22 JUNI 2006. - Koninklijk besluit dat aan de Federale Investeringsmaatschappij een missie toevertrouwt overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen.
Art. 1-4
Artikel 1. Met toepassing van artikel 2, § 3, tweede lid, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen, wordt de Federale Investeringsmaatschappij ermee belast zelf een dochtermaatschappij op te richten gespecialiseerd in de creatie en ontwikkeling van nieuwe, potentieel rendabele bedrijven ter ondersteuning van de activering van innovatieve ideeën.
Die dochtermaatschappij moet de vorm hebben van een naamloze vennootschap en zal het " Ideeënfonds " worden genoemd.
Art.2. Het startkapitaal van het Ideeënfonds bedraagt twee miljoen euro. Dat kapitaal zal in verschillende schijven worden vrijgemaakt. Het bedrag van een miljoen euro zal bij de oprichting worden vrijgemaakt. Het saldo zal aan het Ideeënfonds worden gestort, na verzoek van zijn raad van bestuur, en van zodra de FIM in het bezit komt van de gevraagde fondsen.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Economie en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven zijn elk wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juni 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
De Minister van Begroting,
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Economie,
M. VERWILGHEN
De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
B. TUYBENS.