Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

1 MEI 2006. - Koninklijk besluit betreffende de integratie van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden in de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.



Inhoudstafel:

Afdeling I. - De opdrachten van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden.
Art. 1-2
Afdeling II. - Het Personeel.
Art. 3-5
Afdeling III. - Roerend en onroerend vermogen.
Art. 6-7
Afdeling IV. - Eindbepalingen.
Art. 8-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Afdeling I. - De opdrachten van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden.
Artikel 1. De opdrachten van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden, hierna "het Instituut" genoemd, bedoeld in artikel 120 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, worden geïntegreerd in de opdrachten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
  Deze opdrachten zijn het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de ruime zin van het woord, door op eigen initiatief of op vraag wetenschappelijk onderzoek uit te voeren, op te volgen of te valoriseren ten dienste van het arbeidsmilieu.

Art.2. De opdrachten van de Stuurgroep, bedoeld in artikel 122 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, worden overgenomen door de nationale adviserende Raad voor de bevordering van de arbeid ingesteld bij het koninklijk besluit van 16 februari 1970 betreffende de oprichting van een nationale adviserende Raad en provinciale comités voor de bevordering van de arbeid.

Afdeling II. - Het Personeel.
Art.3. De contractuele personeelsleden in dienst van het Instituut op 2 augustus 2002 worden in dezelfde hoedanigheid overgenomen door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Zij behouden, ten persoonlijke titel, het voordeel van hun weddenschaal zoals vermeld in hun arbeidsovereenkomst en hun weddenanciënniteit. De overname verleent geen enkel recht op een statutaire benoeming.

Art.4. De in artikel 3 bedoelde personeelsleden genieten een compensatietoelage.
  Deze compensatietoelage bestaat uit twee luiken :
  Luik 1 van deze toelage omvat een indexanticipatie gelijk aan 3,88 % van de maandelijkse niet-geïndexeerde brutowedde. Het personeelslid bezoldigd in de schaal 16/A is uitgesloten van dit luik. Dit luik wordt maandelijks samen met de maandbezoldiging uitbetaald.
  Luik 2 van deze toelage omvat een jaarlijkse toelage die overeenkomt met het verschil tussen de geïndexeerde maandwedde van de maand september verminderd met het bedrag van de eindejaarstoelage. De betaling ervan geschiedt in de loop van de maand december

Art.5. § 1. De Belgische Staat neemt de lasten op zich die gepaard gaan met de patronale verplichtingen naar aanleiding van het groepsverzekeringscontract afgesloten met de N.V. Belgische Nationale Assurantiekas (ASSUBEL), thans " AGF Belgium Insurance " op 30 december 1963.
  § 2. De Belgische Staat neemt de lasten op zich die gepaard gaan met de patronale verplichtingen naar aanleiding van het collectieve verzekeringscontract "ziekte en ongevallen" afgesloten met de N.V. Belgische Nationale Assurantiekas (ASSUBEL), thans " AGF Belgium Insurance " op 30 september 1970.

Afdeling III. - Roerend en onroerend vermogen.
Art.6. Het bedrag van het reservefonds voorzien in artikel 124 van voornoemde wet van 20 juli 1991 en de financiële tegoeden van het Instituut worden overgedragen aan de Schatkist.
  Het roerend vermogen van het Instituut wordt overgedragen aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Art.7. Alle resterende activa en passiva van het Instituut worden van rechtswege aan de Staat overgedragen, met inbegrip van de rechten en de verplichtingen voortvloeiend uit de lopende contracten of uit lopende en toekomstige gerechtelijke procedures.
  De Regie der Gebouwen neemt het beheer over, in naam en voor rekening van de Staat, van het gebouw gelegen te Elsene, Eendrachtstraat 58-60, gekadastreerd sectie A, nrs. 350L7-350B9-350H9-350G7, waarvan het Instituut eigenaar was.

Afdeling IV. - Eindbepalingen.
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Art. 9. Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 1 mei 2006.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS
  De Minister van Begroting,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
  De Minister van Werk,
  P. VANVELTHOVEN.