Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

14 JUNI 2007. - Koninklijk besluit houdende bepalingen betreffende het pensioen en de aanpassing van de loopbaan van de militairen van het actief kader.



Inhoudstafel:


Art. 1-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1923111450  1950020601  1969042206 



Uitvoeringsbesluit(en):

2009007001 



Artikels:

Artikel 1. In artikel 7 van het koninklijk besluit nr 16775 van 14 november 1923 tot regeling van de uitvoering van de samengeordende wetten op de militaire pensioenen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste en het tweede lid worden opgeheven;
  2° in de Franse tekst van het derde lid worden de woorden "services effectifs" vervangen door de woorden "services actifs".

Art.2. Het opschrift van het besluit van de Regent van 6 februari 1950 betreffende het op rustpensioen stellen der officieren van het leger en van de luchtmacht, wordt vervangen als volgt :
  " Besluit van de Regent betreffende de opruststelling van de officieren van de krijgsmacht ".

Art.3. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Artikel 1. De officieren van het actief kader van de Krijgsmacht worden ambtshalve op rust gesteld op het einde van het trimester tijdens hetwelk zij de volle leeftijd van zesenvijftig jaar hebben bereikt.
  De in het eerste lid bedoelde leeftijd van zesenvijftig jaar wordt evenwel vervangen door de volle leeftijd :
  1° van eenenzestig jaar voor de luitenant-generaals;
  2° van negenenvijftig jaar voor de generaal-majoors. ".

Art.4. Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 augustus 1951 en 27 februari 1962, wordt opgeheven.

Art.5. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Artikel 3. § 1. In afwijking van artikel 1 worden de officieren die op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling in dienst zijn en die zich, op die datum, op minder dan vijf jaar bevinden van het einde van het trimester tijdens hetwelk zij de leeftijdsgrens bereiken die, rekening houdend met de graad, het brevet en de macht waarin zij hun loopbaan in het actief kader beëindigen, de dag vóór de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling op hen van toepassing was, ambtshalve op rust gesteld op het einde van het trimester tijdens hetwelk zij die leeftijdsgrens hebben bereikt, indien deze bij artikel 1, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2007 houdende bepalingen betreffende het pensioen en de aanpassing van de loopbaan van de militairen van het actief kader, werd verhoogd.
  § 2. In afwijking van artikel 1 worden de officieren die op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling in dienst zijn en die zich, op die datum, op vijf jaar of meer bevinden van het einde van het trimester tijdens hetwelk zij de leeftijdsgrens bereiken die, rekening houdend met de graad, het brevet en de macht waarin zij hun loopbaan in het actief kader beëindigen, de dag vóór de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling op hen van toepassing was, ambtshalve op rust gesteld op het einde van het trimester tijdens hetwelk zij de volle leeftijd hebben bereikt die gelijk is aan die leeftijdsgrens, vermeerderd met het aantal volledige jaren dat hen, op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling, scheidt van het einde van het trimester tijdens hetwelk zij zich op vijf jaar zullen bevinden van die leeftijdsgrens, indien deze bij artikel 1, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2007 houdende bepalingen betreffende het pensioen en de aanpassing van de loopbaan van de militairen van het actief kader, werd verhoogd.
  Het eerste lid is niet van toepassing indien de overeenkomstig dat lid vastgestelde leeftijdsgrens de in artikel 1 bedoelde leeftijdsgrens bereikt of overschrijdt. ".

Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende :
  " Artikel 3bis. In afwijking van artikel 3, hebben de in die bepaling bedoelde officieren de mogelijkheid om hun loopbaan te verlengen, uiterlijk tot het einde van het trimester tijdens hetwelk zij de in artikel 1 bepaalde leeftijdsgrens hebben bereikt die verbonden is aan de graad die zij bekleden.
  Het eerste lid is niet van toepassing op de officieren die prestaties verrichten in de halftijdse vervroegde uitstapregeling of die in disponibiliteit werden geplaatst. ".

Art.7. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "in ruste gesteld" worden vervangen door de woorden "ambtshalve op rust gesteld";
  2° het woord "volle" wordt ingevoegd tussen de woorden "waarin zij de" en "leeftijd".

Art.8. Artikel 1bis van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 april 1998, wordt vervangen als volgt :
  " Artikel 1bis. § 1. In afwijking van artikel 1 worden de militairen beneden de rang van officier die tot het gebrevetteerd varend personeel van de Krijgsmacht behoren en die in dienst zijn op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling, ambtshalve op rust gesteld op het einde van het trimester waarin zij de volle leeftijd van eenenvijftig jaar hebben bereikt indien zij zich, op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling, op minder dan vijf jaar bevinden van het einde van het trimester waarin zij de leeftijdsgrens van eenenvijftig jaar bereiken.
  § 2. In afwijking van artikel 1 worden de militairen beneden de rang van officier die tot het gebrevetteerd varend personeel van de Krijgsmacht behoren en op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling in dienst zijn en die zich, op die datum, op vijf jaar of meer bevinden van het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van eenenvijftig jaar bereiken, ambtshalve op rust gesteld op het einde van het trimester tijdens hetwelk zij de volle leeftijd hebben bereikt van eenenvijftig jaar, vermeerderd met het aantal volledige jaren dat hen, op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling scheidt van het einde van het trimester tijdens hetwelk zij zich op vijf jaar zullen bevinden van de leeftijd van eenenvijftig jaar.
  Het eerste lid is niet van toepassing indien de overeenkomstig dat lid vastgestelde leeftijdsgrens de in artikel 1 bedoelde leeftijdsgrens bereikt of overschrijdt. ".

Art.9. Artikel 3bis van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 juni 1999, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 3bis. § 1. In afwijking van de artikelen 1 en 1bis worden de militairen beneden de rang van officier die op 1 oktober 1998 tot het gebrevetteerd varend personeel van de luchtmacht behoorden en op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling in dienst zijn, ambtshalve op rust gesteld op het einde van het trimester waarin zij de volle leeftijd van vijfenveertig jaar hebben bereikt indien zij zich, op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling, op minder dan vijf jaar bevinden van het einde van het trimester waarin zij de leeftijdsgrens van vijfenveertig jaar bereiken.
  § 2. In afwijking van de artikelen 1 en 1bis worden de militairen beneden de rang van officier die op 1 oktober 1998 tot het gebrevetteerd varend personeel van de luchtmacht behoorden en op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling in dienst zijn en die zich, op die datum, op vijf jaar of meer bevinden van het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van vijfenveertig jaar bereiken, ambtshalve op rust gesteld op het einde van het trimester tijdens hetwelk zij de volle leeftijd hebben bereikt van vijfenveertig jaar, vermeerderd met het aantal volledige jaren dat hen, op de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling, scheidt van het einde van het trimester tijdens hetwelk zij zich op vijf jaar zullen bevinden van de leeftijd van vijfenveertig jaar.
  Het eerste lid is niet van toepassing indien de overeenkomstig dat lid vastgestelde leeftijdsgrens de in artikel 1 bedoelde leeftijdsgrens bereikt of overschrijdt. ".

Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3ter ingevoegd, luidende :
  " Artikel 3ter. In afwijking van de artikelen 1bis en 3bis, hebben de in die bepalingen bedoelde militairen de mogelijkheid om hun loopbaan te verlengen, uiterlijk tot het einde van het trimester tijdens hetwelk zij de volle leeftijd van zesenvijftig jaar hebben bereikt.
  Het eerste lid is niet van toepassing op de militairen die prestaties verrichten in de halftijdse vervroegde uitstapregeling of die in disponibiliteit werden geplaatst. ".

Art.11. Voor de toepassing van artikel 58bis, 3°, van de bij het koninklijk besluit nr. 16020 van 11 augustus 1923 samengeordende wetten op de militaire pensioenen, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, zijn de bedoelde artikelen de artikelen 3 en 3bis van het besluit van de Regent van 6 februari 1950 betreffende de opruststelling van de officieren van de krijgsmacht, en de artikelen 1bis, 3bis en 3ter, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier.

Art.12. Voor de toepassing van artikel 58ter van dezelfde wetten, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, zijn de bedoelde artikelen artikel 3bis van het besluit van de Regent van 6 februari 1950 betreffende de opruststelling van de officieren van de krijgsmacht en artikel 3ter van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier.

Art.13. Dit besluit treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum.
  (NOTA : inwerkingtreding vastgesteld op 01-01-2009 door KB 2009-01-07/32, art. 1, 2°)

Art. 14. Onze Minister van Landsverdediging en Onze Minister van Pensioenen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 14 juni 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Landsverdediging,
  A. FLAHAUT
  De Minister van Pensioenen,
  B. TOBBACK.