9 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wordt aangevuld als volgt :
2.50. " Autodelen ", het systematisch en beurtelings door vooraf bepaalde personen gebruiken van één of meerdere auto's tegen betaling via een vereniging voor autodelen, met uitzondering van het gebruik van voertuigen bestemd voor gewone verhuur of huurkoop.
2.51. " Gemeentelijke parkeerkaart ", een door de gemeente uitgereikte kaart die de houder ervan recht geeft op een bijzondere parkeerregeling inzake beperkte parkeertijd of betalend parkeren en hem desgevallend toelaat te parkeren op voorbehouden plaatsen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het door de gemeenteraad vastgestelde reglement.
2.52. " Bewonerskaart ", een gemeentelijke parkeerkaart specifiek bestemd voor personen die hun hoofdverblijfplaats of domicilie hebben in de op de kaart vermelde gemeente, zone of straat.
2.53. " Parkeerkaart voor autodelen ", een gemeentelijke parkeerkaart specifiek bestemd voor autodelen.
Art.2. § 1. In artikel 27.1.4. en 27.3.4. van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wordt het woord " bewonerskaart " telkens vervangen door " gemeentelijke parkeerkaart ".
Art. 27.1.4., laatste alinea wordt vervangen als volgt :
" De minister bevoegd voor het wegverkeer bepaalt het model en de nadere regels voor de afgifte en het gebruik van de gemeentelijke parkeerkaart in het algemeen, en de bewonerskaart en parkeerkaart voor autodelen in het bijzonder. "
§ 2. Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een 27.6. dat luidt als volgt :
" 27.6. De beperkte parkeertijd, bedoeld in 27.1. en 27.2. is niet van toepassing op de voertuigen die geparkeerd staan voor de inrij van eigendommen en waarvan het inschrijvingsteken van dit voertuig leesbaar op die inrij is aangebracht. "
Art.3. Artikel 27ter van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 27ter. Voorbehouden parkeerplaatsen.
Parkeerplaatsen gesignaleerd overeenkomstig artikel 70.2.1.3°, d), alsmede in een woonerf, waar de letter " P " en het woord " parkeerkaart ", " bewoners " of " autodelen " zijn aangebracht, zijn voorbehouden voor de voertuigen waarop op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, respectievelijk de gemeentelijke parkeerkaart, de bewonerskaart of de parkeerkaart voor autodelen duidelijk leesbaar en zichtbaar is aangebracht. "
Art.4. Er wordt een artikel 27quater toegevoegd dat luidt als volgt :
" Art. 27quater. Elektronische toezicht
De gemeente kan het gebruik van de gemeentelijke parkeerkaart vervangen door een elektronisch toezichtsysteem op basis van het kenteken van het voertuig. In dat geval wordt de bijzondere parkeerregeling inzake beperkte parkeertijd, betalend parkeren of voorbehouden parkeerplaatsen gecontroleerd op basis van de kentekenplaat van het voertuig en hoeft er geen kaart op de voorruit te worden aangebracht. "
Art.5. Artikel 70.2.1.3°, d, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" d) een onderbord met de vermelding " parkeerkaart ", " bewoners " of " autodelen " duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor voertuigen waarop op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, respectievelijk de gemeentelijke parkeerkaart, de bewonerskaart of de parkeerkaart voor autodelen is aangebracht.
Deze vermelding mag aangevuld worden met de aanduiding van de periode tijdens dewelke het parkeren voorbehouden is. "
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2007.
Art. 7. Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Mobiliteit,
R. LANDUYT.