Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

31 JULI 2009. - Wet tot wijziging van artikel 119 van het Gerechtelijk wetboek en van artikel 57bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Bepaling tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade
Art. 3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1965040806 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Art.2. Artikel 119 van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " Indien vervolging wordt ingesteld tegen tenminste één persoon ten aanzien van wie, met toepassing van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, een beslissing tot uithandengeving is genomen in het kader van een niet-correctionaliseerbare misdaad, moet het Hof van Assisen, om rechtsgeldig samengesteld te zijn, twee magistraten tellen die de opleiding hebben genoten die georganiseerd wordt in het kader van de in artikel 259sexies, § 1, 1°, derde lid, bedoelde voortgezette opleiding van de magistraten, die vereist is voor de uitoefening van het ambt van rechter in de jeugdrechtbank. "

HOOFDSTUK III. - Bepaling tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade
Art. 3. In artikel 57bis, § 1, eerste lid, van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, ingevoegd bij de wet van 13 juni 2006 en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 49/2008 van het Grondwettelijk Hof, worden de woorden " ofwel, indien de betrokkene ervan wordt verdacht een niet-correctionaliseerbare misdaad te hebben gepleegd, het gerecht dat krachtens het gemeen recht bevoegd is, als daartoe grond bestaat " vervangen door de woorden " ofwel, indien de betrokkene ervan wordt verdacht een niet-correctionaliseerbare misdaad te hebben gepleegd, een hof van assisen dat samengesteld is overeenkomstig de bepalingen van artikel 119, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, als daartoe grond bestaat ".
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Trapani, 31 juli 2009.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minster van Justitie,
  S. DE CLERCK
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK