Details





Titel:

1 MAART 2007. - Ordonnantie betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-03-2007 en tekstbijwerking tot 04-04-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1
Definities [1 en toepassingsgebied]1
Art. 2
Immissienormen op het vlak van het leefmilieu
Art. 3
[1 Algemene verplichting van de operatoren en de broadcast-operatoren ]-11
Art. 3/1
[-1 Informatieplicht ten laste van de operatoren en de broadcast-operatoren ]-1.
Art. 4
Art. 4 TOEKOMSTIG RECHT
Exploitatienormen voor de bronnen.
Art. 5
Coördinatie van de regelgeving en van de actie.
Art. 6
Wetenschappelijk onderzoek.
Art. 7
Kadaster [1 van de zendinstallaties en van de publieke daken, en bekendmaking]1
Art. 8
[-1 Verplichtingen van operatoren met betrekking tot informatie voor consumenten en afvalbeheer ]-1
[-1Art. 8./1 ]-1TOEKOMSTIG RECHT.1 De operatoren van wie de lijst door de Regering vastgelegd is, zijn verplicht om informatiecampagnes te voeren en te ondersteunen die de bewustwording vergroten omtrent de voorkoming van afval als gevolg van hun activiteiten, met name rekening houdend met de technologische evolutie en de hernieuwing van de geconnecteerde toestellen.
[-1Art. 8./2 ]-1TOEKOMSTIG RECHT.1 De operatoren van wie de lijst door de Regering vastgelegd is, zijn verplicht om statistieken bij te houden over de toestellen die ze op de markt brengen en die als afval worden ingezameld of die het voorwerp uitmaken van hergebruik, in de zin van de bepalingen van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen. ]1[-1Art. 8./3 ]-1TOEKOMSTIG RECHT.1 Uiterlijk op 1 april van elk jaar bezorgen de operatoren elk afzonderlijk of gezamenlijk aan Leefmilieu Brussel een jaarverslag over het voorgaande jaar (periode van 1 januari tot 31 december) waarin zij informatie verstrekken over de ondernomen acties, de uitgegeven bedragen en de vastgestelde impact van de maatregelen die in het kader van artikel 8/1 werden genomen, evenals een verslag over de statistische gegevens waarnaar in artikel 8/2 wordt verwezen.
[-1 Overtredingen]-1.
Art. 9
Overtredingen en administratieve sancties.>
Art. 10
Opheffingsbepalingen.
Art. 11
Codificatie.
Art. 12
Inwerkingtreding.
Art. 13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1985013378  1999031155 





Artikels:

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Definities [1 en toepassingsgebied]1   ----------   (1)
Art.2.[1 § 1. Voor de toepassing van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten, wordt verstaan onder :
   1° " niet-ioniserende stralingen " : de elektromagnetische stralingen met een frequentie tussen 0,1 MHz en 300 GHz;
   2° [2 " publiek toegankelijke binnenruimten " : lokalen in een gebouw waarin mensen op regelmatige basis kunnen verblijven, in het bijzonder woonruimten, hotels, scholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en gebouwen bestemd voor regelmatig gebruik als sport- en speelruimte]2
  [2 2° /1 " publiek toegankelijke buitenruimten " : plaatsen in de openlucht of daarmee vergelijkbaar die toegankelijk zijn voor het publiek, in het bijzonder tuinen, binnenplaatsen van huizenblokken, parkgebieden, speelplaatsen en balkons, al dan niet overdekte terrassen van gebouwen, garageboxen, tuinhuizen, wintertuinen, oranjerieën en andere vergelijkbare veranda's ;]2
   3° " broadcast " : de stralingen die worden gebruikt voor het uitzenden van radioprogramma's op de door het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie toegestane frequenties :
   - voor de frequentiemodulatie, in de FM-band;
   - voor de amplitudemodulatie of andere in de lange-, midden- en kortegolfbanden;
   - voor de toegestane frequenties voor DAB (digital audio broadcasting); en
   - voor de toegestane frequenties voor DVB (digital video broadcasting/digitale aardse televisie).
   Het begrip " broadcast " kan door de Regering worden aangevuld;
   4° " overheid " : een rechtspersoon die, om welke reden ook, een gebouw betrekt op het grondgebied van het Gewest of er activiteiten uitoefent en die tot een van de volgende categorieën behoort :
   a) de federale, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, de lokale overheden en de instellingen van openbaar nut;
   b) elke instelling niet beoogd in punt a) :
   - opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn en;
   - waarvan de activiteit grotendeels wordt gefinancierd door de overheden beoogd in punten a) en b), of waarvan het beheer onderworpen is aan een controle door deze laatste, en;
   - waarvan het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan samengesteld is uit leden van wie meer dan de helft aangesteld wordt door de overheden beoogd in punten a) en b);
   c) de verenigingen gevormd door een of meer overheden beoogd in punten a) en b)[2; ]2
  [2 5° " antenne " : uitzendsysteem ontworpen om door middel van elektromagnetische golven een signaal voor radio-telecommunicatie uit te zenden ;
   6° " operator " : elke rechtspersoon die het recht heeft om uit te zenden, alsook de verbonden of geassocieerde vennootschappen in de zin van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met uitzondering van broadcast-operatoren ;
   7° " broadcast-operator " : netoperator zoals bedoeld in artikel 1.3-1, 33°, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 februari 2021 betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten of in artikel 2, 22°, van het Vlaams decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omreef en televisie ;
   8° " noodsituatie " : elke punctuele gebeurtenis die schadelijke gevolgen voor het maatschappelijk leven veroorzaakt of kan veroorzaken zoals een ernstige verstoring van de openbare veiligheid, een ernstige bedreiging ten opzichte van het leven of de gezondheid van personen en/of ten opzichte van belangrijke materiële belangen, en waarbij de coördinatie van de bevoegde actoren, inclusief de disciplines, is vereist om de dreiging weg te nemen of om de nefaste gevolgen van de gebeurtenis te beperken ;
   9° " OMC (Operations and Maintenance Center) " : technisch basiselement van een netwerk dat bedoeld is om het beheer ervan te verzekeren en dat met name een overzicht van de op het netwerk gebruikte parameterinstellingen en de meters en statistieken bevat ;
   10° " UrbIS-Adm 3D-databank " : databank die gegevens bevat met een unieke en oorspronkelijke waarde voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die specifieke waarborgen biedt met betrekking tot de nauwkeurigheid, volledigheid en beschikbaarheid van de informatie, zoals bedoeld in de bijlage bij het samenwerkingsakkoord van 18 april 2014 tussen de federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de Coördinatiestructuur voor patrimoniuminformatie.]2
   § 2. Deze ordonnantie is niet van toepassing op niet-ioniserende stralingen van natuurlijke oorsprong en evenmin op niet-ioniserende stralingen afkomstig van toestellen die gebruikt worden door particulieren, zoals gsm's, terminals voor mobiele telecommunicatie, lokale wifi-netwerken van particulieren, telefoniesystemen van het type DECT en stralingen afkomstig van amateurradiostations.
   [2 De bepalingen van deze ordonnantie zijn niet van toepassing in noodsituaties]2. ]1

(NOTA : bij arrest nr.12/2016 van 27-01-2016 (B.St. 24-03-2016, p. 20376), heeft het Grondwettelijk Hof de woorden "met uitzondering van met name balkons en terrassen van gebouwen" in dit artikel vernietigd)
  ----------
  (1)<ORD 2014-04-03/16, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 10-05-2014>
  (2)<ORD 2023-03-02/16, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2023>

Immissienormen op het vlak van het leefmilieu
Art.3.[1 § 1. De Regering stelt de algemene kwaliteitsnormen vast waaraan elk milieu moet voldoen met het oog op de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen.
  [2 ...]2
  [2 ...]2
  [2 ...]2
  [2 § 1/1. Onverminderd de bepalingen van paragrafen 1/3 en 4, geldt voor alle publiek toegankelijke binnen- en buitenruimten dat de vermogensdichtheid van de straling van de niet-ioniserende stralingen op geen enkel moment de volgende waarden mag overschrijden in publiek toegankelijke binnenruimten ( Sint ) en in publiek toegankelijke buitenruimten ( Sext ) :


Fréquences Sext Sint Frequenties Sext Sint
 (W/m2) (W/m2)  (W/m2) (W/m2)
0.1 à 400 MHz 0,2497 0,0994 0.1 tot 400 MHz 0,2497 0,0994
400 à 2000 MHz f / 1597,28 f / 4012,19 400 tot 2000 MHz f / 1597,28 f / 4012,19
2 à 300 GHz 1,2539 0,4992 2 tot 300 GHz 1,2539 0,4992
waarbij f de frequentie uitgedrukt in MHz is.
   Ter indicatie : bij 900 MHz komt de norm Sint = 0.2243 W/m2 overeen met een elektrisch veld van Eint = 9,19 V/m ; terwijl de norm Sext = 0.5635 W/m2 overeenkomt met een elektrisch veld van Eext = 14,57 V/m.
   In afwijking van het eerste lid gelden de vermogensdichtheden van de straling van niet-ioniserende stralingen die op publiek toegankelijke buitenruimten van toepassing zijn, ook voor publiek toegankelijke binnenruimten wanneer de buitenramen of -deuren van deze ruimten openstaan. ]2
  [2 § 1/2. Voor samengestelde elektromagnetische velden gelden de volgende limietwaarden voor elektromagnetische velden in publiek toegankelijke binnen- en buitenruimten :

   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 04-04-2023, p. 36061)
   waarbij :
   - Si overeenkomt met de vermogensdichtheid bij frequentie i ;
   - Sri overeenkomt met de limietwaarde voor de vermogensdichtheid bij frequentie i zoals gedefinieerd in de tabel bedoeld in § 1/1 van dit artikel.
   De vermogensdichtheid van de straling wordt berekend en/of gemeten volgens de modaliteiten die vastgelegd zijn door de Regering, met name op basis van de adviezen en aanbevelingen van de bevoegde internationale instanties. ]2
  [2 § 1/3. Antennes die niet-ioniserende stralingen in het frequentiebereik van 20 GHz tot 300 GHz genereren, zijn verboden op het Brusselse grondgebied. De Regering is gemachtigd om die antennes toe te staan met inachtneming van de vergunningen die door andere beleidsniveaus zijn afgeleverd.
   De antennes voor straalverbindingen vallen niet onder het in het vorige lid bedoelde verbod. ]2
   § 2. Er wordt een comité opgericht van experten op het gebied van niet-ioniserende stralingen, hierna " het Comité " genoemd. Het Comité bestaat uit [2 tussen zeven en dertien]2 leden met relevante medische, wetenschappelijke, economische of technische ervaring met betrekking tot het voorwerp van deze ordonnantie.
   De Regering bepaalt de samenstelling en de werking van het Comité.
   Het Comité wordt ermee belast de uitvoering van deze ordonnantie en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten te evalueren, met name op het vlak van de evoluties van de technologie en de wetenschappelijke kennis, [2 de economische eisen en de eisen op het vlak van volksgezondheid en respect voor het leefmilieu]2. Daartoe bezorgt het Comité de Regering jaarlijks een verslag dat aanbevelingen kan bevatten. [2 De Regering stelt het verslag jaarlijks voor aan het Parlement, en Leefmilieu Brussel publiceert het op zijn website binnen drie maanden na de ontvangst ervan door de Regering]2. Ook kan de Regering op elk moment een dergelijk verslag en aanbevelingen opvragen bij het Comité. [2 ...]2.
   Bij de uitoefening van zijn opdrachten, kan het Comité advies inwinnen bij onder meer :
   - [2 de operatoren en broadcast-operatoren ]2;
   - [2Leefmilieu Brussel en Brussel Stedenbouw en Erfgoed ]2;
   - de Hoge Gezondheidsraad.]1
  [2 Het Comité brengt advies uit over elk ontwerp van wijziging van deze ordonnantie en over de goedkeuring of wijziging van zijn uitvoeringsmaatregelen.
   Het Comité kan samenwerken met eender welke wetenschappelijke expert of groep van experten op internationaal, federaal, regionaal of lokaal niveau.]2
  [2 § 3. De Regering sluit met de operatoren een handvest met gedragsregels om met name de burgers een zo groot mogelijke transparantie te garanderen met betrekking tot de ontwikkeling van de mobiele-telefonienetwerken, om op technisch vlak maar ook inzake leefmilieu of volksgezondheid één of meer gedragslijnen voor de operatoren vast te leggen, en/of om doelstellingen voor de operatoren voorop te stellen met betrekking tot het beheer van de afvalstoffen die verband houden met de ontwikkeling van de netwerken voor mobiele telefonie.
   De operatoren kunnen gezamenlijk een milieuovereenkomst met het Gewest sluiten, wijzigen of hernieuwen conform de bepalingen van de ordonnantie van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomste]2.
  [2 § 4. In geval van overschrijding van de in paragraaf 1/1 bedoelde normen is deze paragraaf van toepassing.
   De operatoren van wie de antennes aan de overschrijding van de in paragraaf 1/1 bedoelde normen bijdragen, verminderen het elektrisch veld dat door hun antennes wordt uitgezonden, zodat de in paragraaf 1/1 bedoelde normen worden nageleefd, desgevallend in onderling overleg en in overleg met de broadcast-operatoren.
   De broadcast-operatoren van wie de antennes aan de overschrijding van de in paragraaf 1/1 bedoelde normen bijdragen, verstrekken aan de operatoren en aan Leefmilieu Brussel alle technische informatie betreffende de niet-ioniserende stralingen van de betrokken antennes indien die verschilt van de informatie die krachtens artikel 4 wordt verstrekt.
   De Regering kan de modaliteiten van dit overleg nader omschrijven, alsook de door de operatoren toe te passen methode om, indien nodig, hun respectieve aandeel te beperken in de vermogensdichtheid die mee verantwoordelijk is voor de overschrijding van de in paragraaf 1/1 bedoelde normen. De Regering omschrijft nader de modaliteiten in geval van akkoord tussen de operatoren evenals de verplichtingen die hen kunnen worden opgelegd bij afwezigheid van een akkoord.
   Indien de verplichtingen waaraan de operatoren op grond van het voorgaande lid onderworpen zijn of enige andere door de operatoren of broadcast-operatoren genomen maatregelen het niet mogelijk maken om de vermogensdichtheid van de betreffende antennes in voldoende mate te verminderen om de naleving van de in paragraaf 1/1 bedoelde normen te verzekeren, wordt in afwijking van paragraaf 1/1 bepaald dat alleen de operatoren die bij de overschrijding betrokken zijn, verplicht zijn om - gezamenlijk en rekening houdend met de overeenkomstig lid 3 en artikel 4 verstrekte informatie - 42,6 % en 17 % van de in paragraaf 1/1 bedoelde normen te respecteren in respectievelijk publiek toegankelijke binnenruimten en publiek toegankelijke buitenruimten.
   Het in voorgaand lid bedoelde uitzonderingsstelsel mag op geen enkel moment hogere vermogensdichtheden van de straling van niet-ioniserende stralingen in publiek toegankelijke binnenruimten en publiek toegankelijke buitenruimten impliceren dan deze bedoeld in Aanbeveling 1999/519/EG van de Raad van 12 juli 1999 betreffende de beperking van blootstelling van het algemene publiek aan elektromagnetische velden (0 Hz tot 300 GHz) en hun toekomstige aanpassingen, en mag slechts betrekking hebben op maximaal 0,0065 % van de bodemoppervlakte en de buitenschil van de gebouwen van de UrbIS-Adm 3D-databank. De Regering is gemachtigd om lagere grenzen vast te stellen. Leefmilieu Brussel houdt voor de Regering en het Comité een geactualiseerde lijst bij van alle gevallen waarin het in lid 5 bedoelde stelsel van toepassing is. ]2
  ----------
  (1)<ORD 2014-04-03/16, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 10-05-2014>
  (2)<ORD 2023-03-02/16, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2023>

[1 Algemene verplichting van de operatoren en de broadcast-operatoren ]-11   ----------   (1)
Art. 3/1. [1 Onverminderd artikel 3 moet elke operator en elke broadcast-operator die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een antenne uitbaat, op ieder moment kunnen aantonen dat de in artikel 3 bedoelde immissienorm wordt nageleefd, en in staat zijn om onmiddellijk alle nodige maatregelen te nemen zodra hij op eender welke wijze verneemt dat de in artikel 3 bedoelde immissienorm niet wordt nageleefd. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij ORD 2023-03-02/16, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2023>


[-1 Informatieplicht ten laste van de operatoren en de broadcast-operatoren ]-1.
Art.4.[1 § 1. De operatoren en de broadcast-operatoren zijn verplicht om Leefmilieu Brussel, Brussel Stedenbouw en Erfgoed, en de gemeente op wier grondgebied de antennes gevestigd zijn, in te lichten over de uitbatingskenmerken van alle antennes die niet-ioniserende straling uitzenden en waarvan de lijst door de Regering vastgesteld is. Deze kenmerken zijn met name de plaats en de exacte positie van de vestiging, het stralingsdiagram, het type antenne, de emissiefrequenties, de elevatiehoek van de antennes, de hoogte en de afmetingen van de antenne en het uitgestraalde vermogen van de stralingen. De Regering kan de lijst van deze kenmerken specificeren, differentiëren in functie van de geadresseerden of de types van antennes of andere kenmerken toevoegen, alsook een termijn voor en wijze van toezending van deze kenmerken bepalen.
   Wanneer een antenne zich op minder dan 200 meter van een gemeentegrens bevindt, wordt deze verplichting uitgebreid tot de betreffende aangrenzende gemeente.
   § 2. De operatoren en de broadcast-operatoren zijn verplicht om Leefmilieu Brussel op diens eerste verzoek alle gevraagde informatie te bezorgen, desgevallend met inbegrip van een uittreksel uit hun gegevensbank met gegevens inzake de netwerkconfiguratie die van het OMC (Operations and Maintenance Center) komen. Dit uittreksel of eender welke andere informatie kan betrekking hebben op alle door Leefmilieu Brussel gespecificeerde antennes en dient elektronisch te worden overgemaakt binnen 20 dagen na de ontvangst van het verzoek. De gegevens bevatten minstens de maximale vermogens van de bakens bij het verlaten van de technische kasten, het aantal draagfrequenties en de elektrische tilts, indien deze van op afstand vanuit het OMC (Operations and Maintenance Center) worden geconfigureerd. Leefmilieu Brussel mag de vorm van het te bezorgen uittreksel bepalen, evenals de gegevens die het dient te bevatten ]1.
  ----------
  (1)<ORD 2023-03-02/16, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2023>

Art. 4 TOEKOMSTIG RECHT.   [1 § 1. De operatoren en de broadcast-operatoren zijn verplicht om Leefmilieu Brussel, Brussel Stedenbouw en Erfgoed, en de gemeente op wier grondgebied de antennes gevestigd zijn, in te lichten over de uitbatingskenmerken van alle antennes die niet-ioniserende straling uitzenden en waarvan de lijst door de Regering vastgesteld is. Deze kenmerken zijn met name de plaats en de exacte positie van de vestiging, het stralingsdiagram, het type antenne, de emissiefrequenties, de elevatiehoek van de antennes, de hoogte en de afmetingen van de antenne en het uitgestraalde vermogen van de stralingen. De Regering kan de lijst van deze kenmerken specificeren, differentiëren in functie van de geadresseerden of de types van antennes of andere kenmerken toevoegen, alsook een termijn voor en wijze van toezending van deze kenmerken bepalen.
   Wanneer een antenne zich op minder dan 200 meter van een gemeentegrens bevindt, wordt deze verplichting uitgebreid tot de betreffende aangrenzende gemeente.
   § 2. De operatoren en de broadcast-operatoren zijn verplicht om Leefmilieu Brussel op diens eerste verzoek alle gevraagde informatie te bezorgen, desgevallend met inbegrip van een uittreksel uit hun gegevensbank met gegevens inzake de netwerkconfiguratie die van het OMC (Operations and Maintenance Center) komen. Dit uittreksel of eender welke andere informatie kan betrekking hebben op alle door Leefmilieu Brussel gespecificeerde antennes en dient elektronisch te worden overgemaakt binnen 20 dagen na de ontvangst van het verzoek. De gegevens bevatten minstens de maximale vermogens van de bakens bij het verlaten van de technische kasten, het aantal draagfrequenties en de elektrische tilts, indien deze van op afstand vanuit het OMC (Operations and Maintenance Center) worden geconfigureerd. Leefmilieu Brussel mag de vorm van het te bezorgen uittreksel bepalen, evenals de gegevens die het dient te bevatten ]1.
  [2 § 3. De operatoren van wie de lijst door de Regering vastgelegd is, bezorgen Leefmilieu Brussel jaarlijks een verslag aangaande de energie-efficiëntie voor elke technologie en het energieverbruik van de antennes en hun netwerk. De Regering bepaalt de minimale inhoud van dit verslag. ]2

  (1)<ORD 2023-03-02/16, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (2)<ORD 2023-03-02/16, art. 5,§2, 004; Inwerkingtreding : onbepaald >

Exploitatienormen voor de bronnen.
Art.5.De regering stelt, in het kader van haar bevoegdheden, de exploitatievoorwaarden vast voor de inrichtingen die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken, doorzenden of ontvangen.
  De in dit artikel bedoelde voorwaarden stellen onder meer het aantal en de intensiteit van de niet-ioniserende stralingsbronnen vast voor elke perimeter, rekening houdend met de kenmerken van die perimeter.
  [1De Regering kan voorzien in verschillende en specifieke stelsels voor bepaalde types van antennes naargelang van hun bijzondere eigenheden. ]1
  ----------
  (1)<ORD 2023-03-02/16, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2023>

Coördinatie van de regelgeving en van de actie.
Art.6. De minister tot wiens bevoegdheden Leefmilieu behoort, wordt belast met de harmonisatie van elke onder de bevoegdheid van het Gewest vallende regelgeving en maatregel tegen de mogelijke schadelijke effecten van niet-ioniserende stralingen.

Wetenschappelijk onderzoek.
Art.7. De regering bepaalt de algemene minimumnormen of voorwaarden waaraan moet worden voldaan door personen, laboratoria en openbare of privé-instellingen die belast zullen worden met
  1° het onderzoek naar de invloed van niet-ioniserende stralingen op het leefmilieu;
  2° het onderzoek naar efficiënte middelen om eventuele hinder of eventuele schadelijke effecten van niet-ioniserende stralingen te bestrijden;
  3° het beproeven of controleren van toestellen of inrichtingen die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken, dooreenden of ontvangen, bestemd om deze te meten, te dempen of op te slorpen, of de eventuele hinder of de eventuele schadelijke effecten ervan te verhelpen.

Kadaster [1 van de zendinstallaties en van de publieke daken, en bekendmaking]1   ----------   (1)
Art.8.[1 § 1.]1 [2 De Regering wordt belast met het bijwerken en openbaar maken van een kadaster van de antennes waarvan de lijst door de Regering vastgesteld is. Dit kadaster bevat de technische gegevens van elk van de antennes, met name de precieze locatie van de antenne, het type, de afmetingen, de oriëntatie, het uitzendvermogen en de andere technische gegevens waarmee de vermogensdichtheid in publiek toegankelijke ruimten kan worden bepaald. De Regering kan de technische gegevens preciseren en andere kenmerken toevoegen.
   Dit kadaster van de antennes wordt bekendgemaakt op de website van Leefmilieu Brussel zodat elke burger op elk moment bij Leefmilieu Brussel een klacht kan indienen met betrekking tot de naleving van de in artikel 3 bedoelde immissienorm en/of de naleving van de uitbatingsvoorwaarden van de betreffende antennes. Onverminderd de van toepassing zijnde sancties en andere maatregelen waarin deze ordonnantie voorziet, neemt Leefmilieu Brussel, indien het de klacht gegrond acht, maatregelen om de naleving van de bepalingen van deze ordonnantie te waarborgen]2.]1
  [1 § 2. [2 De Regering stelt een kadaster samen van de daken van gebouwen gebruikt door de overheden waarop antennes kunnen worden geplaatst. Dit kadaster wordt regelmatig bijgewerkt]2.
   Om de doelstellingen van deze ordonnantie te verwezenlijken, kan de Regering de autonome bestuursinstellingen, in de zin van artikel 85 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, verplichten om akkoord te gaan met de plaatsing van dergelijke inrichtingen op het dak van die gebouwen.]1
  ----------
  (1)<ORD 2014-04-03/16, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 10-05-2014>
  (2)<ORD 2023-03-02/16, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2023>

[-1 Verplichtingen van operatoren met betrekking tot informatie voor consumenten en afvalbeheer ]-1
[-1Art. 8./1 ]-1TOEKOMSTIG_RECHT.1 De operatoren van wie de lijst door de Regering vastgelegd is, zijn verplicht om informatiecampagnes te voeren en te ondersteunen die de bewustwording vergroten omtrent de voorkoming van afval als gevolg van hun activiteiten, met name rekening houdend met de technologische evolutie en de hernieuwing van de geconnecteerde toestellen.    Deze informatiecampagnes informeren het publiek aangaande een in ecologisch opzicht rationeel gebruik van toestellen, het belang van hergebruik en de voorbereiding op hergebruik van de geconnecteerde toestellen en, in laatste instantie, de systemen voor afvalinzameling en -beheer.    De Regering kan de inhoud, de frequentie en de modaliteiten van de te voeren informatiecampagnes preciseren, evenals de doelgroepen ervan in functie van de nagestreefde doelstellingen. ]1  ----------   (1)
[-1Art. 8./2 ]-1TOEKOMSTIG_RECHT.1 De operatoren van wie de lijst door de Regering vastgelegd is, zijn verplicht om statistieken bij te houden over de toestellen die ze op de markt brengen en die als afval worden ingezameld of die het voorwerp uitmaken van hergebruik, in de zin van de bepalingen van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen. ]1  ----------   (1)
[-1Art. 8./3 ]-1TOEKOMSTIG_RECHT.1 Uiterlijk op 1 april van elk jaar bezorgen de operatoren elk afzonderlijk of gezamenlijk aan Leefmilieu Brussel een jaarverslag over het voorgaande jaar (periode van 1 januari tot 31 december) waarin zij informatie verstrekken over de ondernomen acties, de uitgegeven bedragen en de vastgestelde impact van de maatregelen die in het kader van artikel 8/1 werden genomen, evenals een verslag over de statistische gegevens waarnaar in artikel 8/2 wordt verwezen.    De Regering kan de inhoud van het in bovenstaand lid bedoeld jaarverslag preciseren. ]1  ----------   (1)
[-1 Overtredingen]-1.   >(1)
Art.9.[1 Wordt bestraft met de sanctie voorgeschreven door artikel 31, § 1, van het Wetboek van 25 maart 1999 van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven en milieuaansprakelijkheid :
   1° voldoet niet aan de in artikel 3 bedoelde normen of aan de uitvoeringsmaatregelen ervan, of voldoet niet aan het in artikel 3 § 1/3, bedoelde verbod ;
   2° de niet-naleving van de informatieverplichtingen bedoeld in artikel 4 of zijn uitvoeringsmaatregelen ;
   3° de niet-naleving van de exploitatievoorwaarden bedoeld in artikel 5 of zijn uitvoeringsmaatregelen ;
   4° de niet-naleving van de communicatie- en rapportageverplichtingen bedoeld in artikels 8/1, 8/2 en 8/3 of hun uitvoeringsmaatregelen ;
   5° de niet-naleving van de normen of algemene voorwaarden bedoeld in artikel 7 of zijn uitvoeringsmaatregelen. ]1
  ----------
  (1)<ORD 2023-03-02/16, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2023>

Overtredingen en administratieve sancties.>
Art.10. § 1. Artikel 2, 14°, van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, gewijzigd bij de ordonnantie van 28 juni 2001, wordt door de volgende bepaling vervangen : " 14° de ordonnantie van... betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen ".
  § 2. Artikel 33, 10°, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling : " 10° in de zin van de ordonnantie van.... betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserendé stralingen
  - de in artikel 3 bedoelde immissienormen op het vlak van het leefmilieu niet in acht neemt;
  - de in artikel 4 bedoelde informatieverplichtingen niet in acht neemt;
  - de in artikel 5 bedoelde exploitatienormen niet in acht neemt. ".

Opheffingsbepalingen.
Art.11. De wet van 12 juli 1985 betreffende de bescherming van de mens en van het leefmilieu tegen de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen, infrasonen en ultralonen, wordt opgeheven, wat de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft.

Codificatie.
Art.12. De regering kan, met toepassing van artikel 104 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de bepalingen van deze ordonnantie invoegen in het Brussels Milieuwetboek.

Inwerkingtreding.
Art. 13. Deze ordonnantie treedt in werking twee jaar na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.