Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 MEI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-07-2007 en tekstbijwerking tot 30-01-2014)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Toegestane uitzonderingen op de zondagsrust.
Art. 3
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor erkenning als toeristisch centrum.
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - [1 Geldingsgebied van de erkenning als toeristisch centrum]1
Art. 5-6
HOOFDSTUK V. - [1 Procedure voor erkenning als toeristisch centrum en verlies of beperking van de erkenning als toeristisch centrum]1
Art. 7-11
HOOFDSTUK VI. - Overgangsmaatregel.
Art. 12
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art. 13-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1966110701 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op :
  1° de werkgevers die in de badplaatsen, luchtkuuroorden of toeristische centra kleinhandelszaken of kapperssalons uitbaten;
  2° de werknemers welke door de onder 1° bedoelde werkgevers tewerkgesteld worden in een badplaats, luchtkuuroord of toeristisch centrum.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit worden beschouwd :
  1° als badplaatsen : de plaatsen welke niet verder dan vijf kilometer van de kust gelegen zijn;
  2° als luchtkuuroorden : de plaatsen welke aan ten minste twee van de volgende voorwaarden voldoen :
  a) de meeste hotels dienen er ten minste zes maanden per jaar gesloten te zijn;
  b) het aantal residerenden dient er gedurende sommige periodes van het jaar in aanzienlijke mate toe te nemen;
  c) het in het hotelbedrijf tewerkgestelde personeel dient er gedurende sommige periodes van het jaar in aanzienlijke mate toe te nemen;
  3° als toeristische centra : de plaatsen die als zodanig worden erkend door de Minister van Werk volgens de voorwaarden bepaald in artikel 4 van dit besluit;
  4° als toeristen : de bezoekers komende van buiten de eigen streek, die ter plaatse verblijven of langskomen met het oog op het bezoeken van bezienswaardige of bekende plaatsen van culturele, historische of religieuze aard of van natuurschoon.

HOOFDSTUK II. - Toegestane uitzonderingen op de zondagsrust.
Art.3. De werknemers, bedoeld in artikel 1, 2° van dit besluit mogen op zondag tewerkgesteld worden :
  1° vanaf 1 mei tot 30 september;
  2° gedurende de Kerst- en Paasvakantie in het door de Gemeenschappen ingericht, gesubsidieerd of erkend onderwijs;
  3° (buiten de in 1° en 2° bedoelde periodes, gedurende ten hoogste dertien zondagen per kalenderjaar :
  a) waar tijdens het weekeinde een toevloed van toeristen plaats heeft ingevolge het bestaan van bezienswaardige of bekende plaatsen van culturele, historische of religieuze aard of van natuurschoon;
  b) waar manifestaties plaatsgrijpen, zoals bedoeld bij artikel 66, 26°, van de arbeidswet van 16 maart 1971.) <KB 2008-09-28/37, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2008>

HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor erkenning als toeristisch centrum.
Art.4. Als toeristisch centrum kunnen worden erkend de gemeenten die cumulatief aan volgende voorwaarden voldoen :
  1° de gemeente geeft een oplijsting van haar bezienswaardige of bekende plaatsen van culturele, historische of religieuze aard of van natuurschoon;
  2° de gemeente geeft een indicatie van het aantal toeristen die de gemeente en haar bezienswaardige of bekende plaatsen bedoeld in 1°, bezoeken onder andere via de bezoekersaantallen van de bezienswaardige of bekende plaatsen bedoeld in 1°;
  3° de gemeente toont aan dat er omkadering is voor de opvang van toeristen; onder omkadering wordt onder andere begrepen : parkeergelegenheid voor auto's en autocars, erkende toeristische bewegwijzering, picknickmogelijkheden, cafés, logies of restauratiegelegenheden;
  4° de gemeente brengt de impact van de toeristen op de omzet van de kleinhandel in kaart tijdens het hoogseizoen; de gemeente toont aan dat er tijdens het hoogseizoen een stijging is in de inkomsten of omzet van de kleinhandelszaken tengevolge van de toeristen; de gemeente geeft een oplijsting van de kleinhandelszaken en hun geografische locatie die als gevolg van de erkenning de uitzondering op de zondagsrust zullen genieten;
  5° de gemeente doet investeringen en heeft een investeringsplan om het toerisme te bevorderen;
  6° het toeristisch onthaal in de gemeente wordt verzekerd door instellingen die erkend zijn door de inzake het toerisme bevoegde overheid;
  7° minstens één van de bezienswaardige of bekende plaatsen bedoeld in 1°, heeft minstens 5 000 toeristen per jaar.
  8° de gemeente voldoet minstens aan één van onderstaande criteria :
  1. criterium voor verblijfstoerisme : de gemeente heeft minstens 55 000 overnachtingen per jaar;
  2. criterium voor dagtoerisme : de gemeente of een zorgvuldig omschreven deel van het grondgebied telt 130 of minder inwoners per horecazaak op het grondgebied.
  Voor de toepassing van de in het eerste lid opgesomde erkenningsvoorwaarden, worden " delen van een gemeente " gelijkgesteld met " gemeenten ".

HOOFDSTUK IV. - [1 Geldingsgebied van de erkenning als toeristisch centrum]1   ----------   (1)
Art.5.
  <Opgeheven bij KB 2014-01-20/02, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2014>

Art.6. De erkenning als toeristisch centrum kan worden beperkt tot een gedeelte van het grondgebied van de gemeente, indien blijkt uit het onderzoek van de aanvraag dat de bezienswaardige of bekende plaatsen, de cafés, logies en restauratiegelegenheden, de attracties of de investeringen zich concentreren in dat gedeelte van de gemeente.

HOOFDSTUK V. - [1 Procedure voor erkenning als toeristisch centrum en verlies of beperking van de erkenning als toeristisch centrum]1   ----------   (1)
Art.7. De aanvraag tot erkenning als toeristisch centrum wordt bij aangetekende brief ingediend door het College van Burgemeester en Schepenen bij de Minister van Werk, op het adres van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Art.8. Om ontvankelijk te zijn omvat de aanvraag tot erkenning als toeristisch centrum :
  1° per erkenningsvoorwaarde bedoeld in artikel 4, een gedetailleerde nota met de stavingsstukken waarmee de gemeente aantoont dat zij voldoet aan de betrokken voorwaarde;
  2° een nauwkeurige aanduiding aan de hand van een stratenplan, van het deel van het grondgebied van de gemeente waarvoor de aanvraag wordt ingediend.

Art.9. Aanvragen die niet voldoen aan de ontvankelijkheidvoorwaarden zoals bedoeld in artikel 8, worden door de Minister van Werk of door de daartoe gemachtigde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg binnen een termijn van tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard bij een schriftelijke en met redenen omklede beslissing. Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de aanvrager.

Art.10. Indien de aanvraag ontvankelijk is, onderzoekt de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg of de aanvraag inhoudelijk voldoet aan de voorwaarden van artikel 4. De Minister van Werk doet binnen een termijn van zeventig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag uitspraak over de aanvraag tot erkenning.
  De erkenning vangt aan op de dag van publicatie van het ministerieel besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art.11.[1 De Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg kan ten allen tijde via aangetekende brief tegen ontvangstbewijs een gemeente die een erkenning als toeristisch centrum geniet verzoeken om aan te tonen dat zij nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 4.
   De gemeente is ertoe gehouden om op het in het vorige lid bedoelde verzoek te antwoorden binnen de zes maanden die volgen op de ontvangst van de aangetekende brief.
   Bij ontstentenis van antwoord vanwege de gemeente binnen de vastgestelde termijn, kan de minister van Werk het verlies vaststellen van de erkenning als toeristisch centrum van de betrokken gemeente.
   Indien uit het door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg verrichte onderzoek van het antwoord blijkt dat de voorwaarden van artikel 4 niet vervuld zijn voor het erkende grondgebied, kan de minister van Werk het verlies vaststellen van de erkenning als toeristisch centrum van de betrokken gemeente of kan hij de erkenning beperken tot het gedeelte van het grondgebied van de gemeente dat aan de voorwaarden van artikel 4 voldoet.
   Het ministerieel besluit tot vaststelling van het verlies van de erkenning als toeristisch centrum of tot beperking van de erkenning als toeristisch centrum treedt in werking de eerste dag van de zesde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-01-20/02, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2014>

HOOFDSTUK VI. - Overgangsmaatregel.
Art.12.[1 Op 2 juli 2015 vervalt de erkenning als toeristisch centrum, toegekend op grond van het koninklijk besluit van 7 november 1966 betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra, van de volgende gemeenten :
   - Anhée;
   - Baarle-Hertog;
   - Eupen;
   - Plombières;
   - Profondeville.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-01-20/02, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2014>

HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art.13. Het koninklijk besluit van 7 november 1966 betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 december 1988, wordt opgeheven.

Art.14. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 15. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 9 mei 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werk,
  P. VANVELTHOVEN.