24 OKTOBER 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Art. 1-3
Artikel 1. In het UBPol wordt in de plaats van artikel IV.20, vernietigd bij arrest nr. 180.043 van de Raad van State, het als volgt luidende artikel IV.20 ingevoegd :
" Art. 4.20. Indien onder de gegevens bedoeld in artikel IV.17 elementen voorhanden zijn die toelaten te twijfelen aan de legitimiteit van de kandidaatstelling gaat het korps van de lokale politie van de woonplaats van de kandidaat, op vraag van de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie van de federale politie, over tot een meer diepgaand onderzoek waarbij :
1° andere veroordelingen voor relevante feiten met betrekking tot het beoogde ambt, door de politierechtbank, de rechtbank van koophandel of de burgerlijke rechtbank kunnen worden opgezocht dan die bedoeld in artikel IV.17, 2°;
2° een gesprek met de kandidaat betreffende onder andere de omgeving waar hij zich ophoudt, kan plaatsvinden. "
Art.2. In het UBPol wordt in de plaats van artikel IV.23, vernietigd bij arrest nr. 180.043 van de Raad van State, het als volgt luidende artikel IV.23 ingevoegd :
" Art. 4.23. De selectiecommissie bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 4°, RPPol, hierna de selectiecommissie genoemd, is samengesteld uit :
1° een gekwalificeerd personeelslid van de directie van de rekrutering en van de selectie van de federale politie, die het voorzitterschap waarneemt;
2° twee personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten, waarvan er één tot de federale politie en één tot een korps van de lokale politie behoort;
3° een personeelslid van de directie van de opleiding van de federale politie of van een politieschool die over bijzondere bekwaamheden beschikt in het raam van de basisopleiding.
Om geldig te kunnen beslissen moeten ten minste drie leden waaronder de voorzitter en één van de leden bedoeld in het eerste lid, 2°, aanwezig zijn.
De selectiecommissie beslist met gewone meerderheid van stemmen. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. ".
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.
Brussel, 24 oktober 2008.
P. DEWAEL.