21 APRIL 2007. - Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Art. 3-7
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding.
Art. 8
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. Deze wet zet Richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek gedeeltelijk om.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Art.3. In titel II van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wordt een hoofdstuk VI, met de volgende titel, ingevoegd :
" HOOFDSTUK VI. - Onderzoekers ".
Art.4. In titel II, hoofdstuk VI, van dezelfde wet, wordt een artikel 61/10, als volgt opgesteld, ingevoegd :
" Art. 61/10. § 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :
1° Onderzoeker : elke vreemdeling die geen onderdaan is van de Europese Unie en die houder is van een diploma van hoger onderwijs dat toegang geeft tot doctoraalprogramma's in het land waar dat diploma bekomen werd en die door een in België erkende onderzoeksinstelling geselecteerd is om een onderzoeksproject uit te voeren waarvoor de bovengenoemde kwalificaties vereist zijn, met uitzondering van :
- de onderzoeker die door een in een andere lidstaat van de Europese Unie gevestigde onderzoeksinstelling wordt gedetacheerd bij een onderzoeksinstelling die gevestigd is in België;
- de onderzoeker die onderzoek komt verrichten, in de hoedanigheid van student, met het oog op het behalen van een doctorstitel.
2° Onderzoeksinstelling : openbare of particuliere instelling die onderzoek verricht.
3° Onderzoek : stelselmatig verricht creatief werk ter vergroting van het kennisbestand, waaronder de kennis van mens, cultuur en samenleving, alsmede de aanwending van dit kennisbestand voor nieuwe toepassingen.
4° Gastovereenkomst : overeenkomst die wordt afgesloten tussen een in België erkende onderzoeksinstelling en een onderzoeker, waarin de onderzoeker zich ertoe verbindt een onderzoeksproject uit te voeren en de onderzoeksinstelling zich ertoe verplicht de onderzoeker als gast te ontvangen.
§ 2. Bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad bepaalt de Koning :
1° de voorwaarden voor de erkenning van de onderzoeksinstellingen en de duur van deze erkenning;
2° de voorwaarden voor de toekenning, de vernieuwing, de intrekking en de niet-vernieuwing van deze erkenning;
3° het model van de gastovereenkomst ondertekend door de onderzoeker en de onderzoeksinstelling;
4° de voorwaarden waaronder een dergelijke gastovereenkomst kan worden ondertekend;
5° de voorwaarden waaronder een dergelijke gastovereenkomst eindigt. "
Art.5. In titel II, hoofdstuk VI, van dezelfde wet, wordt een artikel 61/11, als volgt opgesteld, ingevoegd :
" Art. 61/11. § 1. Indien de aanvraag voor een machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden in het Rijk bij een Belgische diplomatieke of consulaire post wordt ingediend door een vreemdeling die, in de hoedanigheid van onderzoeker, een onderzoeksproject wil uitvoeren in het kader van een gastovereenkomst die afgesloten wordt met een erkende onderzoeksinstelling, moet deze machtiging worden toegekend indien de betrokkene zich niet bevindt in één van de gevallen die worden voorzien in artikel 3, eerste lid, 5° tot 8°, van de huidige wet en indien hij de volgende documenten overlegt :
1° een geldig reisdocument;
2° een met een in België erkende onderzoeksinstelling afgesloten gastovereenkomst;
3° een geneeskundig getuigschrift waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één der in bijlage bij de huidige wet opgesomde ziekten;
4° een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene niet veroordeeld is geweest wegens misdaden of wanbedrijven van gemeen recht, wanneer hij ouder is dan 18 jaar.
Indien het onmogelijk is het in 3° en 4° van het eerste lid voorziene getuigschrift over te leggen kan de minister of zijn gemachtigde, rekening houdend met de omstandigheden, de vreemdeling echter machtigen om in de hoedanigheid van onderzoeker in België te verblijven.
De minister of zijn gemachtigde kan ook beslissen om te verifiëren of de modaliteiten op basis waarvan de gastovereenkomst werd afgesloten, vervuld zijn.
§ 2. De machtiging voor een verblijf van meer dan drie maanden in België kan door de vreemdeling worden aangevraagd bij de burgemeester van de plaats waar hij verblijft, overeenkomstig de artikelen 9 en 9bis. "
Art.6. In titel II, hoofdstuk VI, van dezelfde wet, wordt een artikel 61/12, als volgt opgesteld, ingevoegd :
" Art. 61/12. De machtiging tot verblijf die in toepassing van artikel 61/11 wordt afgegeven aan een onderzoeker wordt beperkt tot de duur van het onderzoeksproject, die wordt vastgelegd in de door de onderzoeker en de erkende onderzoeksinstelling afgesloten gastovereenkomst.
De bepalingen van artikel 13, § 1, vijfde lid zijn van toepassing op de in het eerste lid bedoelde machtiging tot verblijf.
De inschrijving in het vreemdelingenregister van de in het eerste lid bedoelde vreemdeling en de afgifte van de verblijfstitel die daarvan bewijs levert vinden plaats in overeenstemming met de bepalingen van artikel 12.
De verlenging of vernieuwing van deze verblijfstitel vindt conform artikel 13, § 2 plaats.
In de in artikel 13, § 3 opgesomde gevallen kan de minister of zijn gemachtigde de onderzoeker die gemachtigd is tot een verblijf in het Rijk een bevel geven om het grondgebied te verlaten.
De erkende onderzoeksinstelling die een gastovereenkomst heeft afgesloten met een onderzoeker die een verblijfstitel heeft ontvangen in toepassing van artikel 61/11 moet de minister of zijn gemachtigde onmiddellijk op de hoogte brengen van elke gebeurtenis die de uitvoering van de gastovereenkomst verhindert. "
Art.7. In titel II, hoofdstuk VI, van dezelfde wet, wordt een artikel 61/13, als volgt opgesteld, ingevoegd :
" Art. 61/13. § 1. De bepalingen van de artikelen 10bis, § 2 en 10ter, zijn van toepassing op de in artikel 10, § 1, 4°, 5° en 6°, bedoelde familieleden van een onderzoeker die in toepassing van artikel 61/11 tot een verblijf wordt gemachtigd.
§ 2. De bepalingen van artikel 13, § 1, zesde lid, zijn van toepassing op de in artikel 10, § 1, 4°, 5° en 6° bedoelde familieleden van een onderzoeker die in toepassing van artikel 61/11 gemachtigd wordt tot een verblijf.
§ 3. In de in artikel 13, § 4 opgesomde gevallen kan de minister of zijn gemachtigde de in artikel 10bis, § 2 bedoelde familieleden van een onderzoeker, die met toepassing van artikel 61/11, gemachtigd is tot een verblijf, het bevel geven het grondgebied te verlaten. "
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding.
Art. 8. Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum.
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-06-2007, door KB 2007-05-31/30, art. 1)
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 21 april 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX.