8 MAART 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de afrekeningsmodaliteiten inzake de Vlaamse Winwinlening en het activeren van risicokapitaal in Vlaanderen voor de aanslagjaren 2006, 2007, 2008 en 2009
Art. 1-10
Artikel 1. § 1. Voor het aanslagjaar 2006 waarin aan de belastingplichtigen een belastingkrediet in de personenbelasting wordt verleend voor het besteden van bedragen aan de inschrijving op aandelen of rechten van deelneming in ARKimedes-fondsen, maakt de Federale Overheidsdienst Financiën in de loop van de maand maart 2009 de voorlopige afrekening over aan het Vlaams Gewest betreffende het totale bedrag van het belastingkrediet berekend tot aan het einde van de aanslagtermijn bepaald in artikel 354, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
§ 2. Op het einde van de maand april 2009, stort het Vlaams Gewest op rekeningnummer 679-2004058-38 van de dienst "Diverse Ontvangsten van de Thesaurie", Kunstlaan 30, 1040 Brussel, met vermelding van de woorden "Vlaams belastingkrediet voor besteding in ARKimedes-fondsen", het verschuldigd bedrag, vermeerderd met de overeenkomstig artikel 7 verschuldigde interesten, ter compensatie van het Vlaamse belastingkrediet in de personenbelasting toegekend aan belasting-plichtigen, inschrijvers op aandelen of rechten van deelneming in ARKimedes-fondsen.
Art.2. Voor het belastingkrediet als bedoeld in artikel 1 en de belastingvermindering die de kredietgevers genieten in de personenbelasting voor het verlenen van een Winwinlening, toegekend tijdens het aanslagjaar 2007 maakt de Federale Overheidsdienst Financiën in de loop van de maand maart 2009 een voorlopige afrekening over aan het Vlaams Gewest betreffende het totale bedrag van het belastingkrediet en van de belastingvermindering berekend tot aan het einde van de aanslagtermijn bepaald in artikel 359, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Art.3. Voor het belastingkrediet en de belastingvermindering toegekend tijdens de aanslagjaren 2008 en 2009 maakt de Federale Overheidsdienst Financiën elk jaar in de loop van de maand september volgend op het aanslagjaar een voorlopige afrekening over aan het Vlaams Gewest betreffende het totale bedrag van het belastingkrediet en van de belastingvermindering berekend tot aan het einde van de aanslagtermijn bepaald in artikel 359, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Art.4. Op het einde van de maand volgend op de voorlopige afrekeningen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 stort het Vlaams Gewest op rekeningnummer 679-2004058-38 van de dienst "Diverse Ontvangsten van de Thesaurie", Kunstlaan 30, 1040 Brussel, het bedrag van de vastgestelde compensaties voor dat jaar met naar gelang het geval vermelding van de woorden :
-"Vlaams belastingkrediet voor besteding in ARKimedes-fondsen", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van het Vlaamse belastingkrediet in de personenbelasting toegekend aan belastingplichtigen, inschrijvers op aandelen of rechten van deelneming in ARKimedes-fondsen;
- "Vlaamse vermindering in de personenbelasting voor kredietgevers van de Winwinlening", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van de Vlaamse vermindering in de personenbelasting toegekend aan de kredietgevers van de Winwinlening.
Art.5. § 1. Voor de aanslagjaren 2007, 2008 en 2009 maakt de Federale Overheidsdienst Financiën in de loop van de maand maart van het derde jaar volgend op het aanslagjaar een tweede voorlopige afrekening over aan het Vlaams Gewest betreffende het totale bedrag van het belastingkrediet en van de belastingvermindering berekend tot aan het einde van de aanslagtermijn bepaald in artikel 354, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
§ 2. Indien de voorlopige afrekeningen bedoeld in § 1 hoger zijn dan de voorlopige afrekeningen bedoeld in de artikelen 2 en 3, stort het Vlaams Gewest op het einde van de maand april van het derde jaar volgend op het aanslagjaar, het nog verschuldigd bedrag, vermeerderd met de overeenkomstig artikel 7 verschuldigde interesten, op rekeningnummer 679-2004058-38 van de dienst "Diverse Ontvangsten van de Thesaurie", Kunstlaan 30, 1040 Brussel, met naargelang het geval vermelding van de woorden :
- "Vlaams belastingkrediet voor besteding in ARKimedes-fondsen", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van het Vlaamse belastingkrediet in de personenbelasting toegekend aan belastingplichtigen, inschrijvers op aandelen of rechten van deelneming in ARKimedes-fondsen;
- "Vlaamse vermindering in de personenbelasting voor kredietgevers van de Winwinlening", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van de Vlaamse vermindering in de personenbelasting toegekend aan de kredietgevers van de Winwinlening.
§ 3. Indien de voorlopige afrekeningen bedoeld in § 1 lager zijn dan de voorlopige afrekeningen bedoeld in de artikelen 2 en 3, stort de Federale Overheidsdienst Financiën op het einde van de maand april van het derde jaar volgend op het aanslagjaar, het nog verschuldigd bedrag, vermeerderd met de overeenkomstig artikel 7 verschuldigde interesten, op rekeningnummer 091-2212039-80 van het "Departement Financiën en Begroting van de Vlaamse Overheid" met naargelang het geval vermelding van de woorden :
- "Vlaams belastingkrediet voor besteding in ARKimedes-fondsen", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van het Vlaamse belastingkrediet in de personenbelasting toegekend aan belastingplichtigen, inschrijvers op aandelen of rechten van deelneming in ARKimedes-fondsen;
- "Vlaamse vermindering in de personenbelasting voor kredietgevers van de Winwinlening", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van de Vlaamse vermindering in de personenbelasting toegekend aan de kredietgevers van de Winwinlening.
Art.6. § 1. Voor de aanslagjaren 2006, 2007, 2008 en 2009 maakt de Federale Overheidsdienst Financiën in de loop van de maand maart van het zevende jaar volgend op het aanslagjaar een definitieve afrekening over aan het Vlaams Gewest betreffende het totale bedrag van het belastingkrediet en van de belastingvermindering berekend tot aan het einde van de aanslagtermijn bepaald in artikel 354, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
§ 2. Indien de definitieve afrekeningen bedoeld in § 1 hoger zijn dan de afrekeningen bedoeld in respectievelijk de artikelen 1 en 5, stort het Vlaams Gewest op het einde van de maand april van het zevende jaar volgend op het aanslagjaar, het nog verschuldigd bedrag, vermeerderd met de overeenkomstig artikel 7 verschuldigde interesten, op rekeningnummer 679-2004058-38 van de dienst "Diverse Ontvangsten van de Thesaurie", Kunstlaan 30, 1040 Brussel, met naargelang het geval vermelding van de woorden :
- "Vlaams belastingkrediet voor besteding in ARKimedes-fondsen", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van het Vlaamse belastingkrediet in de personenbelasting toegekend aan belastingplichtigen, inschrijvers op aandelen of rechten van deelneming in ARKimedes-fondsen;
- "Vlaamse vermindering in de personenbelasting voor kredietgevers van de Winwinlening", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van de Vlaamse vermindering in de personenbelasting toegekend aan de kredietgevers van de Winwinlening.
§ 3. Indien de definitieve afrekeningen bedoeld in § 1 lager zijn dan de voorlopige afrekeningen bedoeld respectievelijk in de artikelen 1 en 5, stort de Federale Overheidsdienst Financiën op het einde van de maand april van het zevende jaar volgend op het aanslagjaar, het nog verschuldigd bedrag, vermeerderd met de overeenkomstig artikel 7 verschuldigde interesten, op rekeningnummer 091-2212039-80 van het "Departement Financiën en Begroting van de Vlaamse Overheid" met naargelang het geval vermelding van de woorden :
- "Vlaams belastingkrediet voor besteding in ARKimedes-fondsen", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van het Vlaamse belastingkrediet in de personenbelasting toegekend aan belastingplichtigen, inschrijvers op aandelen of rechten van deelneming in ARKimedes-fondsen;
- "Vlaamse vermindering in de personenbelasting voor kredietgevers van de Winwinlening", voor het voor dat jaar vastgestelde bedrag ter compensatie van de Vlaamse vermindering in de personenbelasting toegekend aan de kredietgevers van de Winwinlening.
Art.7. § 1. De interesten op het nog door het Vlaams Gewest verschuldigde bedrag bedoeld in artikel 1, § 1 en de artikelen 2, 3, 5, § 1 en 6, § 1, of in voorkomend geval op het nog door de Federale Overheidsdienst Financiën terug te storten bedrag bedoeld in de artikelen 5, § 3, en 6, § 3 worden berekend per kalendermaand op basis van het rekenkundig gemiddelde van de wekelijkse notering gedurende de betrokken kalendermaand van de marginale rentevoet van de ECB zoals gepubliceerd op Reuters-pagina ECB01 (marginal rate of allotment), verminderd met een marge van 25 basispunten.
§ 2. De intresten bedoeld in § 1 worden berekend op het verschuldigde bedrag vanaf de maand volgend op de maand van de storting als bepaald in de artikelen 1, § 2, 4, 5, §§ 2 of 3 en 6, §§ 2 of 3 tot op het einde van de maand waarin de betaling van de afrekening plaatsvindt.
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking enerzijds op het Vlaamse belastingkrediet in de personenbelasting toegekend aan belastingplichtigen, inschrijvers op aandelen of rechten van deelneming in ARKimedes-fondsen als bedoeld in het decreet van 19 december 2003 betreffende het activeren van risicokapitaal in Vlaanderen voor de aanslagjaren 2006, 2007, 2008 en 2009 en anderzijds op de Vlaamse vermindering in de personenbelasting die toegekend wordt voor kredietgevers van de Winwinlening als bedoeld in het decreet van 19 mei 2006 betreffende de Winwinlening voor de aanslagjaren 2007, 2008 en 2009.
Art.9. Op grond van de hem door de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën voorgelegde verantwoordingsstaten is de Minister van Financiën bevoegd voor de jaarlijkse vaststelling van de bedragen van de voorlopige en definitieve afrekeningen als bedoeld in de artikelen 1, 2, 3, 5, § 1 en 6, § 1, van dit besluit, na voorafgaand overleg met de gewestregeringen.
Latere vastgestelde anomalieën in de berekening van de bedragen van de voorlopige en definitieve afrekeningen zullen door de Minister van Financiën eveneens na voorafgaand overleg met de gewestregeringen, worden rechtgezet.
Art. 10. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 maart 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS