4 MEI 2006. - Besluit van de regering betreffende de raad van beroep voor de autonome hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap (VERTALING).
Aantal werkende en plaatsvervangende leden.
Art. 1
Duur van de mandaten.
Art. 2-3
Secretaris en adjunct-secretaris.
Art. 4
Vergoedingen.
Art. 5
Huishoudelijk reglement.
Art. 6
Uitvoering.
Art. 7
Inwerkingtreding.
Art. 8
Aantal werkende en plaatsvervangende leden.
Artikel 1. Het aantal werkende en plaatsvervangende leden van de raad van beroep vermeld in artikel 5.62, § 1, 1°, wordt voor elke categorie op 3 vastgelegd.
Duur van de mandaten.
Art.2. § 1. Het mandaat van de voorzitter, van de plaatsvervangende voorzitters en van de werkende en plaatsvervangende leden duurt 5 jaar. Het is hernieuwbaar.
§ 2. Het mandaat van de voorzitter, van de plaatsvervangende voorzitters en van de werkende en plaatsvervangende leden neemt voortijdig een einde in geval van :
1° ontslagneming,
2° overlijden.
Het mandaat van een werkend of plaatsvervangend lid neemt ook een einde wanneer de inrichtende machten of de vakorganisaties die ditzelfde lid hebben voorgesteld om vervanging vragen.
Het plaatsvervangend lid beëindigt het mandaat. Er wordt een nieuw plaatsvervangend lid benoemd.
Verdeling van de mandaten die aan de vakorganisaties toekomen.
Art.3. De verdeling van de mandaten die aan de vakorganisaties toekomen, gebeurt in overeenstemming tussen deze organisaties.
Bij gebrek aan overeenstemming beslist de Regering, waarbij elke organisatie ten minste één mandaat toegekend wordt.
Secretaris en adjunct-secretaris.
Art.4. De Regering wijst de secretaris en de adjunct-secretaris aan onder de ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
Vergoedingen.
Art.5. De voorzitter of plaatsvervangende voorzitter alsmede alle leden van de raad verkrijgen, per zitting, een reiskostenvergoeding, toegekend overeenkomstig artikel 2 van het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap.
De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter verkrijgen per zitting een presentiegeld van 37 euro.
Huishoudelijk reglement.
Art.6. Binnen 30 dagen na de eerste benoeming van zijn leden maakt de raad een huishoudelijk reglement op dat hij ter goedkeuring aan de Regering voorlegt.
Uitvoering.
Art.7. De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Inwerkingtreding.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Eupen, 4 mei 2006.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Lokale Besturen,
K.-H. LAMBERTZ
De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek,
O. PAASCH.