1 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau.
Art. 1-4
Selectieprocedure.
Art. 5-6
Geldelijk statuut.
Art. 7-8
Artikel 1. Onverminderd de toepassing van de bepalingen van dit koninklijk besluit zijn de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut en het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het geldelijke statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, van toepassing op de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal.
Zij worden gelijkgesteld met een leidend en een adjunct-leidend ambtenaar.
Art.2. De betrekkingen van directeur-generaal en adjunct-directeur-generaal worden vacant verklaard door de raad van bestuur. Deze laatste doet een oproep tot de kandidaten via een publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Deze publicatie vermeldt onder meer de vacante betrekking, de overheid waarbij en de termijn binnen dewelke de kandidatuur moet worden ingediend, de algemene voorwaarden die vereist zijn om te worden benoemd, alsook de taken die deel uitmaken van de toe te wijzen betrekking.
Art.3. Om in de betrekking van directeur-generaal of adjunct- directeur-generaal te worden benoemd, moet men :
1°) Belg zijn;
2°) zijn/haar gedrag moet beantwoorden aan de vereisten van de functie;
3°) zijn/haar burgerlijke en politieke rechten genieten;
4°) aan de wetten op de militie hebben voldaan;
5°) houder zijn van een basisdiploma van de tweede cyclus van universitair onderwijs of van onderwijs van het lange type of houder zijn van een graad van niveau A of benoemd zijn in een vakklasse van niveau A;
6°) 12 jaar nuttige beroepservaring hebben in het domein van de landbouw of voedingsindustrie gestaafd met de nodige bewijzen.
Art.4. De kandidaten worden op basis van de volgende criteria geëvalueerd :
1°) een uitgesproken capaciteit om een organisatie te leiden, zowel op strategisch vlak als op het vlak van het interne bestuur, en om de opdrachten van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau te vervullen;
2°) communicatievaardig zijn en in staat zijn nauwe professionele banden te onderhouden met alle deelnemende partijen;
3°) in staat zijn een ploeg te leiden en te motiveren in een nationale en Europese context;
4°) ervaring met het beheer van human resources binnen een organisatie;
5°) een goede kennis hebben van de instellingen en het beleid van de Gemeenschap met betrekking tot de activiteiten van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau met inbegrip van een diepgaande kennis van de landbouwregelgeving van de Europese Gemeenschap;
6°) ervaring inzake financieel beheer hebben, door over kennis te beschikken van de werkingsregels van een betaalorgaan in de zin van de regelgeving van de Europese Gemeenschap met betrekking tot de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;
7°) een goede kennis hebben van de administratieve en budgettaire praktijken in de openbare sector.
Selectieprocedure.
Art.5. § 1. De raad van bestuur gaat over tot de benoeming van de directeur-generaal en van de adjunct-directeur-generaal na het advies van een selectiecomité.
§ 2. De leden van dit selectiecomité worden aangewezen door de raad van bestuur.
§ 3. Binnen het selectiecomité wordt de taalpariteit nageleefd.
§ 4. De secretaris of een lid van dit selectiecomité zal het bewijs leveren van zijn kennis van het Frans of het Nederlands overeenkomstig de bepalingen van artikel 43, § 3, 3°, van de gecoördineerde wet van 18 juli 1966 op het gebruik van talen in bestuurszaken.
Art.6. Geen enkel lid van de raad van bestuur, het bestendig comité of het selectiecomité mag deelnemen aan de beraadslaging of stemming tijdens de selectieprocedure zodra de oproep tot de kandidaten is gedaan en hij of zij kandida(a)t(e) is.
Geldelijk statuut.
Art.7. De directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal krijgen respectievelijk de weddenschalen A 51 en A 42.
Art. 8. Onze Minister van Middenstand en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 mei 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Middenstand en Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE.