28 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende de algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in social profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact.
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 6, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende de algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in social profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, worden de woorden " met uitzondering van de globale projecten inzake veiligheid in de ziekenhuizen en inzake de kinderverzorgsters in de pediatrische diensten en de individuele projecten met betrekking tot de ziekenhuizen, in de zin van artikel 2 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, " ingevoegd tussen de woorden " federale bevoegdheid " en " een collectieve arbeidsovereenkomst ".
Art.2. In artikel 7, § 1, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden " met uitzondering van de globale projecten inzake veiligheid in de ziekenhuizen, inzake de aanvulling bestemd voor de openbare ziekenhuizen in het kader van de problematiek van de geïnterneerde gedetineerden en inzake de kinderverzorgsters in de pediatrische diensten en de individuele projecten met betrekking tot de ziekenhuizen, in de zin van artikel 2 van de voornoemde wet van 7 augustus 1987, " ingevoegd tussen de woorden " federale bevoegdheid, " en " het beheer ".
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende :
" Art. 7bis. De enveloppe, bedoeld in artikel 80 van de voornoemde wet van 23 december 2005, toegekend aan de sectoren ressorterend onder de bevoegdheid van de federale overheid, wordt met het oog op de financiering van de globale projecten inzake veiligheid in de ziekenhuizen, inzake de aanvulling bestemd voor de openbare ziekenhuizen in het kader van de problematiek van de geïnterneerde gedetineerden en inzake de kinderverzorgsters in de pediatrische diensten, en met het oog op de financiering van de individuele projecten met betrekking tot de ziekenhuizen, in de zin van artikel 2 van de voornoemde wet van 7 augustus 1987, tot het bedrag noodzakelijk voor de financiering van de toegekende voltijdse equivalenten, door de RSZ - globaal beheer overgemaakt aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Het noodzakelijke bedrag wordt door de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Werk bepaald bij het opstellen van elk budget voor financiële middelen voor de ziekenhuizen. ".
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
Art. 5. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 oktober 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Werk,
Mevr. J. MILQUET.