2 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit beoogt omzetting in Belgisch recht van Richtlijn 2006/122EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot dertigste wijziging van richtlijn 76/769/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten en van Richtlijn 2006/139/EG van de Commissie van 20 december 2006 tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat de beperking van het in de handel brengen en het gebruik van arseenverbindingen betreft met het oog op de aanpassing van bijlage I aan de technische vooruitgang.
Art.2. In artikel 1quater van het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, ingevoegd bij koninklijk besluit van 26 april 2003, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° het punt i) onder het punt b) wordt vervangen als volgt :
" i) Mogen de stoffen en preparaten voor de verduurzaming van hout alleen worden gebruikt in industriële installaties die van vacuüm- of druktechnologie gebruikmaken om hout te impregneren, als het oplossingen van anorganische verbindingen van koper, chroom en arseen (CCA) van type C zijn en als zij toegelaten zijn overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 mei 2003. Aldus behandeld hout mag niet in de handel worden gebracht voordat het verduurzamingsmiddel volledig is gefixeerd; ";
2° het artikel wordt aangevuld als volgt :
" c) Met arseenverbindingen behandeld hout dat vóór 30 september 2007, in de Gemeenschap in gebruik was of dat overeenkomstig deze richtlijn in de handel was gebracht, mag op zijn plaats blijven en verder worden gebruikt tot het einde van zijn levensduur.
d) Met CCA van type C behandeld hout dat vóór 30 september 2007 in de Gemeenschap in gebruik was of overeenkomstig dit besluit in de handel was gebracht,
1° mag worden gebruikt of hergebruikt voor de in punt b), ii) en iii), vermelde toepassingen;
2° mag op de tweedehandsmarkt worden gebracht voor de in punt b), ii) en iii) vermelde toepassingen.
e) Met andere typen CCA-oplossingen behandeld hout dat vóór 30 september 2007 in de Gemeenschap in gebruik was,
1° mag worden gebruikt of hergebruikt voor de in punt b), ii) en iii), vermelde toepassingen;
2° mag op de tweedehandsmarkt worden gebracht voor de in punt b), ii) en iii), vermelde toepassingen. ".
Art.3. In hetzelfde besluit, wordt na artikel 1undecies, ingevoegd bij koninklijk besluit van 11 december 2006, het nieuwe artikel 1duodecies ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 1duodecies. § 1. De volgende stoffen :
Perfluoroctaansulfonaten (PFOS) C8F/17SO2X (X = OH, metaalzout (O-M+), halogenide, amide en andere derivaten waaronder polymeren),
1° mogen niet op de markt worden gebracht of worden gebruikt als stof of bestanddeel van preparaten in een concentratie van 0,005 massaprocent of meer;
2° mogen niet op de markt worden gebracht in halffabricaten of artikelen of delen ervan wanneer de PFOS-concentratie 0,1 massaprocent of meer bedraagt, berekend naar de massa van structureel of microstructureel afzonderlijke delen die PFOS bevatten of voor textiel of andere gecoate materialen wanneer de hoeveelheid PFOS gelijk is aan of meer bedraagt dan 1 'mu'g/ m2 van het gecoate materiaal.
§ 2. De punten 1° en 2° van § 1 zijn echter niet van toepassing op de volgende artikelen, of de stoffen en preparaten die voor de productie daarvan benodigd zijn :
a) lichtgevoelige of antireflecterende coatings voor fotolithografische procédés;
b) fotografische coatings voor films, papier of drukplaten;
c) nevelonderdrukkers voor niet-decoratieve harde verchroming (VI) en bevochtigingsmiddelen voor gebruik bij gecontroleerde galvanisatie waarbij de hoeveelheid vrijkomende PFOS tot een minimum beperkt blijft door volledige aanwending van de beste beschikbare technieken zoals die zijn uitgewerkt in Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging;
d) hydraulische vloeistoffen voor de luchtvaart.
§ 3. In afwijking van § 1, 1° mag blusschuim dat vóór 27 december 2006 op de markt is gebracht, worden gebruikt tot 27 juni 2011.
§ 4. De punten 1° en 2° van § 1 gelden onverminderd het bepaalde in Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia. ".
Art.4. Artikel 2 van dit besluit treedt in werking op 30 september 2007.
Artikel 3 van dit besluit treedt in werking op 27 juni 2008.
Art. 5. Onze minister bevoegd voor Volksgezondheid en Onze minister bevoegd voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 november 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
D. DONFUT
De Minister van Leefmilieu,
B. TOBBACK.