26 JANUARI 2006. - Ministerieel besluit houdende de tijdelijke erkenning van de procedure van monsterneming voor dopingcontrole van de Women's Tennis Association en van een controlelaboratorium in het kader van de medisch verantwoorde sportbeoefening.
Art. 1-6
Artikel 1. De procedure van monsterneming voor dopingcontroles, uitgevoerd overeenkomstig de reglementering van de Women's Tennis Association (WTA), wordt erkend als gelijkwaardig met de bepalingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 1991 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, mits inachtname van de procedurevoorschriften vermeld in artikel 3.
Art.2. De in artikel 1 vermelde gelijkwaardigheid geldt enkel voor de monsternemingen, uitgevoerd tijdens het tennistoernooi Proximus Diamond Games, dat plaatsvindt in Antwerpen van 10 februari 2006 tot en met 19 februari 2006.
Art.3. De dopingcontrole moet worden uitgevoerd door een controlearts die erkend is door de Vlaamse minister, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening.
Een kopie van elk proces-verbaal van monsterneming, met vermelding van de gebruikte codes, moet onmiddellijk na het toernooi gestuurd worden naar de administratie Gezondheidszorg van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Een kopie van elk analyseverslag van het erkende laboratorium moet binnen acht dagen na de opmaak van het analyseverslag gestuurd worden naar de administratie Gezondheidszorg van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art.4. Voor de analyse van de monsters, genomen tijdens het in artikel 2 vermelde toernooi, wordt het volgende laboratorium erkend : Laboratoire de contrôle du dopage, INRS - Institut Armand-Frappier-Santé, Boulevard Hymus 245, Pointe-Claire, Québec, Canada.
Art.5. De mogelijkheid bestaat om binnen zestig dagen na de betekening van dit besluit een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging en/of een verzoek tot nietigverklaring van dit besluit in te dienen bij de Raad van State. Die beroepen moeten in dat geval ingeleid worden door een gedagtekend verzoekschrift dat door de beroeper of door een advocaat ondertekend moet zijn. De verzoekschriften moeten per aangetekende brief verstuurd worden aan de Eerste Voorzitter van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 in 1040 Brussel.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 10 februari 2006.
Brussel, 26 januari 2006.
De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel,
B. ANCIAUX.