7 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende het gebruik en het verhandelen van sommige dierlijke bijproducten bestemd voor het voederen van dieren niet bestemd voor humane voeding.
Art. 1-6
Artikel 1. In de aanhef van het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende het gebruik en het verhandelen van sommige dierlijke bijproducten bestemd voor het voederen van dieren niet bestemd voor humane voeding worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° vóór het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende : " Gelet op de Grondwet, artikel 108; ";
2° worden tussen het eerste en het tweede lid twee leden ingevoegd, luidende :
" Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende de oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikelen 4, § 6 en 5, tweede lid, 13°;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d) ; ".
Art.2. Artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende het gebruik en het verhandelen van sommige dierlijke bijproducten bestemd voor het voederen van dieren niet bestemd voor humane voeding, wordt aangevuld als volgt :
" c) het categorie-2-materiaal zoals gedefinieerd in artikel 1, § 2, van Verordening (EG) nr. 878/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad voor bepaalde dierlijke bijproducten die als categorie 1- of categorie 2-materiaal zijn gedefinieerd. "
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 4. In aanvulling op de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1774/2002 zijn de volgende specifieke bepalingen inzake traceerbaarheid en identificatie van toepassing op het in artikel 3 van dit besluit bedoeld materiaal waarvan de plaats van oorsprong zich op Belgisch grondgebied bevindt :
1° van materiaal dat wordt aangeboden als karkassen, halve karkassen, kwartieren of andere delen, draagt elk stuk het merk dat bevestigt dat het vlees niet geschikt is voor menselijke consumptie alsook een etiket dat het SANITEL-nummer bevat;
2° indien de bestemmeling op het Belgisch grondgebied gevestigd is, wordt het handelsdocument voor de traceerbaarheid, waarvan het model voorkomt in de bijlage bij dit besluit, gebruikt om het materiaal tijdens het vervoer te vergezellen in plaats van het handelsdocument van Verordening (EG) nr. 1774/2002;
3° de dierenarts van het Agentschap bepaalt welke van de in artikel 3, § 2, a), bedoelde dierlijke bijproducten een bestemming zoals vermeld in artikel 3, § 3, mogen krijgen. Hij vult daartoe rubriek " 3. Diergeneeskundig attest " van het handelsdocument voor de traceerbaarheid in en ondertekent het. ".
Art.4. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 16. In aanvulling op de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1774/2002, dient ieder verzamelcentrum en ieder verzamelcentrum van de producent :
1° voor elk vervoer naar een andere lidstaat van in artikel 3, § 2, a en c, bedoelde dierlijke bijproducten, bestemd voor de in artikel 3, § 3, bedoelde dieren, vooraf een toelating te krijgen van het DG Dier, Plant en Voeding overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1774/2002;
2° het DG Dier, Plant en Voeding in kennis te stellen van elke levering van in artikel 3, § 2, a) en c), bedoelde dierlijke bijproducten, uit een andere lidstaat door de toezending van een kopie van het handelsdocument, uiterlijk 48 uur na ontvangst. "
Art.5. In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden de woorden " bedoeld in artikel 4, 2° " geschrapt;
2° in § 2 worden de woorden " artikel 3, § 2, a) " vervangen door de woorden " artikel 3, § 2, a) en c) " en worden de woorden " bedoeld in artikel 4, 2° " geschrapt;
3° in § 3 worden de woorden " bedoeld in artikel 4, 2° " geschrapt.
Art. 6. De Minister bevoegd voor Volksgezondheid en de Minister bevoegd voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 oktober 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE.