26 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1999 tot uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen, in geval van faillissement, en van gelijkgestelde personen, met toepassing van de artikelen 29 en 49 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 14 Januari 1999 tot uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen, in geval van faillissement, en van gelijkgestelde personen, met toepassing van de artikelen 29 en 49 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, wordt vervangen als volgt :
" Art. 6. De in artikel 2 bedoelde personen kunnen gedurende ten hoogste twaalf maanden een uitkering verkrijgen, indien zij de volgende voorwaarden cumulatief vervullen :
1° aan de voorwaarden van artikel 3, 1°, 2° en 3° voldoen;
2° in België hun hoofdverblijfplaats hebben, in de zin van artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot de regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;
3° geen beroepsactiviteit uitoefenen of geen recht op een vervangingsinkomen kunnen laten gelden.
Naargelang de betrokkenen al dan niet minstens één persoon ten laste hebben, in de zin van artikel 225, § 1, eerste lid, 1° tot en met 5°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedraagt het maandelijks bedrag van de uitkering het maandelijks bedrag van het minimumpensioen van een zelfstandige die, naargelang het geval, de voorwaarden van ofwel artikel 9, § 1, 1°, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 vervult, ofwel van artikel 9, § 1, 2°, van hetzelfde besluit vervult.
De in het eerste lid bedoelde periode van twaalf maanden vangt aan op de eerste dag van de maand die volgt op die waarin de zelfstandige zijn activiteit heeft stopgezet. Wanneer de betrokkenen in de loop van deze periode een persoon ten laste krijgen of ophouden een persoon ten laste te hebben, in de zin van artikel 225, § 1, eerste lid, 1° tot en met 5°, van voormeld koninklijk besluit van 3 juli 1996 wordt de wijziging in het maandelijks bedrag uitgevoerd vanaf de maand die op die gebeurtenis volgt.
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007 en is van toepassing voor de faillissementen die ten vroegste op 1 juli 2007 werden uitgesproken.
Art. 3. Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Middenstand,
Mevr. S. LARUELLE.