de technische specificaties of dat ze niet voldoen aan de vastgestelde prestatie- of functionele eisen; ".

Art.5. In artikel 48 van dezelfde wet, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 18 juni 1996 en van 23 november 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het tweede streepje wordt aangevuld als volgt :
  " deze overeenkomst mag bijkomend plaatsings- of installatiewerkzaamheden bevatten ". ";
  2° het vijfde streepje wordt aangevuld als volgt :
  " voor de keuze van de partijen betrokken bij een raamovereenkomst en de gunning van de op deze raamovereenkomst gebaseerde opdrachten moeten dezelfde gunningscriteria worden gebruikt. De raamovereenkomst mag niet worden misbruikt om de mededinging te verhinderen, te beperken of te vervalsen; ".

Art.6. In artikel 62bis, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 8 juni 2008, wordt de bepaling onder 2° aangevuld als volgt :
  " deze motieven hebben, in voorkomend geval, betrekking op de beslissing dat de voorgestelde oplossingen voor de werken, leveringen of diensten niet gelijkwaardig zijn aan de technische specificaties of dat ze niet voldoen aan de vastgestelde prestatie- of functionele eisen; ".

Art.7. In dezelfde wet wordt artikel 63bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, vernummerd tot artikel 65bis dat in Boek III wordt ingevoegd.

Art.8. In dezelfde wet wordt bijlage 1 vervangen door bijlage 1 van dit besluit.

Art.9. In dezelfde wet wordt bijlage 2, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, vervangen door bijlage 2 van dit besluit.

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken
Art.10. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 maart 1999 en door het ministerieel besluit 24 december 2001, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
  " Bij de berekening van het geraamde bedrag wordt rekening gehouden met de eventuele opties en eventuele verlengingen van de opdracht. ".

Art.11. In artikel 6, § 3, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt :
  " Wanneer de aanvragen tot deelneming worden ingediend per telefax of via een elektronisch middel dat niet in overeenstemming is met artikel 81quater, § 1, kan de aanbestedende overheid met het oog op een juridisch bewijs verzoeken dat deze aanvragen schriftelijk worden bevestigd. In dat geval worden dit verzoek, alsook de termijn binnen dewelke de bevestiging moet gebeuren, vermeld in de aankondiging van opdracht. Wanneer de aanvragen tot deelneming per telefoon worden ingediend, worden deze schriftelijk bevestigd vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor hun ontvangst. ".

Art.12. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vooraan in het eerste lid de volgende zin ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ".

Art.13. Artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende :
  " 6° de redenen voor de afwijzing van abnormaal laag bevonden offertes. ".

Art.14. In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vooraan in het eerste lid de volgende zin ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ".

Art.15. In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 maart 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het vijfde lid wordt aangevuld met de volgende zin :
  " Het aantal gegadigden moet in elk geval voldoende zijn om een daadwerkelijke mededinging te waarborgen. ";
  2° tussen het zesde en het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
  " De in de artikelen 18 en 19 bedoelde inlichtingen en minimumeisen inzake draagkracht en bekwaamheid moeten verband houden met en in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht. ".

Art.16. In artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 1, § 3, wordt " vervangen door het woord " Wordt ".

Art.17. In artikel 19, laatste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 1, § 3, kan de bekwaamheid van de aannemer bovendien " vervangen door de woorden " De bekwaamheid van de aannemer kan bovendien ".

Art.18. Artikel 20, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De bedoelde beroepsregisters, verklaringen of attesten voor elke lidstaat zijn vermeld in bijlage 10 van dit besluit. ".

Art.19. In artikel 20bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 1, § 3, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.20. In artikel 20ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 1, § 3, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.21. In artikel 28 van hetzelfde besluit wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
  " Bij de berekening van het geraamde bedrag wordt rekening gehouden met de eventuele opties en eventuele verlengingen van de opdracht. ".

Art.22. In artikel 32, § 3, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt :
  " Wanneer de aanvragen tot deelneming worden ingediend per telefax of via een elektronisch middel dat niet in overeenstemming is met artikel 81quater, § 1, kan de aanbestedende overheid met het oog op een juridisch bewijs verzoeken dat deze aanvragen schriftelijk worden bevestigd. In dat geval worden dit verzoek, alsook de termijn binnen dewelke de bevestiging moet gebeuren, vermeld in de aankondiging van opdracht. Wanneer de aanvragen tot deelneming per telefoon worden ingediend, worden deze schriftelijk bevestigd vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor hun ontvangst. ".

Art.23. In artikel 33 van hetzelfde besluit wordt vooraan in het eerste lid de volgende zin ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ".

Art.24. Artikel 35, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende :
  " 6° de redenen voor de afwijzing van abnormaal laag bevonden offertes. ".

Art.25. In artikel 41 van hetzelfde besluit wordt vooraan in het eerste lid de volgende zin ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ".

Art.26. In artikel 42 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 maart 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het vijfde lid wordt aangevuld met de volgende zin :
  " Het aantal geselecteerden moet in elk geval voldoende zijn om een daadwerkelijke mededinging te waarborgen. ";
  2° tussen het zesde en het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
  " De in de artikelen 44 en 45 bedoelde inlichtingen en minimumeisen inzake draagkracht en bekwaamheid moeten verband houden met en in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht. ".

Art.27. In artikel 43, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 27, § 2, wordt " vervangen door het woord " Wordt ".

Art.28. In artikel 45, laatste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 27, § 2, kan, in geval van leveringen waarvoor plaatsings- of installatiewerkzaamheden nodig zijn, de bekwaamheid " vervangen door de woorden " In geval van leveringen waarvoor plaatsings- of installatiewerkzaamheden nodig zijn, kan de bekwaamheid ".

Art.29. Artikel 46, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De bedoelde beroeps- of handelsregisters, verklaringen of attesten voor elke lidstaat zijn vermeld in bijlage 10 van dit besluit. ".

Art.30. In artikel 46bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 27, § 2, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.31. In artikel 54 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 maart 1999, het ministerieel besluit van 4 december 2001 en het koninklijk besluit van 31 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :
  " 1° voor de verzekeringsdiensten, de te betalen premie en alle andere vormen van vergoeding; ";
  b) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :
  " 3° voor de diensten die betrekking hebben op ontwerpen, het te betalen honorarium of het commissieloon en alle andere vormen van vergoeding. ".
  2° het zevende lid wordt vervangen als volgt :
  " Bij de berekening van het geraamde bedrag wordt rekening gehouden met de eventuele opties en eventuele verlengingen van de opdracht. In geval van een prijsvraag voor ontwerpen wordt ook rekening gehouden met de premies en betalingen aan de deelnemers. ".

Art.32. In artikel 58, § 3, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : " Wanneer de aanvragen tot deelneming worden ingediend per telefax of via een elektronisch middel dat niet in overeenstemming is met artikel 81quater, § 1, kan de aanbestedende overheid met het oog op een juridisch bewijs verzoeken dat deze aanvragen schriftelijk worden bevestigd. In dat geval worden dit verzoek, alsook de termijn binnen dewelke de bevestiging moet gebeuren, vermeld in de aankondiging van opdracht. Wanneer de aanvragen tot deelneming per telefoon worden ingediend, worden deze schriftelijk bevestigd vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor hun ontvangst. ".

Art.33. In artikel 59 van hetzelfde besluit wordt vooraan in het eerste lid de volgende zin ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ".

Art.34. Artikel 61, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende :
  " 6° de redenen voor de afwijzing van abnormaal laag bevonden offertes. ".

Art.35. In artikel 67 van hetzelfde besluit wordt vooraan in het eerste lid de volgende zin ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ".

Art.36. In artikel 68 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 25 maart 1999 en 20 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het vijfde lid wordt aangevuld met de volgende zin :
  " Het aantal kandidaten dat een offerte mag indienen, moet in elk geval voldoende zijn om een daadwerkelijke mededinging te waarborgen. ";
  2° tussen het zevende en het achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
  " De in de artikelen 70 en 71 bedoelde inlichtingen en minimumeisen inzake draagkracht en bekwaamheid moeten verband houden met en in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht. ".

Art.37. In artikel 69, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 53, § 3, wordt " vervangen door het woord " Wordt ".

Art.38. In artikel 72, § 2, van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd, luidende :
  " De bedoelde beroeps- of handelsregisters, verklaringen of attesten voor elke lidstaat zijn vermeld in bijlage 10 van dit besluit. ".

Art.39. Artikel 73 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.40. In artikel 73bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 53, § 3, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.41. In artikel 73ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 53, § 3, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.42. In titel III, hoofdstuk III, van hetzelfde besluit wordt een artikel 74bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 74bis. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de prijsvragen voor ontwerpen die door de aanbestedende overheden worden georganiseerd met het oog op de uitoefening van haar activiteiten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten. ".

Art.43. In artikel 75 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Het bestek bepaalt of de jury een beslissings- of adviesbevoegdheid heeft. In alle gevallen is de jury autonoom bij het uitspreken van haar beslissingen of adviezen. ";
  2° in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 4° aangevuld met de volgende zin :
  " deze criteria moeten duidelijk en niet-discriminerend zijn. In elk geval moet het aantal kandidaten dat wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de prijsvraag voldoende zijn om een daadwerkelijke mededinging te waarborgen; ".

Art.44. In artikel 76, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 maart 1999, wordt het eerste lid vervangen door de volgende leden :
  " Een aankondiging van prijsvraag voor ontwerpen wordt in het Officieel Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt in de volgende gevallen :
  1° wanneer de prijsvraag voor ontwerpen georganiseerd wordt in het kader van de gunningsprocedure van een overheidsopdracht voor diensten waarvan het geraamde bedrag, met inbegrip van het totale bedrag van de premies en de betalingen aan de deelnemers, gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 53 van dit besluit;
  2° in alle gevallen van prijsvragen waarvoor het totale bedrag van de premies en de betalingen aan de deelnemers gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 53 van dit besluit. Het geraamde bedrag van de overheidsopdracht die achteraf kan worden gegund, wordt ook in aanmerking genomen, tenzij de aanbestedende overheid de gunning van deze opdracht heeft uitgesloten in de aankondiging van prijsvraag.
  De aanbestedende overheid moet de datum van verzending kunnen bewijzen. ".

Art.45. Het opschrift van titel IIIbis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari 2004, wordt vervangen als volgt : " Communicatiemiddelen ".

Art.46. Artikel 81ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 81ter. § 1. Ongeacht of elektronische middelen worden gebruikt of niet, vindt de mededeling, uitwisseling en opslag van informatie op zodanige wijze plaats dat :
  1° de integriteit van de gegevens wordt gewaarborgd;
  2° de vertrouwelijkheid van de aanvragen tot deelneming en van de offertes wordt gewaarborgd, en dat de aanbestedende overheid pas bij het verstrijken van de uiterste termijn kennisneemt van de inhoud ervan.
  § 2. Elk schriftelijk stuk dat met elektronische middelen werd opgesteld en dat in de ontvangen versie een macro, computervirus of andere schadelijke instructie vertoont, kan in een veiligheidsarchief worden opgenomen. Indien het stuk geen aanvraag tot deelneming of een offerte betreft, kan het, voor zover dit technisch noodzakelijk is, als niet ontvangen worden beschouwd. In dit geval wordt de afzender daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht.
  § 3. De aanbestedende overheid kan het gebruik van elektronische middelen toestaan voor het uitwisselen, in de loop van de procedure, van schriftelijke stukken, andere dan aanvragen tot deelneming en offertes. De kandidaat of de inschrijver kunnen dit gebruik eveneens toestaan.
  In geval van toepassing van het eerste lid kunnen, wanneer een bepaling van dit besluit voorschrijft dat een verzending plaatsvindt of wordt bevestigd per aangetekende brief, daarvoor elektronische middelen worden gebruikt voor zover ze voldoen aan artikel 81quater, § 1. De bestemmeling draagt in dit laatste geval de bewijslast van de ontvangst. ".

Art.47. Artikel 81quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 81quater. § 1. Wanneer elektronische middelen worden gebruikt voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes, bieden ze ten minste de waarborg :
  1° dat de elektronische handtekening conform is met de regels van het Europees en het daarmee overeenstemmende nationaal recht inzake de geavanceerde elektronische handtekening met een geldig gekwalificeerd certificaat, waarbij deze handtekening werd gerealiseerd via een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening;
  2° dat elke aanvraag tot deelneming of offerte die met elektronische middelen werd opgesteld en die in de ontvangen versie een macro, een computervirus of andere schadelijke instructie vertoont, in een veiligheidsarchief kan worden opgenomen. Voor zover dit technisch noodzakelijk is, kan dit document als niet ontvangen worden beschouwd. De aanvraag tot deelneming of de offerte wordt in dat geval geweerd, maar de kandidaat of inschrijver mag hiervan slechts op de hoogte worden gebracht volgens de bepalingen van artikel 21bis van de wet of van artikelen 25, 46 of 80 van dit besluit, al naargelang;
  3° dat het precieze tijdstip van ontvangst door de bestemmeling automatisch vastgesteld wordt door een ontvangstbewijs dat via elektronische middelen wordt verzonden;
  4° dat redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand vóór de vastgelegde uiterste datum en uur toegang kan hebben tot de overgelegde aanvragen tot deelneming of offertes;
  5° dat in geval van een inbreuk op dat toegangsverbod redelijkerwijs kan worden verzekerd dat de inbreuk duidelijk opspoorbaar is;
  6° dat enkel de daartoe aangestelde personen het precieze tijdstip van opening van de overgelegde gegevens mogen vastleggen of wijzigen;
  7° dat tijdens de procedure, op de vastgelegde uiterste datum en uur, de toegang tot de overgelegde gegevens slechts mogelijk is wanneer de daartoe aangestelde personen gelijktijdig optreden;
  8° dat de gegevens betreffende de overgelegde aanvragen tot deelneming of offertes, die geopend worden overeenkomstig de vereisten van dit artikel, alleen maar toegankelijk mogen zijn voor de daartoe aangestelde personen;
  9° dat de te gebruiken hulpmiddelen en de technische eigenschappen ervan, met inbegrip van de eventuele versleuteling, niet discriminerend en algemeen voor het publiek beschikbaar zijn en verenigbaar met algemeen gebruikte informatie- en communicatiemiddelen. Ze worden beschreven in de aankondiging van opdracht of in het bestek.
  De voorwaarden vermeld in 1° tot 3° zijn van toepassing op de kandidaten, de inschrijvers en de aanbestedende overheid en die vermeld in 4° tot 9° zijn van toepassing op de aanbestedende overheid.
  De voorwaarden vermeld in 3° tot 8° zijn niet toepasselijk op de met elektronische middelen opgestelde offertes die niet via deze middelen worden overgelegd.
  § 2. De aanbestedende overheid beslist voor elke opdracht afzonderlijk of ze het gebruik van elektronische middelen oplegt, toestaat of verbiedt voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes. Ze vermeldt deze beslissing in de aankondiging van opdracht of in het bestek, desgevallend samen met de door de kandidaten of inschrijvers te gebruiken elektronische hulpmiddelen en adres. Bij gebrek aan deze vermeldingen is het gebruik van elektronische middelen verboden.
  Zelfs indien het gebruik van elektronische middelen wordt opgelegd of toegestaan voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes, kunnen bepaalde bij te voegen documenten, die niet of uiterst moeilijk via elektronische middelen kunnen worden aangemaakt, op papier worden bezorgd vóór de uiterste ontvangstdatum. In geval het gebruik van elektronische middelen is opgelegd, dient de aanbestedende overheid vooraf akkoord te gaan met het bezorgen van documenten op papier.
  Door zijn aanvraag tot deelneming of offerte geheel of gedeeltelijk via elektronische middelen over te leggen, aanvaardt de kandidaat of inschrijver dat bepaalde gegevens van zijn aanvraag tot deelneming of offerte worden geregistreerd door de werking zelf van het ontvangstsysteem.
  § 3. Om te verhelpen aan sommige problemen die zich kunnen voordoen bij de overlegging, de ontvangst of de opening van met elektronische middelen ingediende aanvragen tot deelneming of offertes, kan de aanbestedende overheid aan de kandidaten of inschrijvers de toestemming geven om :
  1° ingeval een aanvraag tot deelneming of offerte de overlegging kan meebrengen van omvangrijke documenten en teneinde elke mogelijke vertraging door de elektronische overlegging ervan te vermijden, hun aanvraag tot deelneming of offerte over te leggen via een dubbele elektronische zending.
  Een eerste stap bestaat uit de overlegging van een vereenvoudigde zending die hun identiteit, de elektronische handtekening van hun volledige aanvraag tot deelneming of offerte en, in voorkomend geval, het bedrag van hun offerte omvat. Deze vereenvoudigde zending wordt elektronisch ondertekend. Haar ontvangst geldt als ontvangsttijdstip van de aanvraag tot deelneming of offerte.
  Een tweede stap omvat de overlegging van de eigenlijke aanvraag tot deelneming of offerte, die elektronisch ondertekend is om de integriteit van de gegevens van de aanvraag tot deelneming of offerte te certificeren.
  De ontvangst van de eigenlijke aanvraag tot deelneming of offerte gebeurt binnen een termijn die geen vierentwintig uur mag overschrijden na het uiterste ontvangsttijdstip van de aanvragen tot deelneming of de offertes, op straf van wering van de aanvraag tot deelneming of offerte;
  2° zowel een aanvraag tot deelneming of een offerte, overgelegd met elektronische middelen, in te dienen, als een veiligheidskopie, opgesteld met elektronische middelen of op papier. Deze veiligheidskopie wordt in een definitief gesloten envelop gestoken waarop duidelijk " veiligheidskopie " wordt vermeld en wordt binnen de opgelegde ontvangsttermijn ingediend. Deze kopie mag enkel worden geopend ingeval van een tekortkoming bij de overlegging, de ontvangst of de opening van de met elektronische middelen overgelegde aanvraag tot deelneming of offerte. Ze vervangt in dat geval definitief het met elektronische middelen overgelegd stuk. De veiligheidskopie is voor het overige onderworpen aan de op offertes toepasselijke regels van dit besluit.
  De aanbestedende overheid geeft in de aankondiging van opdracht of in het bestek aan of ze de werkwijze sub 1°, de werkwijze sub 2° of beide toestaat. ".

Art.48. Artikel 81quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt opgeheven.

Art.49. Artikel 82 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt opgeheven.

Art.50. In artikel 82bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag het bedrag voor de Europese bekendmaking bereikt, wordt verstaan onder : " vervangen door de woorden " Men verstaat onder : ".

Art.51. Artikel 83 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt opgeheven.

Art.52. In artikel 83bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt paragraaf 1 opgeheven.

Art.53. In artikel 84, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 maart 1999, worden de woorden " zoals bedoeld in artikel 83, § 1, lid 2, " en " zoals bedoeld in artikel 83, § 3, 1° en 2° " geschrapt.

Art.54. In artikel 85, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt de tweede zin gewijzigd als volgt :
  " Bij wijze van uitzondering is een dergelijke aanduiding, vergezeld van de vermelding " of gelijkwaardig " evenwel toegestaan wanneer het niet mogelijk is door middel van voldoende nauwkeurige en voor alle betrokkenen volstrekt begrijpelijke specificaties een beschrijving van het voorwerp van de opdracht te geven. ".

Art.55. In hetzelfde besluit wordt een artikel 86bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 86bis. De aanbestedende overheid kan in de aankondiging van opdracht of in het bestek vermelden bij welke instanties de inschrijvers de terzake dienende informatie kunnen verkrijgen over de verplichtingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de prestaties worden uitgevoerd en die tijdens de uitvoering van de opdracht op die prestaties van toepassing zijn.
  Wanneer de aanbestedende overheid de in het eerste lid bedoelde informatie verstrekt, dienen de inschrijvers in hun offerte te verklaren dat zij bij het opstellen ervan rekening hebben gehouden met de verplichtingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de prestaties worden uitgevoerd.
  Het tweede lid geldt onverminderd de toepassing van artikel 110, § 3. ".

Art.56. In artikel 104, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt het tweede lid opgeheven.

Art.57. In artikel 105, § 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 februari 2004, worden de woorden " artikel 81ter " vervangen door de woorden " artikel 81quater, § 1 ".

Art.58. In artikel 106, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder 4° wordt de tweede zin vervangen als volgt :
  " De voorzitter of een bijzitter parafeert blad per blad de offertes, met inbegrip van de door hem belangrijkst geachte bijlagen, alsook de documenten tot wijziging en tot intrekking van de offerte. Wanneer de offertes via elektronische middelen die voldoen aan artikel 81quater, § 1, zijn opgesteld, zet de voorzitter of een bijzitter zijn elektronische handtekening op de verschillende hierboven vermelde documenten, behalve indien de door de aanbestedende overheid aangewende elektronische middelen de integriteit van de documenten kunnen garanderen na de opening ervan; ";
  2° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt :
  " 5°. de voorzitter leest de naam of de handelsnaam van de inschrijvers, hun woonplaats of maatschappelijke zetel en de intrekkingen voor. ".

Art.59. Artikel 108 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 108. Een extra openingszitting, waartoe alle inschrijvers gelijktijdig en schriftelijk worden uitgenodigd, vindt plaats in volgende gevallen :
  1° wanneer offertes, wijzigingen of intrekkingen te laat zijn binnengekomen, maar toch in aanmerking kunnen worden genomen overeenkomstig de artikelen 104 en 105;
  2° wanneer tijdens de oorspronkelijke openingszitting technische moeilijkheden zijn gerezen voor de opening en de inzage van met elektronische middelen opgestelde offertes, tenzij er een veiligheidskopie is geopend volgens de voorwaarden van artikel 81quater, § 3, eerste lid, 2° en deze kopie niet de voormelde moeilijkheden oplevert.
  Artikel 106, tweede lid, 4° en 5°, en derde lid, en artikel 107 zijn toepasselijk op deze zitting. ".

Art.60. In artikel 110, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 25 maart 1999 en van 18 februari 2004, wordt het derde lid vervangen als volgt :
  " Bij het onderzoek van de vermoedelijk abnormale prijzen kan de aanbestedende overheid met name rekening houden met verantwoordingen gebaseerd op :
  1° de doelmatigheid van het bouwproces, van het productieproces van de producten of van de dienstverlening;
  2° de gekozen technische oplossingen en/of uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de uitvoering van de werken, de levering van de producten of het verlenen van de diensten kan profiteren;
  3° de originaliteit van de door de inschrijver aangeboden werken, producten of diensten;
  4° de naleving van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd;
  5° de eventuele ontvangst van rechtmatig toegekende overheidssteun door de inschrijver. ".

Art.61. In de artikelen 111, vierde lid, 112, § 5, en 114, § 4, van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 81ter " vervangen door de woorden " artikel 81quater, § 1 ".

Art.62. In artikel 117, tweede lid van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 februari 2004, worden de woorden " indien de betrokkenen zulks overeengekomen zijn overeenkomstig artikel 81quater, § 1, vierde lid " geschrapt.

Art.63. In artikel 120bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt vóór het eerste lid een lid toegevoegd, luidende :
  " Ingeval van toepassing van artikel 17, § 2, 1°, c, van de wet mogen de ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden in geen geval aan de aanbestedende overheid te wijten zijn. ".

Art.64. In artikel 122, laatste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt de tweede zin geschrapt.

Art.65. In hetzelfde besluit wordt een artikel 122ter ingevoegd, luidende :
  " Art. 122ter. § 1. Dit artikel is van toepassing in geval van onderhandelingsprocedure met bekendmaking wanneer het geraamde bedrag van de opdracht het bedrag voor de Europese bekendmaking bereikt.
  § 2. De aanbestedende overheid onderhandelt met de inschrijvers over de door hen ingediende offertes, om die aan te passen aan de eisen die zij in de aankondiging van opdracht, het bestek en de eventuele aanvullende documenten heeft vermeld en om de beste offerte te kiezen.
  Tijdens de onderhandelingen waarborgt de aanbestedende overheid de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Met name geeft zij geen discriminerende informatie die sommige inschrijvers kan bevoordelen tegenover andere.
  § 3. De aanbestedende overheid kan bepalen dat de onderhandelingsprocedure in opeenvolgende fases verloopt, teneinde het aantal offertes waarover onderhandeld moet worden, te beperken door toepassing van de gunningscriteria die in de aankondiging van opdracht of in het bestek zijn vermeld. Het gebruik van deze mogelijkheid wordt vermeld in de aankondiging van opdracht of in het bestek. ".

Art.66. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 8 ingevoegd die als bijlage 3 is gevoegd bij dit besluit.

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten
Art.67. In artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 januari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :
  " 1°. wanneer zij een beslissing neemt over de kwalificatie, de toepasselijke criteria en voorschriften bijwerkt of de deelnemers aan een procedure kiest, kan de aanbestedende overheid sommige aanvragers geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die ze niet aan anderen zou opleggen, noch proeven of bewijzen eisen indien daarvoor al objectieve bewijzen voorhanden zijn; ";
  2° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :
  " 3°. de aanbestedende overheid neemt binnen een termijn van zes maanden een beslissing over de kwalificatie van de aanvragers. Indien deze beslissing meer dan vier maanden zal bedragen vanaf het neerleggen van de aanvraag, licht zij de aanvrager binnen de twee maanden na het neerleggen in over de redenen van verlenging van de termijn en over de datum waarop zijn verzoek zal worden aanvaard dan wel afgewezen; ";
  3° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt :
  " 4°. de weigering van een aanvraag tot kwalificatie is het voorwerp van een gemotiveerde beslissing die steunt op kwalificatiecriteria en voorschriften bedoeld in deze paragraaf. Deze beslissing wordt schriftelijk meegedeeld aan de niet-gekwalificeerde aanvrager onverwijld en uiterlijk binnen vijftien dagen vanaf de datum van de beslissing. De beslissing tot intrekking van een kwalificatie wordt eveneens gemotiveerd en steunt op die kwalificatiecriteria en -voorschriften; de belanghebbende aannemer dient uiterlijk vijftien dagen vóór de datum waarop de kwalificatie zal worden ingetrokken, schriftelijk te worden ingelicht over dit voornemen en de redenen waarop het steunt; ".

Art.68. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° vooraan in het eerste lid wordt een zin ingevoegd, luidende :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd. ";
  2° het vijfde lid wordt vervangen als volgt :
  " Indien de aanvragen tot deelneming worden ingediend per telefax of via een elektronisch middel dat niet in overeenstemming is met artikel 66quater, § 1, kan de aanbestedende overheid met het oog op een juridisch bewijs verzoeken dat zes chriftelijk worden bevestigd. In dat geval worden dit verzoek en de termijn binnen dewelke de bevestiging moet gebeuren, vermeld in de aankondiging van opdracht of in de periodieke indicatieve aankondiging gebruikt als oproep tot mededinging. Wanneer de aanvragen tot deelneming per telefoon worden ingediend, worden deze schriftelijk bevestigd vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor hun ontvangst. ".

Art.69. In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vooraan in het eerste lid de volgende zin ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ".

Art.70. In artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 maart 1999, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
  " De aanbestedende overheid kan sommige kandidaten geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die ze niet aan anderen zou opleggen, noch proeven of bewijzen eisen indien daarvoor al objectieve bewijzen voorhanden zijn. ".

Art.71. In artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 25 maart 1999 en van 23 november 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 1, § 2, wordt " vervangen door het woord " Wordt ".
  2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De bedoelde beroepsregisters, verklaringen of attesten voor elke lidstaat zijn vermeld in bijlage 10 van dit besluit. ".

Art.72. In artikel 17quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 1, § 2, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.73. In artikel 17sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 1, § 2, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.74. In artikel 29, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 januari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :
  " 1°. wanneer zij een beslissing neemt over de kwalificatie, de toepasselijke criteria en voorschriften bijwerkt of de deelnemers aan een procedure kiest, kan de aanbestedende overheid sommige aanvragers geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die ze niet aan anderen zou opleggen, noch proeven of bewijzen eisen indien daarvoor al objectieve bewijzen voorhanden zijn; ";
  2° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :
  " 3°. de aanbestedende overheid neemt binnen een termijn van zes maanden een beslissing over de kwalificatie van de aanvragers. Indien deze beslissing meer dan vier maanden zal bedragen vanaf het neerleggen van de aanvraag, licht zij de aanvrager binnen de twee maanden na het neerleggen in over de redenen van verlenging van de termijn en over de datum waarop zijn verzoek zal worden aanvaard dan wel afgewezen; ";
  3° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt :
  " 4°. de weigering van een aanvraag tot kwalificatie is het voorwerp van een gemotiveerde beslissing die steunt op kwalificatiecriteria en voorschriften bedoeld in deze paragraaf. Deze beslissing wordt schriftelijk meegedeeld aan de niet-gekwalificeerde aanvrager onverwijld en uiterlijk binnen vijftien dagen vanaf de datum van de beslissing. De beslissing tot intrekking van een kwalificatie wordt eveneens gemotiveerd en steunt op die kwalificatiecriteria en -voorschriften; de belanghebbende leverancier dient uiterlijk vijftien dagen vóór de datum waarop de kwalificatie zal worden ingetrokken, schriftelijk te worden ingelicht over dit voornemen en de redenen waarop het steunt; ".

Art.75. In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° vooraan in het eerste lid wordt een zin ingevoegd, luidende :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ";
  2° het vijfde lid wordt vervangen als volgt :
  " Indien de aanvragen tot deelneming worden ingediend per telefax of via een elektronisch middel dat niet in overeenstemming is met artikel 66quater, § 1, kan de aanbestedende overheid met het oog op een juridisch bewijs verzoeken dat ze schriftelijk worden bevestigd. In dat geval worden dit verzoek en de termijn binnen dewelke de bevestiging moet gebeuren, vermeld in de aankondiging van opdracht of in de periodieke indicatieve aankondiging gebruikt als oproep tot mededinging. Wanneer de aanvragen tot deelneming per telefoon worden ingediend, worden deze schriftelijk bevestigd vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor hun ontvangst. ".

Art.76. In artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vooraan in het eerste lid de volgende zin ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ".

Art.77. In artikel 38, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 maart 1999, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
  " De aanbestedende overheid kan sommige kandidaten geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die ze niet aan anderen zou opleggen, noch proeven of bewijzen eisen indien daarvoor al objectieve bewijzen voorhanden zijn. ".

Art.78. In artikel 39, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 22, § 2, wordt " vervangen door het woord " Wordt ".

Art.79. In artikel 39ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart 1999 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 2005, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
  " De bedoelde beroepsregisters, verklaringen of attesten voor elke lidstaat zijn vermeld in bijlage 10 van dit besluit. ".

Art.80. In artikel 39quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 22, § 2, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.81. In artikel 44 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 31 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :
  " 1° voor de verzekeringsdiensten, de te betalen premie en alle andere vormen van vergoeding; ";
  b) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :
  " 3° voor de diensten die betrekking hebben op ontwerpen, het te betalen honorarium of het commissieloon en alle andere vormen van vergoeding. ".
  2° het vierde lid wordt vervangen als volgt :
  " Bij de berekening van het geraamde bedrag wordt rekening gehouden met de eventuele opties en eventuele verlengingen van de opdracht. In geval van een prijsvraag voor ontwerpen wordt ook rekening gehouden met de premies en betalingen aan de deelnemers. ".

Art.82. In artikel 50, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 januari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :
  " 1° . wanneer zij een beslissing neemt over de kwalificatie, de toepasselijke criteria en voorschriften bijwerkt of de deelnemers aan een procedure kiest, kan de aanbestedende overheid sommige aanvragers geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die ze niet aan anderen zou opleggen, noch proeven of bewijzen eisen indien daarvoor al objectieve bewijzen voorhanden zijn. ";
  2° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :
  " 3°. de aanbestedende overheid neemt binnen een termijn van zes maanden een beslissing over de kwalificatie van de aanvragers. Indien deze beslissing meer dan vier maanden zal bedragen vanaf het neerleggen van de aanvraag, licht zij de aanvrager binnen de twee maanden na het neerleggen in over de redenen van verlenging van de termijn en over de datum waarop zijn verzoek zal worden aanvaard dan wel afgewezen; ";
  3° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt :
  " 4°. de weigering van een aanvraag tot kwalificatie is het voorwerp van een gemotiveerde beslissing die steunt op kwalificatiecriteria en voorschriften bedoeld in deze paragraaf. Deze beslissing wordt schriftelijk meegedeeld aan de niet-gekwalificeerde aanvrager onverwijld en uiterlijk binnen vijftien dagen vanaf de datum van de beslissing. De beslissing tot intrekking van een kwalificatie wordt eveneens gemotiveerd en steunt op die kwalificatiecriteria en -voorschriften; de belanghebbende dienstverlener dient uiterlijk vijftien dagen vóór de datum waarop de kwalificatie zal worden ingetrokken, schriftelijk te worden ingelicht over dit voornemen en de redenen waarop het steunt. ".

Art.83. In artikel 51 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° vooraan in het eerste lid wordt een zin ingevoegd luidende :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ";
  2° het vijfde lid wordt vervangen als volgt :
  " Indien de aanvragen tot deelneming worden ingediend per telefax of via een elektronisch middel dat niet in overeenstemming is met artikel 66quater, § 1, kan de aanbestedende overheid met het oog op een juridisch bewijs verzoeken dat ze schriftelijk worden bevestigd. In dat geval worden dit verzoek en de termijn binnen dewelke de bevestiging moet gebeuren, vermeld in de aankondiging van opdracht of in de periodieke indicatieve aankondiging gebruikt als oproep tot mededinging. Wanneer de aanvragen tot deelneming per telefoon worden ingediend, worden deze schriftelijk bevestigd vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor hun ontvangst. ".

Art.84. In artikel 58 van hetzelfde besluit wordt vooraan in het eerste lid de volgende zin ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ".

Art.85. In artikel 59, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 maart 1999, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
  " De aanbestedende overheid kan sommige kandidaten geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die ze niet aan anderen zou opleggen, noch proeven of bewijzen eisen indien daarvoor al objectieve bewijzen voorhanden zijn. ".

Art.86. In artikel 60, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 43, § 2, wordt " vervangen door het woord " Wordt ".

Art.87. In artikel 60ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart 1999 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 2005, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
  " De bedoelde beroepsregisters, verklaringen of attesten voor elke lidstaat zijn vermeld in bijlage 10 van dit besluit. ".

Art.88. Artikel 61 van hetzelfde besluit wordt opgeheven

Art.89. In artikel 61bis van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 43, § 2, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.90. In artikel 61ter van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 43, § 2, en " vervangen door het woord " Wanneer ".

Art.91. In artikel 62 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Het bestek bepaalt of de jury een beslissings- of adviesbevoegdheid heeft. In alle gevallen is de jury autonoom bij het uitspreken van haar beslissingen of adviezen. ";
  2° in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 4° aangevuld met de volgende zin :
  " deze criteria moeten duidelijk en niet-discriminerend zijn. In elk geval moet het aantal kandidaten dat wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de prijsvraag voldoende zijn om een daadwerkelijke mededinging te waarborgen. ".

Art.92. In artikel 63, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid, vervangen door de volgende leden :
  " Een aankondiging van prijsvraag voor ontwerpen wordt in het Officieel Publicatieblad van de Europese Unie bekengemaakt in de volgende gevallen :
  1° wanneer de prijsvraag voor ontwerpen georganiseerd wordt in het kader van de gunningsprocedure van een overheidsopdracht voor diensten waarvan het geraamde bedrag, met inbegrip van het totale bedrag van de premies en de betalingen aan de deelnemers, gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 43, § 2, van dit besluit;
  2° in alle gevallen van prijsvragen waarvoor het totale bedrag van de premies en de betalingen aan de deelnemers gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 43, § 2, van dit besluit. Het geraamde bedrag van de overheidsopdracht die achteraf kan worden gegund, wordt ook in aanmerking genomen, tenzij de aanbestedende overheid de gunning van deze opdracht heeft uitgesloten in de aankondiging van prijsvraag.
  De aanbestedende overheid moet de datum van verzending kunnen bewijzen. ".

Art.93. Het opschrift van titel IIIbis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari 2004, wordt vervangen als volgt : " Communicatiemiddelen ".

Art.94. Artikel 66ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 66ter. § 1. Ongeacht of elektronische middelen worden gebruikt of niet, vindt de mededeling, uitwisseling en opslag van informatie op zodanige wijze plaats dat :
  1° de integriteit van de gegevens wordt gewaarborgd;
  2° de vertrouwelijkheid van de aanvragen tot deelneming en van de offertes wordt gewaarborgd, en dat de aanbestedende overheid pas bij het verstrijken van de uiterste termijn kennisneemt van de inhoud ervan.
  § 2. Elk schriftelijk stuk dat met elektronische middelen werd opgesteld en dat in de ontvangen versie een macro, computervirus of andere schadelijke instructie vertoont, kan in een veiligheidsarchief worden opgenomen. Indien het stuk geen aanvraag tot deelneming of een offerte betreft, kan het, voor zover dit technisch noodzakelijk is, als niet ontvangen worden beschouwd. In dit geval wordt de afzender daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht.
  § 3. De aanbestedende overheid kan het gebruik van elektronische middelen toestaan voor het uitwisselen, in de loop van de procedure, van schriftelijke stukken, andere dan aanvragen tot deelneming en offertes. De kandidaat of de inschrijver kunnen dit gebruik eveneens toestaan.
  In geval van toepassing van het eerste lid kunnen, wanneer een bepaling van dit besluit voorschrijft dat een verzending plaatsvindt of wordt bevestigd per aangetekende brief, daarvoor elektronische middelen worden gebruikt voor zover ze voldoen aan artikel 66quater, § 1. De bestemmeling draagt in dit laatste geval de bewijslast van de ontvangst. ".

Art.95. Artikel 66quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 66quater. § 1. Wanneer elektronische middelen worden gebruikt voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes, bieden ze ten minste de waarborg :
  1° dat de elektronische handtekening conform is met de regels van het Europees en het daarmee overeenstemmende nationaal recht inzake de geavanceerde elektronische handtekening met een geldig gekwalificeerd certificaat, waarbij deze handtekening werd gerealiseerd via een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening;
  2° dat elke aanvraag tot deelneming of offerte die met elektronische middelen werd opgesteld en die in de ontvangen versie een macro, een computervirus of andere schadelijke instructie vertoont, in een veiligheidsarchief kan worden opgenomen. Voor zover dit technisch noodzakelijk is, kan dit document als niet ontvangen worden beschouwd. De aanvraag tot deelneming of de offerte wordt in dat geval geweerd, maar de kandidaat of inschrijver mag hiervan slechts op de hoogte worden gebracht volgens de bepalingen van artikel 42sexies van de wet of van artikel 111 van dit besluit, al naargelang;
  3° dat het precieze tijdstip van ontvangst door de bestemmeling automatisch vastgesteld wordt door een ontvangstbewijs dat via elektronische middelen wordt verzonden;
  4° dat redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand vóór de vastgelegde uiterste datum en uur toegang kan hebben tot de overgelegde aanvragen tot deelneming of offertes;
  5° dat in geval van een inbreuk op dat toegangsverbod redelijkerwijs kan worden verzekerd dat de inbreuk duidelijk opspoorbaar is;
  6° dat enkel de daartoe aangestelde personen het precieze tijdstip van opening van de overgelegde gegevens mogen vastleggen of wijzigen;
  7° dat tijdens de procedure, op de vastgelegde uiterste datum en uur, de toegang tot de overgelegde gegevens slechts mogelijk is wanneer de daartoe aangestelde personen gelijktijdig optreden;
  8° dat de gegevens betreffende de overgelegde aanvragen tot deelneming of offertes, die geopend worden overeenkomstig de vereisten van dit artikel, alleen maar toegankelijk mogen zijn voor de daartoe aangestelde personen;
  9° dat de te gebruiken hulpmiddelen en de technische eigenschappen ervan, met inbegrip van de eventuele versleuteling, niet discriminerend en algemeen voor het publiek beschikbaar zijn en verenigbaar met algemeen gebruikte informatie- en communicatiemiddelen. Ze worden beschreven in de aankondiging van opdracht of in het bestek.
  De voorwaarden vermeld in 1° tot 3° zijn van toepassing op de kandidaten, de inschrijvers en de aanbestedende overheid en die vermeld in 4° tot 9° zijn van toepassing op de aanbestedende overheid.
  De voorwaarden vermeld in 3° tot 8° zijn niet toepasselijk op de met elektronische middelen opgestelde offertes die niet via deze middelen worden overgelegd.
  § 2. De aanbestedende overheid beslist voor elke opdracht afzonderlijk of ze het gebruik van elektronische middelen oplegt, toestaat of verbiedt voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes. Ze vermeldt deze beslissing in de aankondiging van opdracht of in het bestek, desgevallend samen met de door de kandidaten of inschrijvers te gebruiken elektronische hulpmiddelen en adres. Bij gebrek aan deze vermeldingen is het gebruik van elektronische middelen verboden.
  Zelfs indien het gebruik van elektronische middelen wordt opgelegd of toegestaan voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes, kunnen bepaalde bij te voegen documenten, die niet of uiterst moeilijk via elektronische middelen kunnen worden aangemaakt, op papier worden bezorgd vóór de uiterste ontvangstdatum. In geval het gebruik van elektronische middelen is opgelegd, dient de aanbestedende overheid vooraf akkoord te gaan met het bezorgen van documenten op papier.
  Door zijn aanvraag tot deelneming of offerte geheel of gedeeltelijk via elektronische middelen over te leggen, aanvaardt de kandidaat of inschrijver dat bepaalde gegevens van zijn aanvraag tot deelneming of offerte worden geregistreerd door de werking zelf van het ontvangstsysteem.
  § 3. Om te verhelpen aan sommige problemen die zich kunnen voordoen bij de overlegging, de ontvangst of de opening van met elektronische middelen ingediende aanvragen tot deelneming of offertes, kan de aanbestedende overheid aan de kandidaten of inschrijvers de toestemming geven om :
  1° ingeval een aanvraag tot deelneming of offerte de overlegging kan meebrengen van omvangrijke documenten en teneinde elke mogelijke vertraging door de elektronische overlegging ervan te vermijden, hun aanvraag tot deelneming of offerte over te leggen via een dubbele elektronische zending.
  Een eerste stap bestaat uit de overlegging van een vereenvoudigde zending die hun identiteit, de elektronische handtekening van hun volledige aanvraag tot deelneming of offerte en, in voorkomend geval, het bedrag van hun offerte omvat. Deze vereenvoudigde zending wordt elektronisch ondertekend. Haar ontvangst geldt als ontvangsttijdstip van de aanvraag tot deelneming of offerte.
  Een tweede stap omvat de overlegging van de eigenlijke aanvraag tot deelneming of offerte, die elektronisch ondertekend is om de integriteit van de gegevens van de aanvraag tot deelneming of offerte te certificeren.
  De ontvangst van de eigenlijke aanvraag tot deelneming of offerte gebeurt binnen een termijn die geen vierentwintig uur mag overschrijden na het uiterste ontvangsttijdstip van de aanvragen tot deelneming of de offertes, op straf van wering van de aanvraag tot deelneming of offerte;
  2° zowel een aanvraag tot deelneming of een offerte, overgelegd met elektronische middelen, in te dienen, als een veiligheidskopie, opgesteld met elektronische middelen of op papier. Deze veiligheidskopie wordt in een definitief gesloten envelop gestoken waarop duidelijk " veiligheidskopie " wordt vermeld en wordt binnen de opgelegde ontvangsttermijn ingediend. Deze kopie mag enkel worden geopend ingeval van een tekortkoming bij de overlegging, de ontvangst of de opening van de met elektronische middelen overgelegde aanvraag tot deelneming of offerte. Ze vervangt in dat geval definitief het met elektronische middelen overgelegd stuk. De veiligheidskopie is voor het overige onderworpen aan de op offertes toepasselijke regels van dit besluit.
  De aanbestedende overheid geeft in de aankondiging van opdracht of in het bestek aan of ze de werkwijze sub 1°, de werkwijze sub 2° of beide toestaat. ".

Art.96. Artikel 66quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt opgeheven.

Art.97. Artikel 67 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt opgeheven.

Art.98. In artikel 67bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de woorden " Voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag het bedrag voor de Europese bekendmaking bereikt, wordt verstaan " vervangen door de woorden " Men verstaat onder : ".

Art.99. Artikel 68 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt opgeheven.

Art.100. In artikel 68bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt paragraaf 1 opgeheven.

Art.101. Artikel 70 van hetzelfde besluit wordt met het volgende lid aangevuld :
  " Indien het bestek vrije varianten niet verbiedt, mag een variante in dezelfde procedures, niet worden verworpen uitsluitend omdat zij, indien zij werd gekozen, tot een overheidsopdracht voor aanneming van leveringen in plaats van een overheidsopdracht voor aanneming van diensten zou leiden. Hetzelfde geldt in het tegenovergestelde geval. ".

Art.102. In artikel 71, tweede lid, van hetzelfde besluit,wordt de tweede zin gewijzigd als volgt :
  " Bij wijze van uitzondering is een dergelijke aanduiding, vergezeld van de vermelding " of gelijkwaardig " evenwel toegestaan wanneer het niet mogelijk is door middel van voldoende nauwkeurige en voor alle betrokkenen volstrekt begrijpelijke specificaties een beschrijving van het voorwerp van de opdracht te geven. ".

Art.103. In hetzelfde besluit wordt een artikel 76bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 76bis. De aanbestedende overheid kan in de opdrachtdocumenten vermelden bij welke instanties de inschrijvers de terzake dienende informatie kunnen verkrijgen over de verplichtingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de prestaties worden uitgevoerd en die tijdens de uitvoering van de opdracht op die prestaties van toepassing zijn.
  Wanneer de aanbestedende overheid de in het eerste lid bedoelde informatie verstrekt, dienen de inschrijvers in hun offerte te verklaren dat zij bij het opstellen ervan rekening hebben gehouden met de verplichtingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de prestaties worden uitgevoerd.
  Het tweede lid geldt onverminderd de toepassing van artikel 98, § 3. ".

Art.104. In artikel 92, § 1, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art.105. In artikel 93, § 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 februari 2004, worden de woorden " artikel 66ter " vervangen door de woorden " artikel 66quater, § 1 ".

Art.106. In artikel 94, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder 4° wordt de tweede zin vervangen als volgt :
  " De voorzitter of een bijzitter parafeert blad per blad de offertes, met inbegrip van de door hem belangrijkst geachte bijlagen, alsook de documenten tot wijziging en tot intrekking van de offerte. Wanneer de offertes via elektronische middelen die voldoen aan artikel 66quater, § 1, zijn opgesteld, zet de voorzitter of een bijzitter zijn elektronische handtekening op de verschillende hierboven vermelde documenten, behalve indien de door de aanbestedende overheid aangewende elektronische middelen de integriteit van de documenten kunnen garanderen na de opening ervan; ";
  2° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt :
  " 5°. de voorzitter leest de naam of de handelsnaam van de inschrijvers, hun woonplaats of maatschappelijke zetel en de intrekkingen voor. ".

Art.107. Artikel 96 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 18 februari 2004 en van 31 juli 2008, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 96. Een extra openingszitting, waartoe alle inschrijvers gelijktijdig en schriftelijk worden uitgenodigd, vindt plaats in volgende gevallen :
  1° wanneer offertes, wijzigingen of intrekkingen te laat zijn binnengekomen, maar toch in aanmerking kunnen worden genomen overeenkomstig de artikelen 92 en 93;
  2° wanneer tijdens de oorspronkelijke openingszitting technische moeilijkheden zijn gerezen voor de opening en de inzage van met elektronische middelen opgestelde offertes, tenzij er een veiligheidskopie is geopend volgens de voorwaarden van artikel 66quater, § 3, eerste lid, 2° en deze kopie niet de voormelde moeilijkheden oplevert.
  Artikel 95, tweede lid, 4° en 5°, en derde lid, en artikel 96 zijn toepasselijk op deze zitting. ".

Art.108. In artikel 98, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 25 maart 1999 en van 18 februari 2004, wordt het derde lid vervangen als volgt :
  " Bij het onderzoek van de vermoedelijk abnormale prijzen kan de aanbestedende overheid met name rekening houden met verantwoordingen gebaseerd op :
  1° de doelmatigheid van het bouwproces, van het productieproces van de producten of van de dienstverlening;
  2° de gekozen technische oplossingen en/of uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de uitvoering van de werken, de levering van de producten of het verlenen van de diensten kan profiteren;
  3° de originaliteit van de door de inschrijver aangeboden werken, producten of diensten;
  4° de naleving van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd;
  5° de eventuele ontvangst van rechtmatig toegekende overheidssteun door de inschrijver. ".

Art.109. In de artikelen 99, vierde lid, 100, § 5, en 102, § 4, van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 66ter " vervangen door de woorden " artikel 66quater, § 1 ".

Art.110. In artikel 105, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 februari 2004, worden de woorden " indien de betrokkenen zulks overeengekomen zijn overeenkomstig artikel 66quater, § 1, vierde lid " geschrapt.

Art.111. In artikel 110, laatste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt de tweede zin geschrapt.

Art.112. In artikel 110bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2006 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt vóór het eerste lid een lid toegevoegd, luidende :
  " Ingeval van toepassing van artikel 39, § 2, 1°, c, van de wet mogen de ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden in geen geval aan de aanbestedende overheid te wijten zijn. ".

Art.113. In artikel 122, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
  " 2°. de afwijzing van een offerte in de gevallen bedoeld in artikel 68bis, §§ 4 en 5; ";
  2° in de bepaling onder 4° worden de woorden " , 37bis " ingevoegd na de woorden " 28 tot 36 ";
  3° de bepaling onder 5° wordt ingevoegd, luidende :
  " 5°. het gebruik van een concessie voor diensten, die niet tot het toepassingsgebied van de wet behoort. ".

Art.114. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 10 ingevoegd die als bijlage 4 is gevoegd bij dit besluit.

HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 18 juni 1996 betreffende de mededinging in het raam van de Europese Gemeenschap van sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten
Art.115. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 18 juni 1996 betreffende de mededinging in het raam van de Europese Gemeenschap van sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 31 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 3, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de bepaling onder het eerste streepje wordt vervangen als volgt :
  " - voor de verzekeringsdiensten, de te betalen premie en alle andere vormen van vergoeding; ";
  c) de bepaling onder het derde streepje wordt vervangen als volgt :
  " - voor de diensten die betrekking hebben op ontwerpen, het te betalen honorarium of het commissieloon en alle andere vormen van vergoeding. ";
  2° een paragraaf 4bis wordt ingevoegd, luidende :
  " § 4bis. Bij de berekening van het geraamde bedrag wordt rekening gehouden met alle eventuele opties en eventuele verlengingen van de opdracht. In geval van een prijsvraag voor ontwerpen wordt ook rekening gehouden met de premies en betalingen aan de deelnemers. ".

Art.116. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 17 maart 1999 en 22 april 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden " vijfendertig dagen " vervangen door de woorden " zevenendertig dagen ";
  2° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden " eenentwintig dagen " vervangen door de woorden " vierentwintig dagen ".

Art.117. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 17 maart 1999 en van 12 januari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 3 wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt :
  " 3°. de aanbestedende dienst neemt binnen een termijn van zes maanden een beslissing over de kwalificatie van de aanvragers. Indien deze termijn meer dan zes maanden bedraagt vanaf het neerleggen van de aanvraag, licht hij de aanvrager, binnen de twee maanden na het neerleggen in, over de redenen van verlenging van de termijn en over de datum waarop zijn verzoek zal worden aanvaard dan wel afgewezen ";
  2° in paragraaf 3 wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt :
  " 4°. de weigering van een aanvraag tot kwalificatie is het voorwerp van een gemotiveerde beslissing die steunt op kwalificatiecriteria en voorschriften bedoeld in deze paragraaf. Deze beslissing wordt schriftelijk meegedeeld aan de niet-gekwalificeerde aanvrager onverwijld en uiterlijk binnen vijftien dagen vanaf de datum van de beslissing. De beslissing tot intrekking van een kwalificatie wordt eveneens gemotiveerd en steunt op die kwalificatiecriteria en -voorschriften; de belanghebbende aannemer, leverancier of dienstverlener dient uiterlijk vijftien dagen vóór de datum waarop de kwalificatie zal worden ingetrokken, schriftelijk te worden ingelicht over dit voornemen en de redenen waarop het steunt. ";
  3° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt :
  " § 4. De termijnen vastgelegd in de artikelen 8, § 5, en 11 dienen nageleefd te worden. ".

Art.118. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 2 wordt de volgende zin vooraan in het tweede lid ingevoegd :
  " Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en offertes, houdt de aanbestedende dienst inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes. ";
  2° in paragraaf 3, wordt de tweede zin door de volgende bepaling vervangen :
  " Indien de aanvragen tot deelneming aan de opdrachten gebeuren per telefax of via een elektronisch middel dat niet in overeenstemming is met artikel 19quater, § 1, kan de aanbestedende dienst met het oog op een juridisch bewijs verzoeken dat ze schriftelijk worden bevestigd. In dat geval worden dit verzoek en de termijn binnen dewelke de bevestiging moet gebeuren, vermeld in de aankondiging van opdracht of in de periodieke indicatieve aankondiging gebruikt als oproep tot mededinging. Wanneer de aanvragen tot deelneming per telefoon worden ingediend, worden deze schriftelijk bevestigd vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor hun ontvangst. ".

Art.119. In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
  " De aanbestedende dienst kan sommige kandidaten geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die ze niet aan anderen zou opleggen, noch proeven of bewijzen eisen indien daarvoor al objectieve bewijzen voorhanden zijn. ".

Art.120. In artikel 15 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst een § 2 zal vormen, wordt een paragraaf 1 ingevoegd, luidende :
  " § 1. Een aannemer, leverancier of dienstverlener kan de toegang tot de opdracht worden ontzegd wanneer hij bij een vonnis met kracht van gewijsde waarvan de aanbestedende dienst kennis heeft, veroordeeld is voor :
  1° deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek;
  2° omkoping als bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek;
  3° fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;
  4° witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.
  Met het oog op de toepassing van deze paragraaf kan de aanbestedende dienst, indien hij twijfels heeft over de persoonlijke situatie van een aannemer, leverancier of dienstverlener de bevoegde binnenlandse of buitenlandse autoriteiten verzoeken om de inlichtingen die hij terzake nodig acht.
  De aanbestedende dienst kan om dwingende redenen van algemeen belang afwijken van de in deze paragraaf bedoelde verplichting. ".

Art.121. Artikel 16, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt vervangen als volgt :
  " Bij het onderzoek van de vermoedelijke abnormale prijzen kan de aanbestedende dienst met name rekening houden met verantwoordingen gebaseerd op :
  1° de doelmatigheid van het bouwproces, van het productieproces van de producten of van de dienstverlening;
  2° de gekozen technische oplossingen en/of uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de uitvoering van de werken, de levering van de producten of het verlenen van de diensten kan profiteren;
  3° de originaliteit van de door de inschrijver aangeboden werken, producten of diensten;
  4° de naleving van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd;
  5° de eventuele ontvangst door de inschrijver van rechtmatig toegekende overheidsteun. ".

Art.122. In artikel 17, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punt 4° wordt aangevuld met de volgende zin :
  " deze criteria moeten duidelijk en niet-discriminerend zijn. In elk geval moet het aantal kandidaten dat wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de prijsvraag, worden bepaald in het licht van de noodzaak om een daadwerkelijke mededinging te waarborgen. ";
  2° in punt 6° wordt het eerste lid vervangen als volgt :
  " De jury is autonoom in haar beslissingen en adviezen. Ze neemt pas kennis van de inhoud van de ontwerpen bij het verstrijken van de ontvangsttermijn ervan. ".

Art.123. In artikel 18, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt het eerste lid vervangen door de volgende leden :
  " Een aankondiging van prijsvraag voor ontwerpen wordt in het Officieel Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt in de volgende gevallen :
  1° wanneer de prijsvraag voor ontwerpen georganiseerd wordt in het kader van de gunningsprocedure van een opdracht voor aanneming diensten waarvan het geraamde bedrag, met inbegrip van het totale bedrag van de premies en de betalingen aan de deelnemers, gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 2 van dit besluit;
  2° in alle gevallen van prijsvragen waarvoor het totale bedrag van de premies en de betalingen aan de deelnemers gelijk is aan of hoger is dan het bedrag bepaald in artikel 2 van dit besluit. Het geraamde bedrag van de opdracht die achteraf kan worden gegund, wordt ook in aanmerking genomen, tenzij de aanbestedende dienst de gunning van deze opdracht heeft uitgesloten in de aankondiging van prijsvraag.
  De aanbestedende dienst moet de datum van verzending kunnen bewijzen. ".

Art.124. Het opschrift van hoofdstuk IIIbis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2007, wordt vervangen als volgt : " Communicatiemiddelen en vertrouwelijkheid van de informatie. ".

Art.125. Artikel 19ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 19ter. § 1. Ongeacht of elektronische middelen worden gebruikt of niet, vindt de mededeling, uitwisseling en opslag van informatie op zodanige wijze plaats dat :
  1° de integriteit van de gegevens wordt gewaarborgd;
  2° de vertrouwelijkheid van de aanvragen tot deelneming en van de offertes wordt gewaarborgd, en dat de aanbestedende dienst pas bij het verstrijken van de uiterste termijn kennisneemt van de inhoud ervan.
  § 2. Elk schriftelijk stuk dat met elektronische middelen werd opgesteld en dat in de ontvangen versie een macro, computervirus of andere schadelijke instructie vertoont, kan in een veiligheidsarchief worden opgenomen. Indien het stuk geen aanvraag tot deelneming of een offerte betreft, kan het, voor zover dit technisch noodzakelijk is, als niet ontvangen worden beschouwd. In dit geval wordt de afzender daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht.
  § 3. De aanbestedende dienst kan het gebruik van elektronische middelen toestaan voor het uitwisselen, in de loop van de procedure, van schriftelijke stukken, andere dan aanvragen tot deelneming en offertes. De kandidaat of de inschrijver kunnen dit gebruik eveneens toestaan.
  In geval van toepassing van het eerste lid kunnen, wanneer een bepaling van dit besluit voorschrijft dat een verzending plaatsvindt of wordt bevestigd per aangetekende brief, daarvoor elektronische middelen worden gebruikt voor zover ze voldoen aan artikel 19quater, § 1. De bestemmeling draagt in dit laatste geval de bewijslast van de ontvangst. ".

Art.126. Artikel 19quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 19quater. § 1. Wanneer elektronische middelen worden gebruikt voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes, bieden ze ten minste de waarborg :
  1° dat de elektronische handtekening conform is met de regels van het Europees en het daarmee overeenstemmende nationaal recht inzake de geavanceerde elektronische handtekening met een geldig gekwalificeerd certificaat, waarbij deze handtekening werd gerealiseerd via een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening;
  2° dat elke aanvraag tot deelneming of offerte die met elektronische middelen werd opgesteld en die in de ontvangen versie een macro, een computervirus of andere schadelijke instructie vertoont, in een veiligheidsarchief kan worden opgenomen. Voor zover dit technisch noodzakelijk is, kan dit document als niet ontvangen worden beschouwd. De aanvraag tot deelneming of de offerte wordt in dat geval geweerd, maar de kandidaat of inschrijver mag hiervan slechts op de hoogte worden gebracht volgens de bepalingen van artikel 62bis van de wet of van artikel 33, al naargelang;
  3° dat het precieze tijdstip van ontvangst door de bestemmeling automatisch vastgesteld wordt door een ontvangstbewijs dat via elektronische middelen wordt verzonden;
  4° dat redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand vóór de vastgelegde uiterste datum en uur toegang kan hebben tot de overgelegde aanvragen tot deelneming of offertes;
  5° dat in geval van een inbreuk op dat toegangsverbod redelijkerwijs kan worden verzekerd dat de inbreuk duidelijk opspoorbaar is;
  6° dat enkel de daartoe aangestelde personen het precieze tijdstip van opening van de overgelegde gegevens mogen vastleggen of wijzigen;
  7° dat tijdens de procedure, op de vastgelegde uiterste datum en uur, de toegang tot de overgelegde gegevens slechts mogelijk is wanneer de daartoe aangestelde personen gelijktijdig optreden;
  8° dat de gegevens betreffende de overgelegde aanvragen tot deelneming of offertes, die geopend worden overeenkomstig de vereisten van dit artikel, alleen maar toegankelijk mogen zijn voor de daartoe aangestelde personen;
  9° dat de te gebruiken hulpmiddelen en de technische eigenschappen ervan, met inbegrip van de eventuele versleuteling, niet discriminerend algemeen voor het publiek beschikbaar zijn en verenigbaar met algemeen gebruikte informatie- en communicatiemiddelen. Ze worden beschreven in de aankondiging van opdracht of in het bestek.
  De voorwaarden vermeld in 1° tot 3° zijn van toepassing op de kandidaten, de inschrijvers en de aanbestedende dienst en die vermeld in 4° tot 9° zijn van toepassing op de aanbestedende dienst.
  De voorwaarden vermeld in 3° tot 8° zijn niet toepasselijk op de met elektronische middelen opgestelde offertes die niet via deze middelen worden overgelegd.
  § 2. De aanbestedende dienst beslist voor elke opdracht afzonderlijk of hij het gebruik van elektronische middelen oplegt, toestaat of verbiedt voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes. Hij vermeldt deze beslissing in de aankondiging van opdracht of in het bestek, desgevallend samen met de door de kandidaten of inschrijvers te gebruiken elektronische hulpmiddelen en adres. Bij gebrek aan deze vermeldingen is het gebruik van elektronische middelen verboden.
  Zelfs indien het gebruik van elektronische middelen wordt opgelegd of toegestaan voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes, kunnen bepaalde bij te voegen documenten, die niet of uiterst moeilijk via elektronische middelen kunnen worden aangemaakt, op papier worden bezorgd vóór de uiterste ontvangstdatum. In geval het gebruik van elektronische middelen is opgelegd, dient de aanbestedende dienst vooraf akkoord te gaan met het bezorgen van documenten op papier.
  Door zijn aanvraag tot deelneming of offerte geheel of gedeeltelijk via elektronische middelen over te leggen, aanvaardt de kandidaat of inschrijver dat bepaalde gegevens van zijn aanvraag tot deelneming of offerte worden geregistreerd door de werking zelf van het ontvangstsysteem.
  § 3. Om te verhelpen aan sommige problemen die zich kunnen voordoen bij de overlegging, de ontvangst of de opening van met elektronische middelen ingediende aanvragen tot deelneming of offertes, kan de aanbestedende dienst aan de kandidaten of inschrijvers de toestemming geven om :
  1° ingeval een aanvraag tot deelneming of offerte de overlegging kan meebrengen van omvangrijke documenten en teneinde elke mogelijke vertraging door de elektronische overlegging ervan te vermijden, hun aanvraag tot deelneming of offerte over te leggen via een dubbele elektronische zending.
  Een eerste stap bestaat uit de overlegging van een vereenvoudigde zending die hun identiteit, de elektronische handtekening van hun volledige aanvraag tot deelneming of offerte en, in voorkomend geval, het bedrag van hun offerte omvat. Deze vereenvoudigde zending wordt elektronisch ondertekend. Haar ontvangst geldt als ontvangsttijdstip van de aanvraag tot deelneming of offerte.
  Een tweede stap omvat de overlegging van de eigenlijke aanvraag tot deelneming of offerte, die elektronisch ondertekend is om de integriteit van de gegevens van de aanvraag tot deelneming of offerte te certificeren.
  De ontvangst van de eigenlijke aanvraag tot deelneming of offerte gebeurt binnen een termijn die geen vierentwintig uur mag overschrijden na het uiterste ontvangsttijdstip van de aanvragen tot deelneming of de offertes, op straf van wering van de aanvraag tot deelneming of offerte;
  2° zowel een aanvraag tot deelneming of een offerte, overgelegd met elektronische middelen, in te dienen, als een veiligheidskopie, opgesteld met elektronische middelen of op papier. Deze veiligheidskopie wordt in een definitief gesloten envelop gestoken waarop duidelijk " veiligheidskopie " wordt vermeld en wordt binnen de opgelegde ontvangsttermijn ingediend. Deze kopie mag enkel worden geopend ingeval van een tekortkoming bij de overlegging, de ontvangst of de opening van de met elektronische middelen overgelegde aanvraag tot deelneming of offerte. Ze vervangt in dat geval definitief het met elektronische middelen overgelegd stuk. De veiligheidskopie is voor het overige onderworpen aan de op offertes toepasselijke regels van dit besluit.
  De aanbestedende dienst geeft in de aankondiging van opdracht of in het bestek aan of ze de werkwijze sub 1°, de werkwijze sub 2° of beide toestaat. ".

Art.127. Artikel 19quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004, wordt opgeheven.

Art.128. In titel 1 van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk V ingevoegd, luidende : " Sociale en fiscale verplichtingen ".

Art.129. In hetzelfde besluit wordt een artikel 22bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 22bis. De aanbestedende dienst kan in de opdrachtdocumenten vermelden bij welke instanties de inschrijvers de terzake dienende informatie kunnen verkrijgen over de verplichtingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de prestaties worden uitgevoerd en die tijdens de uitvoering van de opdracht op die prestaties van toepassing zijn.
  Wanneer de aanbestedende dienst de in het eerste lid bedoelde vermelding opneemt, dienen de inschrijvers in hun offerte te verklaren dat zij bij het opstellen ervan rekening hebben gehouden met de verplichtingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de prestaties worden uitgevoerd.
  Het tweede lid geldt onverminderd de toepassing van artikel 16 laatste lid. ".

Art.130. In artikel 33, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 maart 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder b) wordt vervangen als volgt :
  " b) de afwijzing van een offerte in de gevallen bedoeld in artikel 21, §§ 4 en 5. ";
  2° de bepaling onder e) wordt vervangen als volgt :
  " e) Het gebruik van een concessie voor diensten, die niet tot het toepassingsgebied van de wet behoort, of van een concessie voor openbare werken, waarop Boek II van de wet niet van toepassing is. ".

HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.131. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2009, met uitzondering van de artikelen 49 tot 52 en de artikelen 97 tot 100 die in werking treden op 1 januari 2010. De overheidsopdrachten, de opdrachten en de prijsvragen voor ontwerpen gepubliceerd vóór deze datum of waarvoor, bij ontstentenis van een bekendmaking van aankondiging, vóór deze datum uitgenodigd wordt om zich kandidaat te stellen of om een offerte in te dienen, blijven onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die gelden op het ogenblik van de aankondiging of van de uitnodiging.

Art.132. De Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 29 september 2009.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  H. VAN ROMPUY

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Lijst van werkzaamheden in de zin van de artikelen 5, 27, 41bis en 48 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-10-2009, p. 65857-65861)
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 september 2009.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  H. VAN ROMPUY

Art. N2. Bijlage 2. - Diensten in de zin van de artikelen 5, 27, 41bis en 48 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-10-2009, p. 65862-65864)
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 september 2009.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  H. VAN ROMPUY

Art. N3. Bijlage 3. - Bijlage 8A, Bijlage 8B, Bijlage 8C
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-10-2009, p. 65865-65867)
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 september 2009.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  H. VAN ROMPUY

Art. N4. Bijlage 4. - Bijlage 10A, Bijlage 10B, Bijlage 10C
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-10-2009, p. 65868-65870)
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 september 2009.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  H. VAN ROMPUY