Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

30 NOVEMBER 2005. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 oktober 1998 tot vaststelling van de voorschriften betreffende de biologische productie in de dierlijke sector.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998016309 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de bijlage bij het ministerieel besluit van 30 oktober 1998 tot vaststelling van de voorschriften betreffende de biologische productie in de dierlijke sector wordt hoofdstuk II, punt 4.1, vervangen door wat volgt :
  " 4.1 Overeenkomstig de afwijking, vermeld in punt 4.8 van bijlage I.B van de Verordening, zijn de volgende voorschriften van toepassing :
  1° het maximaal toegestane percentage gangbare voedermiddelen in het dagrantsoen bedraagt 15 % voor herbivoren, 10 % voor slakken, en 20 % voor andere diersoorten;
  2° buiten de gangbare voedermiddelen die geproduceerd werden op de in omschakeling zijnde percelen die op basis van een duurzaam contract onder het beheer van het eigen bedrijf gebracht worden, is het gebruik in Vlaanderen van de in bijlage II, deel C, punt C1 en C2, van de Verordening vermelde gangbare voedermiddelen toegestaan voor voedermiddelen waarvan is vastgesteld dat er een onvoldoende hoeveelheid, afkomstig van de biologische productiemethode, beschikbaar is.
  De Vlaamse administratie, bevoegd voor de normering en de controle op de biologische productiemethode, houdt een lijst bij van de voedermiddelen die voorkomen in bijlage II, deel C, punt C1 en C2, en die, geproduceerd volgens de biologische productiemethode, in onvoldoende mate beschikbaar zijn. Bij de opmaak van die lijst zal tevens rekening gehouden worden met het risico op het vinden van residu's van niet-toegestane producten in de biologische productiemethode.
  Als een marktdeelnemer een gangbaar voedermiddel wil gebruiken dat niet terug te vinden is op die lijst, dan is het de verantwoordelijkheid van de marktdeelnemer om ten behoeve van zijn controleorgaan aan te tonen dat hij niet in staat is om datzelfde voedermiddel in voldoende hoeveelheid, geproduceerd volgens de biologische productiemethode, aan te schaffen;
  3° het binnenbrengen van gangbaar dierenvoeder in de biologische productieketen is alleen toegestaan onder de vorm van mono-ingrediënten bij een aan de controle onderworpen marktdeelnemer. "

Art.2. In de bijlage bij hetzelfde ministerieel besluit wordt hoofdstuk II, punt 8.9, vervangen door wat volgt :
  " 8.9 Voor het toekennen van de afwijkingen, vermeld in punt 8.5.1 van bijlage I.B. van de Verordening, zijn de volgende regels van toepassing :
  1° een afwijking van de eisen, vastgesteld in punt 8.3.1, is voor alle zoogdieren, behalve voor varkens, niet van toepassing in Vlaanderen;
  2° een afwijking van de eisen, vastgesteld in punt 8.4.5, is niet van toepassing in Vlaanderen;
  3° de afwijking wordt door de Vlaamse administratie, bevoegd voor de normering en de controle op de biologische productiemethode, op voorstel van het controleorgaan, geval per geval toegekend;
  4° de afwijking geldt voor een of meer welbepaalde voorschriften voor de zo kort mogelijke duur die noodzakelijk geacht wordt om de vermelde voorschriften na te leven;
  5° de duur van de afwijking kan in elk geval niet meer dan vijf jaar bedragen. "

Art.3. In de bijlage bij hetzelfde ministerieel besluit wordt hoofdstuk III opgeheven.

Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2005.
  Brussel, 30 november 2005.
  De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,
  Y. LETERME.