22 JUNI 2009. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid van de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen inzake toegang tot het grondgebied en kort verblijf(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-07-2009 en tekstbijwerking tot 16-04-2021)
Art. 1-3
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Minister : de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
2° personeelsleden van de Dienst Vreemdelingenzaken : de personen die bij de Dienst Vreemdelingenzaken een functie als contractueel ambtenaar, stagiair of statutair ambtenaar uitoefenen of een managementfunctie uitoefenen.
Art.2.§ 1. [1 Onverminderd het ministerieel besluit van 18 maart 2009 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden van de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en tot opheffing van het ministerieel besluit van 17 mei 1995 houdende delegatie van bevoegdheid van de Minister inzake de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen zijn de personeelsleden van de Dienst Vreemdelingenzaken die ten minste een functie van attaché uitoefenen of tot de klasse A1 behoren bevoegd om:
1° te beslissen over de afgifte van visa kort verblijf en luchthaventransitvisa, evenals over de verlenging, nietigverklaring en intrekking van deze visa;
2° bezwaar te maken tegen de afgifte van een visum kort verblijf door een andere lidstaat, in het kader van voorafgaande raadpleging zoals bedoeld in art. 22 van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode).]1
§ 2. De bevoegdheid vermeld in § 1 kan eveneens worden uitgeoefend door de personeelsleden van de Dienst Vreemdelingenzaken die ten minste een functie van administratief assistent uitoefenen en zijn aangewezen, door middel van een gedagtekend en ondertekend schrijven, door de directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken of door diegene die bij de Dienst Vreemdelingenzaken een managementfunctie N -1 uitoefent.
----------
(1)<MB 2021-04-09/01, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 26-04-2021>
Art. 3. Dit ministerieel besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.