17 SEPTEMBER 2005. - Wet houdende instemming met het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen, en met de Bijlagen A, B, C, D, E en F, gedaan te Stockholm op 22 mei 2001.
Art. 1-2
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art.2. Het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen, en de Bijlagen A, B, C, D, E en F, gedaan te Stockholm op 22 mei 2001, zullen volkomen gevolg hebben.
De wijzigingen van de Bijlagen bij het Verdrag of de nieuwe Bijlagen toegevoegd aan het Verdrag die met toepassing van artikel 22 van het Verdrag aangenomen worden, zonder dat België zich tegen de aanneming ervan verzet, zullen volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 17 september 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Zaken,
K. DE GUCHT
De Minister van Economie en Wetenschapsbeleid,
M. VERWILGHEN
De Minister van Volksgezondheid,
R. DEMOTTE
De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE
De Minister van Ontwikkelingssamenwerking,
A. DE DECKER
De Minister van Mobiliteit,
R. LANDUYT
De Minister van Leefmilieu,
B. TOBBACK
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
BIJLAGE.
Art. N. Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen, gedaan te Stockholm op 22 mei 2001.
(Voor het Verdrag, zie 2001-05-22/47).