6 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding (VERTALING).
Art. 1-7
Artikel 1. Er wordt een bemiddelingsdienst opgericht binnen het "Direction générale de l'Economie et de l'Emploi" (Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling) van het Ministerie van het Waalse Gewest.
Art.2. § 1. Telkens als een aanvraag tot aanpassing overeenkomstig artikel 6 van het decreet wordt ingediend, dient er te worden nagegaan of de aanpassing redelijk is.
§ 2. Als aanpassing wordt beschouwd elke concrete maatregel tot neutralisering van de beperkende impact van een onaangepaste omgeving op de deelneming van een gehandicapte persoon.
Daartoe moet de aanpassing :
1° efficiënt zijn om de gehandicapte persoon effectief te laten deelnemen aan een activiteit i.v.m. beroepsintegratie of vorming;
2° een gelijkmatige deelneming van de gehandicapte persoon mogelijk maken;
3° een autonome deelneming van de gehandicapte persoon mogelijk maken;
4° de veiligheid van de gehandicapte persoon waarborgen.
§ 3. De mogelijke directe en indirecte voordelen die uit de aanpassing resulteren, worden in aanmerking genomen bij de beoordeling van het redelijke karakter van de aanpassing.
Een gedeeltelijke gelijkmatige of autonome deelneming mag geen voorwendsel zijn om niet tot de redelijke aanpassing over te gaan.
Art.3. Redelijke aanpassingen die geen overdreven financiële last voor de werkgever met zich meebrengen of waarvan de kostprijs voldoende gecompenseerd wordt door bestaande maatregelen, berusten op de volgende criteria :
1° het financiële vermogen van de onderneming en haar organisationele mogelijkheden, rekening houdend met haar grootte of omvang;
2° de financiële kostprijs van de aanpassing;
3° de compensatiemaatregelen en -tegemoetkomingen van de verschillende gewest- en gemeenschapsinstellingen voor aanpassingen van arbeidsplaatsen, met uitsluiting van de tegemoetkomingen in de lonen en werklasten;
4° de periode waarover de kostprijs van de redelijke aanpassing zich kan uitstrekken;
5° de voorziene frequentie en duur van het gebruik van de aanpassing door betrokken gehandicapte persoon (personen);
6° de weerslag van de aanpassing op de levenskwaliteit van de effectieve of potentiële gehandicapte gebruiker(s);
7° de weerslag van de aanpassing op de omgeving en op andere gebruikers;
8° het gebrek aan gelijkwaardige alternatieven;
9° het niet in acht nemen van de bij wet opgelegde normen.
Deze criteria kunnen nader bepaald worden door de Waalse Regering.
Art.4. § 1. Het "IWEPS" zal het beleid dat de Waalse Regering voert met het oog op de bevordering van de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding, zoals bedoeld in artikel 11, § 2, 2°, van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding, hierna het decreet genoemd, beoordelen o.a. op grond van de jaarlijkse en tussentijdse activiteitsverslagen die de bemiddelingsdienst aan de Waalse Regering richt.
§ 2. Deze beoordeling wordt na overlegging aan de Regering bekendgemaakt.
Art.5. De Waalse Regering maakt uiterlijk 30 september van het jaar na het referentiejaar een verslag m.b.t. de uitvoering van het decreet over.
Dat verslag bevat :
1° de synthese van de activiteitsverslagen van het "IWEPS" en van de bemiddelingsdienst;
2° de beoordeling van het beleid dat de Waalse Regering voert met het oog op de bevordering van de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding;
3° de synthese van de voorstellen en adviezen van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische raad van het Waalse Gewest) m.b.t. de acties die gevoerd moeten worden om de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding te bevorderen;
4° de synthese van de debatten en voorstellen die voortvloeien uit de jaarlijkse ronde tafel georganiseerd door de "Commission consultative régionale du dispositif intégré d'insertion socioprofessionnelle" (Gewestelijke adviescommissie van het geïntegreerde stelsel inzake socioprofessionele integratie, in samenwerking met het "IWEPS".
Art.6. Het decreet van 27 mei 2004 betreffende de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding treedt in werking op dezelfde datum als dit besluit.
Art. 7. De Minister van Tewerkstelling, de Minister van Vorming en de Minister van Gelijke Kansen zijn, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit belast.
Namen, 6 september 2007.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel,
J.-C. MARCOURT
De Minister van Vorming,
M. TARABELLA
De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen,
P. MAGNETTE.