Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

22 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2000 tot vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2000011137 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 maart 2000 tot vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 november 2003, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 2. De benzines voor motorvoertuigen die op de markt gebracht worden, worden ingedeeld in twee types :
  1° de ongelode benzines : benzine waarvan de verontreiniging door loodverbindingen uitgedrukt in lood, niet meer bedraagt dan 0,005 g Pb/l, met de volgende benamingen :
  a) Ongelode benzine 95 RON;
  b) ongelode benzine 98 RON.
  De ongelode benzines met een zwavelgehalte van maximaal 10 mg/kg, moeten uiterlijk op 1 januari 2005 op een verantwoord evenwichtig gespreide geografische basis beschikbaar zijn op het Belgisch grondgebied.
  Vanaf 1 januari 2009 mag enkel dit type benzine op de markt gebracht worden.
  2° de gelode benzine : benzine overeenkomstig alle parameters van de norm NBN EN 228 met uitzondering van het loodgehalte dat niet meer mag bedragen dan 0,15 g/l. "

Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. Onze Minister van Economie en Energie, Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Middenstand, Onze Minister van Consumentenzaken en Onze Minister van Leefmilieu, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 22 februari 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Economie en Energie,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Volksgezondheid,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Middenstand,
  Mevr. S. LARUELLE
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
  De Minister van Leefmilieu,
  B. TOBBACK.