21 OKTOBER 2005. - Decreet tot wijziging van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 juli 1996 houdende de erkenning van instellingen die bemiddelen bij schulden (VERTALING).
Art. 1-5
Artikel 1. Onderhavig decreet regelt een in artikel 128 van de Grondwet bedoelde materie, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 2 van het decreet van 18 juli 1996 tot organisatie van de erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling, worden de woorden "overeenkomstig de wet van 12. juni 1991 betreffende het verbruikskrediet" geschrapt.
Art.3. Artikel 3, 2° van het decreet van 18 juli 1996 tot organisatie van de instellingen voor schuldbemiddeling wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 2° "Schuldbemiddeling" : het presteren van diensten, met uitzondering van het sluiten van een kredietovereenkomst, met het oog op preventieve en/of curatieve hulp aan personen met zware schulden, dit wil zeggen, aan fysieke personen die met financiële problemen kampen of zich in de onmogelijkheid bevinden om te voldoen aan hun schulden die opeisbaar zijn of op het punt staan te vervallen.
Schuldbemiddeling heeft tot doel, een duurzame oplossing te vinden voor het zware schuldprobleem van de schuldenaar. Zij streeft ernaar, menswaardige leefomstandigheden te verzekeren door hem te helpen om in de mate van het mogelijke zijn verbintenissen met de schuldeisers na te komen. De bemiddeling streeft er tenslotte eveneens naar, de schuldenaar verantwoordelijk te maken door hem de instrumenten te verstrekken voor een "autonoom" budgettair beheer.
Art.4. Artikel 6, § 1, 5°, van het decreet van 18 juli 1996 tot organisatie van de erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling wordt ingetrokken.
Art. 5. Onderhavig decreet treedt in werking op 1 januari 2006.
Brussel, 21 oktober 2005.
B. CEREXHE,
De Minister-Voorzitter van het College
Ch. PICQUE,
Lid van het College
Mevr. E. HUYTEBROECK,
Lid van het College
Mevr. F. DUPUIS,
Lid van het College
E. KIR,
Lid van het College.