Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

21 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit met toepassing van artikel 12, § 3 van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De verhoging van de lopende pensioenen die voortvloeit uit de herziening op 1 augustus 2005 van de maximumwedde van de militairen van bepaalde rangen, met toepassing van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, wordt, gedurende een jaar te rekenen vanaf 1 augustus 2005, beperkt tot 5 pct. en het saldo is verschuldigd op 1 augustus 2006.

Art.2. De verhoging van de lopende pensioenen die voortvloeit uit de herziening op 1 oktober 2002 van de maximumwedde van de graden van niveau B van de personeelsleden van het Ministerie van Landsverdediging, met toepassing van het koninklijk besluit van 2 september 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbanen van de niveaus B, C en D en tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging, wordt, gedurende een jaar te rekenen vanaf 1 oktober 2002, beperkt tot 5 pct. Voor elk van de volgende jaren, beginnend op 1 oktober van elk jaar, wordt de verhoging beperkt tot jaarlijkse opeenvolgende schijven die maximum gelijk zijn aan die welke bepaald is voor het eerste jaar.

Art.3. De verhoging van de lopende pensioenen die voortvloeit uit de herziening op 1 augustus 2003 van de maximumwedde van de graden van de personeelsleden van de Quaestuur van de Senaat, met toepassing van het besluit van 4 april 2003 van het Bureau van de Senaat, wordt, gedurende een jaar te rekenen vanaf 1 augustus 2003, beperkt tot 5 pct. Voor elk van de volgende jaren, beginnend op 1 augustus van elk jaar, wordt de verhoging beperkt tot jaarlijkse opeenvolgende schijven die maximum gelijk zijn aan die welke bepaald is voor het eerste jaar.

Art.4. De verhoging van de lopende pensioenen die voortvloeit uit de herziening op 1 augustus 2003 van de maximumwedde van de graden van de personeelsleden van de Quaestuur van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, met toepassing van het besluit van 30 juli 2003 van het Bureau van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, wordt, gedurende een jaar te rekenen vanaf 1 augustus 2003, beperkt tot 5 pct. Voor elk van de volgende jaren, beginnend op 1 augustus van elk jaar wordt de verhoging beperkt tot jaarlijkse opeenvolgende schijven die maximum gelijk zijn aan die welke bepaald is voor het eerste jaar.

Art.5. De verhoging van de lopende pensioenen die voortvloeit uit de herziening op 1 januari 2004 van de maximumwedde van de graden van de personeelsleden van de Quaestuur van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, met toepassing van het besluit van het Bureau van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van 2 februari 2005, wordt, gedurende een jaar te rekenen vanaf 1 januari 2004, beperkt tot 5 pct. en het saldo is verschuldigd op 1 januari 2005.

Art.6. De verhoging van de lopende pensioenen die voortvloeit uit de herziening op 1 maart 2004 van de maximumwedde van de graden van de personeelsleden van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, met toepassing van de beslissing van het Bureau van 4 februari 2004, wordt, gedurende een jaar te rekenen vanaf 1 maart 2004, beperkt tot 5 pct. Voor elk van de volgende jaren, beginnend op 1 maart van elk jaar, wordt de verhoging beperkt tot jaarlijkse opeenvolgende schijven die maximum gelijk zijn aan die welke bepaald is voor het eerste jaar.

Art.7. De verhoging van de lopende pensioenen die voortvloeit uit de herziening op 1 oktober 2002 van de maximumwedde van de graden van de personeelsleden, met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2004 tot wijziging van het personeelsstatuut van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen van 28 januari 1997 wat betreft de uitvoering van het Lambermontakkoord en andere bepalingen, wordt, gedurende een jaar te rekenen vanaf 1 oktober 2002, beperkt tot 5 pct. en het saldo is verschuldigd op 1 oktober 2003.

Art.8. De verhoging van de lopende pensioenen die voortvloeit uit de herziening op 1 december 2004 van de maximumwedde van de graden van niveau A van het Rijkspersoneel, met toepassing van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel, wordt, gedurende een jaar te rekenen vanaf 1 december 2004, beperkt tot 5 pct. en het saldo is verschuldigd op 1 december 2005.

Art. 9. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 21 januari 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Pensioenen,
  B. TOBBACK.