14 APRIL 2009. - Koninklijk besluit tot toekenning van een Staatswaarborg aan bepaalde operaties in verband met de redding van Fortis. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 21-04-2009 en tekstbijwerking tot 02-07-2009.)
Art. 1-9
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder het protocol : het protocol van akkoord afgesloten op 10 oktober 2008 tussen de Belgische Staat, BNP Paribas, Fortis en anderen, zoals gewijzigd door bijvoegsels van datum [1 27 februari, 12 maart, 23 april en 7 mei 2009]1.
----------
(1)<KB 2009-06-17/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 21-04-2009>
Art.2.De Staat waarborgt :
1° de vorderingen gehouden door Fortis Bank NV ten laste van Fortis NV op grond van de "Relative Performance Note" beheerst door een "Agreement on the Issue and Sale of Relative Performance Notes" en een "Agreement" met datum 19 december 2007 en afgesloten tussen Fortis Bank NV en Fortis NV in verband met de CASHES (Convertible And Subordinated Hybrid Equity-linked Securities) uitgegeven door Fortis Bank SA in december 2007, zoals gewijzigd door artikel 4.10 van het protocol,
2° de senior vorderingen gehouden door Fortis Bank NV ten laste van Royal Park Investments NV op grond van de financieringen toegekend in uitvoering van artikel 2.1, lid 3, van het protocol, alsook, in de mate zoals bepaald door de Minister bevoegd voor Financiën, de andere leningen of financiële instrumenten aangegaan of uitgegeven door Royal Park Investments NV,
3° de vorderingen gehouden door Fortis Bank NV ten laste van Fortis NV, Fortis N.V. of een van hun directe of indirecte dochtervennootschappen op grond van de financieringen toegekend in uitvoering van artikel 2.1, lid 10, van het protocol, en
4° de verliezen gerealiseerd door Fortis Bank NV [1 of de door haar gecontroleerde vennootschappen]1, boven een eerste laag van verlies van 3,5 miljard euro, op de in artikel 2.3 van het protocol bedoelde portefeuille gestructureerde producten die niet wordt overgedragen aan Royal Park Investments NV.
Voor de interpretatie van dit besluit worden de paragrafen 1° tot 4° beschouwd als elk een afzonderlijke waarborg toekennende.
----------
(1)<KB 2009-06-17/03, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 21-04-2009>
Art.3.De bedragen gedekt door de waarborgen zullen niet hoger zijn dan :
1° 2,35 miljard euro in hoofdsom voor de waarborg bedoeld in artikel 2, 1°,
2° 4,365 miljard euro in hoofdsom voor de waarborg bedoeld in artikel 2, 2°,
3° een miljard euro in hoofdsom voor de waarborg bedoeld in artikel 2, 3°, en
4° 1,5 miljard euro voor de waarborg bedoeld in artikel 2, 4°.
De Minister bevoegd voor Financiën kan de hierboven aangegeven bedragen aanpassen in functie van wijzigingen in de wisselkoersen die zich voorgedaan hebben vanaf 31 augustus 2008, of ze uitdrukken in vreemde munten.
[1 De waarborgen bedoeld in 1° tot 3° dekken eveneens de lopende interesten op de gewaarborgde hoofdsom en de bijhorigheden. In het geval van financiële instrumenten uitgegeven met disconto en die geen aanleiding geven tot de betaling van periodieke interesten, wordt onder hoofdsom de uitgifteprijs verstaan.]1
----------
(1)<KB 2009-06-17/03, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 21-04-2009>
Art.4.De waarborg is betaalbaar op eerste verzoek van de begunstigde; dit verzoek moet een welomschreven verantwoording bevatten van de betrokken bedragen en de verklaring dat deze bedragen opeisbaar en onbetaald zijn. [1 De overeenkomsten of de eenzijdige verbintenissen bedoeld in artikel 7 kunnen evenwel bepalen dat de waarborg een borgstelling uitmaakt.]1
De betaling zal plaatsvinden binnen de drie, vijf of zeven werkdagen volgend op de ontvangst van het beroep op de waarborg, naargelang de te betalen bedragen kleiner zijn dan een miljard euro, kleiner zijn dan drie miljard euro, of gelijk aan of groter zijn dan drie miljard euro, of in voorkomend geval elke andere termijn voorzien in de overeenkomsten bedoeld in artikel 7.
----------
(1)<KB 2009-06-17/03, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 21-04-2009>
Art.5.[1 ingetrokken]1
----------
(1)<KB 2009-06-17/03, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 21-04-2009>
Art.6. De Minister bevoegd voor Financiën bepaalt de aan de Staat voor de waarborg verschuldigde vergoeding.
Art.7.De inwerkingtreding van elk van de waarborgen bedoeld in artikel 2 is afhankelijk van het afsluiten door de minister bevoegd voor Financiën, met de begunstigde van de waarborg en de entiteit voor wiens rekening de waarborg is toegekend, van een of meerdere overeenkomsten die voorzien in :
1° de in artikel 6 bedoelde vergoeding, en de verbintenis van de entiteit voor wiens rekening de waarborg is toegekend of van de begunstigde van de waarborg om deze vergoeding te betalen;
2° het plafond van de waarborg, zoals eventueel aangepast of uitgedrukt in vreemde munten overeenkomstig artikel 3, lid 2;
3° [1 de looptijd en de eventuele oorzaken van afloop van de waarborg, het al dan niet overdraagbare karakter van de waarborg]1, de modaliteiten van indeplaatsstelling en schadeloosstelling van de Staat in geval van beroep op de waarborg, en de eventuele zekerheden daarmee verbonden;
4° de modaliteiten van de informatieverstrekking aan de Staat met betrekking tot de evolutie van de gewaarborgde verbintenissen;
5° wat betreft de waarborg bedoeld in artikel 2, 2°, de modaliteiten van een eventuele overdracht aan de Staat of de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, handelend in eigen naam maar voor rekening van de Staat, [1 of van een eventuele volledige of gedeeltelijke herfinanciering door deze,]1 van schuldvorderingen gehouden door Fortis Bank NV [1 of de houders van financiële instrumenten die gewaarborgd zijn krachtens artikel 2, lid 1, 2°,]1 ten laste van Royal Park Investments SA, gevolgd door een omzetting in kapitaal, een afstand van schuldvordering met clausule van terugkeer naar een verbeterde vermogenstoestand, of elke andere methode in overeenstemming met artikel 2.1, lid 7, van het protocol;
6° wat betreft de waarborg bedoeld in artikel 2, 4°, een meer nauwkeurige omschrijving van het begrip gerealiseerde verliezen en de mogelijk gevallen van beroep op de waarborg, en de wijze van beheer van de portefeuille van gewaarborgde gestructureerde producten, en
7° alle andere bepalingen die de Minister nuttig acht.
[1 De overeenkomst met de begunstigde van de waarborg kan in voorkomend geval vervangen worden door een eenzijdige verbintenis.]1
[1 De Minister kan eveneens alle overeenkomsten afsluiten met andere schuldeisers van de entiteit voor wiens rekening de waarborg is toegekend omtrent de respectieve rechten en rang van deze schuldeisers en de Staat.]1
----------
(1)<KB 2009-06-17/03, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 21-04-2009>
Art.8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9. De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 14 april 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen,
D. REYNDERS