11 MEI 2005. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lid-Staten van de Europese Unie, gedaan te Brussel op 29 mei 2000 en het Protocol vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lid-Staten van de Europese Unie, gedaan te Luxemburg op 16 oktober 2001.
Art. 1-3
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art.2. De Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lid-Staten van de Europese Unie, gedaan te Brussel op 29 mei 2000, zal volkomen gevolg hebben.
Art.3. Het Protocol vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lid-Staten van de Europese Unie, gedaan te Luxemburg op 16 oktober 2001, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 11 mei 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Zaken,
K. DE GUCHT
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
BIJLAGEN.
Art. N1. Overeenkomst door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lid-Staten van de Europese Unie, gedaan te Brussel op 29 mei 2000.
(Voor de Overeenkomst, zie 2000-05-29/37).
Art. N2. Protocol vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lid-Staten van de Europese Unie, gedaan te Luxemburg op 16 oktober 2001.
(Voor het Protocol, zie 2001-10-16/43).