23 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit betreffende de samenstelling van de Ethische Commissie voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische communicatienetwerken.
Art. 1-3
Artikel 1. De Ethische Commissie voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische communicatienetwerken, hierna : " de Ethische Commissie voor de telecommunicatie " genoemd, is samengesteld uit de volgende leden :
1° een voorzitter;
2° twee leden, die de gezinsbelangen vertegenwoordigen, aangewezen door de Minister;
3° een lid, aangewezen door de Minister bevoegd voor Justitie;
4° een lid, aangewezen door de Minister bevoegd voor Economie;
5° een lid, aangewezen door de Minister bevoegd voor Consumentenzaken;
6° een lid, aangewezen door de minister.
De Ethische Commissie voor de telecommunicatie telt, buiten de voorzitter, evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden.
Art.2. § 1. De leden van de Ethische Commissie voor de telecommunicatie worden benoemd door de minister. Hun mandaat is hernieuwbaar.
Behalve ingeval van afzetting, zoals bedoeld in § 3, blijven de leden van de Ethische Commissie voor de telecommunicatie in functie na afloop van hun mandaat zolang niet in hun vervanging is voorzien.
Voor elk van de leden kan een plaatsvervangend lid worden benoemd.
De leden kiezen onderling een plaatsvervangend voorzitter.
§ 2. De leden van de Ethische Commissie voor de telecommunicatie worden benoemd op grond van hun bekwaamheid, hun integriteit en hun onafhankelijkheid. Die voorwaarden dienen vervuld te blijven tijdens de hele duur van hun mandaat.
De voorzitter wordt bovendien benoemd op grond van zijn deskundigheid inzake de telecommunicatie.
De leden van de Ethische Commissie voor de telecommunicatie mogen geen enkel belang hebben in de ondernemingen die betalende diensten via elektronische -communicatienetwerken of elektronische- communicatienetwerken aanbieden, noch voor deze ondernemingen enige functie uitoefenen of enige dienst verrichten. Die voorwaarde dient vervuld te blijven gedurende de hele duur van het mandaat.
§ 3. De leden van de Ethische Commissie voor de telecommunicatie kunnen door de minister afgezet worden wegens het niet naleven van de bepalingen van § 2.
De afzetting kan slechts plaatsvinden, na de betrokkene gehoord te hebben en na overleg met de instantie die de betrokkene heeft aangewezen.
Art. 3. Onze Minister bevoegd voor Begroting en Consumentenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 januari 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting en Consumentenzaken,
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Economie,
M. VERWILGHEN.