Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

31 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Elektronisch bijhouden van het dagboek van ontvangsten.
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Elektronische BTW-aangifte.
Art. 2-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992003823 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Elektronisch bijhouden van het dagboek van ontvangsten.
Artikel 1. In artikel 14, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 2002 en 16 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) in de Nederlandse tekst van 2°, worden de woorden " in de artikelen 2, 3, 6 en 11 bedoelde facturen en stukken " vervangen door de woorden " facturen en de stukken bedoeld in de artikelen 2, 3, 6 en 11 ";
  b) 3° wordt vervangen als volgt :
  " 3° een dagboek per bedrijfszetel waarin zij de ontvangsten inschrijven met betrekking tot de handelingen waarvoor zij niet verplicht zijn een factuur uit te reiken en waarvoor zij geen factuur hebben uitgereikt.
  Dit dagboek kan op papier worden gehouden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 15, § 1, tweede en derde lid, of op elektronische wijze overeenkomstig de modaliteiten bepaald door of vanwege de Minister van Financiën.
  Het dagboek van ontvangsten met betrekking tot de in de bedrijfszetel verrichte handelingen alsook de verantwoordingsstukken bedoeld in artikel 15, § 2, die erop betrekking hebben met inbegrip van, in voorkomend geval, de in artikel 22 bedoelde dubbels van de rekeningen of van de ontvangstbewijzen, dienen zich op die bedrijfszetel te bevinden tot het verstrijken van de derde maand volgend op die waarin het genoemd dagboek werd afgesloten. Indien het dagboek van ontvangsten op elektronische wijze wordt gehouden, dient het binnen voornoemde periode elektronisch toegankelijk te zijn op de bedrijfszetel.
  De belastingplichtigen die over meerdere bedrijfszetels beschikken moeten bovendien een centralisatiedagboek bijhouden waarin zij op het einde van elke aangifteperiode, per tarief, het totaalbedrag van de ontvangsten inschrijven van dat tijdvak, ingeschreven in de verschillende dagboeken van ontvangsten. Dit centralisatiedagboek kan op papier worden gehouden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 15, § 1, tweede en derde lid, of door middel van geïnformatiseerde systemen overeenkomstig de modaliteiten bepaald door of vanwege de Minister van Financiën. "

HOOFDSTUK 2. - Elektronische BTW-aangifte.
Art.2. In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1994, 16 december 1998, 20 juli 2000, 21 juni 2001, 5 september 2001, 2 april 2002, 15 juli 2003, 16 februari 2004 en 23 augustus 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de §§ 4 en 5 worden de §§ 6 en 7;
  2° een § 4 en een § 5 worden ingevoegd, luidende :
  " § 4. De belastingplichtigen gehouden tot het indienen van de aangifte bedoeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek moeten deze aangifte langs elektronische weg indienen.
  § 5. De belastingplichtigen bedoeld onder § 4, zijn vrijgesteld van de verplichting tot indiening langs elektronische weg zolang zij en in voorkomend geval de persoon die gemachtigd is de bedoelde aangiften namens hen in te dienen, niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken om aan deze verplichting te voldoen.
  De toepassingsmodaliteiten van het eerste lid worden geregeld door of vanwege de Minister van Financiën. "
  3° § 6 wordt vervangen als volgt :
  " § 6. De belastingplichtigen gehouden tot het indienen van de in de §§ 1 en 2 bedoelde aangiften :
  a) die deze aangiften niet langs elektronische weg indienen, moeten gebruik maken van de formulieren die hen worden verstrekt door de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft en waarvan het model voorkomt op de bijlage I bij dit besluit wat betreft de aangifte bedoeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek en op de bijlage III wat betreft de aangifte bedoeld in artikel 53ter, 1°, van het Wetboek. De omschrijving van de roosters van de aangifte waarvan het model voorkomt in de genoemde bijlage I, maakt het voorwerp uit van de bijlage II bij dit besluit.
  Zij mogen evenwel, onder de door of vanwege de Minister van Financiën gestelde voorwaarden, gebruik maken van aangifteformulieren die speciaal ontworpen zijn om te worden ingevuld aan de hand van een procédé waarbij geïnformatiseerde of mechanografische technieken worden aangewend en waarvan de modellen worden bepaald door dezelfde administratie;
  b) die deze aangiften langs elektronische weg indienen, moeten onder de door of vanwege de Minister van Financiën gestelde voorwaarden, dezelfde gegevens overdragen als die bevat in de onder a) bedoelde aangifte. "

Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  In afwijking van het eerste lid, treedt artikel 2, 2°, van dit ontwerp in werking :
  a) op 1 juli 2007 voor de belastingplichtigen waarvan de jaaromzet voor het kalenderjaar 2005, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, voor hun volledige economische activiteit meer bedraagt dan 50.000.000 EUR;
  b) op 1 februari 2008 voor de niet onder a) bedoelde belastingplichtigen die gehouden zijn tot de maandelijkse indiening van de aangifte;
  c) op 1 april 2009 voor de niet onder a) bedoelde belastingplichtigen die gehouden zijn tot de driemaandelijkse indiening van de aangifte.

Art. 4. Onze Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 31 januari 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  D. REYNDERS.