16 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 117bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-10-2008 en tekstbijwerking tot 16-10-2009)
Art. 1-5
Artikel 1. De Minister van Financiën is gemachtigd om een Staatswaarborg te verlenen aan de verbintenissen die voldoen aan de criteria en onder de voorwaarden die worden vastgesteld in de volgende artikelen.
Art.2. De Staat kan de verbintenissen van elke kredietinstelling en elke financiële holding en hun emissievehikels (hierna : "gewaarborgde entiteiten") die voldoen aan de criteria die worden vastgesteld in onderstaand artikel 3 waarborgen, op voorwaarde dat (i) het daarbij gaat om verbintenissen ten aanzien van andere kredietinstellingen of verbintenissen ten aanzien van professionele tegenpartijen die behoren tot de categorieën die de Minister van Financiën aanduidt, en (ii) de aldus gewaarborgde verbintenissen een looptijd hebben die verstrijkt ten laatste [1 31 oktober 2014]1.
Krachtens vorig lid kan de Staatswaarborg enkel worden verleend aan verbintenissen die worden aangegaan of hernieuwd tussen 9 oktober 2008 en [1 31 oktober 2010]1.
----------
(1)<KB 2009-10-07/04, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 16-10-2009>
Art.3. De Staatswaarborg kan enkel worden verleend op voorwaarde dat (i) de gewaarborgde entiteit alle nuttige maatregelen ter ondersteuning van zijn financiële situatie, zijn solvabiliteit en zijn liquiditeitspositie heeft genomen dan wel zich ertoe heeft verbonden om die maatregelen te nemen en (ii) het belang van de Belgische economie en de bescherming van alle deposanten zulks rechtvaardigen.
Art.4. De Minister van Financiën bepaalt de andere modaliteiten en voorwaarden met betrekking tot de Staatswaarborg, met inbegrip van de plafonnering ervan, de voorwaarden met betrekking tot de vergoeding ervan, alsook alle overige modaliteiten die de naleving moeten garanderen van de in artikel 3 bedoelde voorwaarden.
(Er kan slechts beroep worden gedaan op de garantie als (i) de gewaarborgde entiteit de verbintenissen waaraan de waarborg werd verleend niet nakomt op hun normale of vervroegde vervaldag of (ii) de tenuitvoerlegging van de waarborg vereist is om de continuïteit van de gewaarborgde entiteit te kunnen garanderen.) <KB 2008-12-10/31, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 09-10-2008>
De Minister van Financiën kan de verleende Staatswaarborg te allen tijde opzeggen, zonder vooropzegging of vergoeding, als de voorwaarden voor de toekenning ervan niet langer worden nageleefd, in welk geval de waarborg voor de eerder aangegane verbintenissen van kracht blijft.
Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 9 oktober 2008.
Gegeven te Brussel, 16 oktober 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS.