Details





Titel:

7 MAART 2007. - Koninklijk besluit betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-03-2007 en tekstbijwerking tot 23-12-2021)



Inhoudstafel:

Afdeling 1. - Definities.
Art. 1
Afdeling 2. - Nadere regels inzake de kennisgeving.
Art. 2-3
Afdeling 3. - Publicatie door het Instituut.
Art. 4
Afdeling 4. - Verschuldigde rechten.
Art. 5-13
Afdeling 5. - Slotbepalingen.
Art. 14-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999014113  1999014116  1999014117  1999014118  1999014196 



Uitvoeringsbesluit(en):

2009011547  2013011249 



Artikels:

Afdeling 1. - Definities.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
  1° wet : de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;
  2° Instituut : Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector;
  3° kennisgeving : kennisgeving in de zin van artikel 9 van de wet;
  4° [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2013-04-25/11, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling 2. - Nadere regels inzake de kennisgeving.
Art.2. De kennisgeving wordt gedagtekend en ondertekend door de natuurlijke persoon of door de vertegenwoordiger van de rechtspersoon die de betreffende elektronische-communicatieactiviteit wenst te ontplooien, of door een gemachtigde.
  De vertegenwoordiger van een rechtspersoon maakt zijn hoedanigheid kenbaar en levert het bewijs van zijn bevoegdheid.
  De gemachtigde levert het bewijs van zijn volmacht.

Art.3. De informatie vermeld in artikel 9, § 3, van de wet, wordt onverwijld aan het Instituut bezorgd.
  Alle door het Instituut nodig geachte documentatie wordt gratis en definitief aan het Instituut bezorgd.

Afdeling 3. - Publicatie door het Instituut.
Art.4. § 1. Het Instituut publiceert op zijn website een overzicht in de zin van artikel 9, § 8, van de wet.
  Dit overzicht bevat geen vertrouwelijke gegevens.
  § 2. Het overzicht bevat minstens de volgende gegevens :
  1° per operator de elektronische-communicatiediensten en netwerken waarvan een kennisgeving werd gedaan;
  2° de datum van kennisgeving van de elektronische-communicatiedienst of het -netwerk;
  3° de omschrijving van de elektronische-communicatiedienst of het -netwerk zoals die bij de kennisgeving door de operator werd vermeld;
  4° de naam, het adres, het BTW- of handelsregisternummer van de operator of een vergelijkbaar identificatienummer dat deze gegevens op een rechtsgeldige manier bundelt.

Afdeling 4. - Verschuldigde rechten.
Art.5.[1 §1.]1 Elke kennisgeving van :
  1° een [1 elektronische-communicatiedienst]1;
  2° een openbaar elektronische-communicatienetwerk;
  3° [1 ...]1;
  geeft behoudens toepassing van artikel 8, aanleiding tot de eenmalige betaling van een recht bestemd om de kosten van de kennisgeving te dekken. Dit recht is vastgesteld op 546 EUR.
  Dit recht wordt betaald bij de kennisgeving.
  [1 § 2. Indien een persoon de intentie heeft om verschillende van de elektronische-communicatiediensten of -netwerken vermeld in paragraaf 1 te ontplooien, kan hij hiervan een gegroepeerde kennisgeving doen waarbij het geheel van de voorgenomen elektronische-communicatiediensten of -netwerken in één kennisgeving wordt ondergebracht. Dergelijke gegroepeerde kennisgeving geeft aanleiding tot de eenmalige en voorafgaande betaling van een recht bestemd om de kosten ervan te dekken. Dit recht is vastgesteld op 1092 EUR.
   Dit recht wordt betaalt op het moment van de kennisgeving.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-04-25/11, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.6. § 1. De kennisgeving van :
  1° een elektronische-communicatiedienst of -netwerk vermeld in artikel 5 waarvan de exploitatie gebeurt zonder winstoogmerk;
  2° een elektronische-communicatiedienst of -netwerk die niet vermeld is in artikel 5;
  geeft aanleiding tot de eenmalige betaling van een recht bestemd om de kosten van de kennisgeving te dekken. Dit recht is vastgesteld op 100 EUR.
  Dit recht wordt betaald bij de kennisgeving.
  § 2. Indien een persoon de intentie heeft om verschillende van de elektronische-communicatiediensten of -netwerken vermeld in § 1 te ontplooien, kan hij hiervan een gegroepeerde kennisgeving doen waarbij het geheel van de voorgenomen elektronische-communicatiediensten of -netwerken in één kennisgeving wordt ondergebracht. Dergelijke gegroepeerde kennisgeving geeft aanleiding tot de eenmalige en voorafgaande betaling van een recht bestemd om de kosten ervan te dekken. Dit recht is vastgesteld op 200 EUR.
  Dit recht wordt betaald bij de kennisgeving.

Art.7. De rechten vermeld in de artikelen 5 en 6 zijn niet verschuldigd voor de elektronische-communicatienetwerken en -diensten vermeld in artikel 161 van de wet.

Art.8.§ 1. [1 § 1. Om de kosten te dekken voor het beheer van het dossier, betaalt de operator die een elektronische-communicatieactiviteit beoefent jaarlijks aan het Instituut een administratief recht dat als volgt wordt berekend :


OmzetJaarlijks recht
< 1 miljoen Euro 510
1 tot 5 miljoen 7.500
5 tot 10 miljoen 15.000
10 tot 50 miljoen 25.000
50 miljoen tot 1 miljard 75.000
1 miljard en + 150.000

  De relevante omzet is de omzet gerealiseerd in België in het jaar t-1 inzake elektronische-communicatienetwerken of elektronische-communicatiediensten, met uitsluiting van de omzet in verband met de in artikel 8, § 2 beschreven activiteiten.
   De operator deelt de relevante omzet van het jaar t-1 aan het Instituut mee tegen 30 juni van het boekjaar t.
   De operator verstrekt, op eenvoudig verzoek van het Instituut, elke inlichting ter rechtvaardiging van het aangegeven bedrag.
   Indien de gegevens die nuttig zijn voor de bepaling van de relevante omzet niet, dan wel onvolledig, foutief of met bedrieglijk opzet worden meegedeeld, of indien de gevraagde inlichtingen niet worden overgezonden, mag het Instituut elk beschikbare gegeven gebruiken - inclusief de totale omzet van de operator - om het bedrag van het jaarlijkse recht te bepalen.]1
  § 2. [3 ...]3
  ----------
  (1)<KB 2013-04-25/11, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<KB 2013-06-06/02, art. 40, 004; Inwerkingtreding : 27-06-2013>
  (3)<KB 2021-11-28/16, art. 63, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.9.
  <Opgeheven bij KB 2013-04-25/11, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.10. Om de kosten te dekken voor het beheer van het dossier, betaalt de operator voor de elektronische-communicatieactiviteiten vermeld in artikel 6, § 1, jaarlijks aan het Instituut een bedrag van 250 EUR voor het geheel van de aangegeven elektronische-communicatiediensten en -netwerken.

Art.11. De eerste betaling van de rechten bepaald in de artikelen 8, 9 en 10 geschiedt binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de kennisgeving. Het bedrag wordt berekend naar rato van het aantal resterende maanden van het jaar waarin de kennisgeving gebeurt. De maand waarin de kennisgeving gebeurt, wordt meegerekend als zijnde een volledige maand. De verdere betalingen dienen volledig en ondeelbaar te geschieden [1 uiterlijk dertig dagen na de ontvangst van de factuur]1.
  ----------
  (1)<KB 2009-12-10/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 17-12-2009>

Art.12. § 1. De bedragen van de rechten die in dit besluit zijn vermeld worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
  § 2. De aanpassing geschiedt met behulp van de coëfficiënt die verkregen wordt door het indexcijfer van de maand november die voorafgaat aan de maand januari in de loop waarvan de aanpassing zal plaatsvinden, te delen door het indexcijfer van de maand november 2003. Bij de berekening van de coëfficiënt wordt deze afgerond tot het hogere of lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten al of niet vijf bereikt. Na de toepassing van de coëfficiënt worden de bedragen afgerond tot de hogere euro.
  § 3. Een eventuele betwisting van de berekening van de indexatie schorst de verplichting niet om het door het Instituut meegedeelde bedrag te betalen, behoudens in geval van schorsing uitgesproken door het hof van beroep overeenkomstig artikel 2, § 2, van de wet van 17 januari 2003 betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.

Art.13. Geen enkele gehele of gedeeltelijke stopzetting van de activiteiten of een onderdeel daarvan, geeft aanleiding tot enige terugbetaling van het geheel of een gedeelte van de rechten bedoeld in dit besluit.

Afdeling 5. - Slotbepalingen.
Art.14. Opgeheven worden :
  1° het koninklijk besluit van 20 april 1999 betreffende de rechten die aan het Instituut moeten betaald worden door de personen die ertoe gehouden zijn een aangifte te doen van telecommunicatiediensten;
  2° het koninklijk besluit van 20 april 1999 betreffende de categorieën van telecommunicatiediensten waarvoor exploitatievoorwaarden worden opgelegd;
  3° het ministerieel besluit van 11 juni 1999 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden die opgelegd worden aan bepaalde telecommunicatiediensten;
  4° het ministerieel besluit van 11 juni 1999 tot vaststelling van de nadere regels inzake de aangifte van telecommunicatiediensten;
  5° het ministerieel besluit van 3 augustus 1999 tot vaststelling van de nadere regels inzake de aangifte en de overdracht van niet-openbare telecommunicatienetwerken.

Art. 15. Onze Minister bevoegd voor Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en Onze Minister van Werk en Consumentenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.