28 APRIL 2009. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek om de Hoge Raad voor de Justitie de mogelijkheid te geven om de voorbereiding en de verbetering van het schriftelijk gedeelte van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage op te dragen aan externe deskundigen
Art. 1
Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2-3
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art.2. In artikel 259bis -9, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 7 april 2005 en bij de wet van 31 januari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de volgende twee zinnen :
" Wanneer evenwel de benoemingscommissie daartoe beslist, kan het schriftelijk gedeelte van het examen inzake beroepsbekwaamheid of van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage door de Duitstalige kandidaten die hierom verzoeken in de Duitse taal worden afgelegd. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder Duitstalige kandidaat iedere persoon verstaan die houder is van een diploma van het secundair onderwijs dat werd behaald in een onderwijsinstelling van het Duitse taalgebied of iedere persoon wiens hoofdverblijfplaats of werkplaats zich sinds ten minste vijf jaar in een gemeente van het Duitse taalgebied bevindt. ";
2° paragraaf 2, opgeheven bij de wet van 31 januari 2007, wordt hersteld als volgt :
" § 2. De Duitstalige geslaagden voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage moeten de eerste keer solliciteren voor een ambt van magistraat waarvoor de kennis van het Duits is vereist en moeten dit ambt gedurende ten minste drie jaar uitoefenen. "
Art. 3. In artikel 259bis -10, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en laatst gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, 2°, worden tussen de woorden "de organisatie" en de woorden "van het examen", de woorden "van het schriftelijke en het mondelinge gedeelte" ingevoegd;
2° in § 2, eerste lid, tweede volzin worden de woorden "en de verbetering" ingevoegd tussen de woorden "bij de voorbereiding" en de woorden "van de in § 1, 2°, bedoelde examens";
3° in § 2, eerste lid, tussen de tweede en de derde volzin, worden de volgende zinnen ingevoegd:
" Deze deskundigen brengen verslag uit van hun werkzaamheden bij de benoemingscommissie die hen heeft aangewezen. De deskundigen die de subcommissies dienen bij te staan in de voorbereiding en de verbetering van de examens bedoeld in § 1, 2°, waarvan het schriftelijke gedeelte in het Duits werd afgenomen, worden aangewezen op grond van hun juridische en taalkundige bekwaamheid. Er zijn vier deskundigen: twee magistraten en twee niet-magistraten. Eén van de niet-magistraten moet licentiaat in de Germaanse filologie zijn en Duits gestudeerd hebben. "
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 28 april 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK