20 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit strekkende tot verruiming van de doelgroep die een toelage van het Sociaal Stookoliefonds kan genieten.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 205, § 1, van de programmawet van 27 december 2004, wordt aangevuld als volgt :
" 4° de personen bedoeld in artikel 37undecies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, die een verzekeringstegemoetkoming in de kosten voor de verstrekkingen genieten en wier jaarlijks belastbaar netto inkomen van hun huishouden het bedrag van 20.600,00 EUR niet overschrijdt.
In afwijking van artikel 206 wordt dit bedrag jaarlijks aangepast aan een gecorrigeerd indexcijfer voorzien in artikel 37quaterdecies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994. "
Art.2. Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 9 januari 2005 tot het bepalen van de nadere regels voor de toekenning van de verwarmingstoelage in het kader van het Sociaal Stookoliefonds, wordt vervangen als volgt :
" Artikel 1. § 1. Zodra de op de factuur vermelde prijs per liter van huisbrandolie in bulk of bulkpropaangas gelijk is aan of hoger dan de hieronder vastgestelde drempelwaarden, wordt het bedrag van de verwarmingstoelage als volgt bepaald :
1° voor de categorieën 1° tot 3° van verbruikers met een laag inkomen,
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,490 EUR en lager dan 0,515 EUR per liter, bedraagt de toelage 3 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,515 EUR en lager dan 0,540 EUR per liter, bedraagt de toelage 5 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,540 EUR en lager dan 0,565 EUR per liter, bedraagt de toelage 7 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,565 EUR en lager dan 0,590 EUR per liter, bedraagt de toelage 8 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,590 EUR en lager dan 0,615 EUR per liter, bedraagt de toelage 9 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,615 EUR en lager dan 0,640 EUR per liter, bedraagt de toelage 10 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,640 EUR en lager dan 0,665 EUR per liter, bedraagt de toelage 11 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,665 EUR en lager dan 0,690 EUR per liter, bedraagt de toelage 12 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,690 EUR en lager dan 0,715 EUR per liter, bedraagt de toelage 13 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,715 EUR per liter, bedraagt de toelage 14 cent per liter;
2° voor de vierde categorie van verbruikers met een laag inkomen,
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,590 EUR en lager dan 0,615 EUR per liter, bedraagt de toelage 2 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,615 EUR en lager dan 0,640 EUR per liter, bedraagt de toelage 3 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,640 EUR en lager dan 0,665 EUR per liter, bedraagt de toelage 4 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,665 EUR en lager dan 0,690 EUR per liter, bedraagt de toelage 5 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,690 EUR en lager dan 0,715 EUR per liter, bedraagt de toelage 6 cent per liter;
- indien de gefactureerde prijs hoger ligt of gelijk is aan 0,715 EUR per liter, bedraagt de toelage 7 cent per liter;
Voor de periode van 1 september tot 30 april, hierna " verwarmingsperiode " genoemd, kan maximum 1500 liter in aanmerking komende brandstof in aanmerking genomen worden voor de toekenning van de verwarmingstoelage. "
Art.3. In artikel 1bis van hetzelfde besluit worden de woorden " 100 EUR " vervangen door de woorden " 150 EUR ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2008. Het is enkel van toepassing op leveringen vanaf 1 januari 2008.
Art. 5. Onze Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 februari 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Maatschappelijke Integratie,
C. DUPONT.