10 MEI 2007. - Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 2-4
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek.
Art.2. In artikel 231, a), van het Gerechtelijk Wetboek, worden de woorden " die afwezig zijn in de zin van de artikelen 112 tot 119 van het Burgerlijk Wetboek " vervangen door de woorden " die vermoedelijk afwezig zijn in de zin van artikel 112 van het Burgerlijk Wetboek. "
Art.3. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 596bis ingevoegd, luidende :
" Art. 596bis. De vrederechter is bevoegd inzake het gerechtelijk beheer va de goederen van een vermoedelijk afwezige, overeenkomstig de artikelen 113 tot 117 van het Burgerlijk Wetboek. "
Art. 4. Artikel 628 van hetzelfde Wetboek, voor het laatst gewijzigd bij de wet van 5 mei 2003, wordt aangevuld als volgt :
" 23° de rechter van de laatste woonplaats in België van de verdwenen, afwezige of vermoedelijk afwezige persoon, of indien deze nooit een woonplaats in België heeft gehad, de rechter van het arrondissement Brussel. "
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 mei 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX.