27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake verdeling van het aantal openbare telefoons over de gemeenten.
Art. 1-3
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Wet: de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;
2° Instituut: het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector;
3° Aanbieder : de aanbieder van het element van de universele dienst inzake elektronische communicatie dat bestaat uit de beschikbaarstelling van openbare telefoons, als bedoeld in artikel 75 van de wet.
Art.2. § 1. De aanbieder zorgt ervoor dat het aantal openbare betaaltelefoons dat hij ter beschikking stelt in een gemeente valt binnen een interval
dat wordt vastgesteld tussen - 25 % en + 25 % van het cijfer :
(Formule niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-07-2007, p. 38105).
waarbij :
nA het aantal openbare telefoons is die in gemeente A moeten worden geplaatst, waarbij
(Formule niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-07-2007, p. 38105).
sA de oppervlakte is van gemeente A in km2;
hA het aantal inwoners van gemeente A is;
mA staat voor de gemiddelde dekking van het grondgebied door de mobiele openbare telefoondienst in gemeente A; het BIPT zorgt voor een eerste aanlevering van de waarden van mA binnen een termijn van 20 werkdagen na de inwerkingtreding van dit besluit.
(Formule niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-07-2007, p. 38105).
N het aantal openbare telefoons is die de aanbieder in stand moet houden overeenkomstig artikel 23, tweede lid, van de bijlage bij de wet;
Art. 3. Onze Minister tot wiens bevoegdheid de elektronische communicatie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en van Consumentenzaken,
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
M. VERWILGHEN.