Details





Titel:

9 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit waarbij een maandelijkse statistiek van het goederenverkeer tussen België en de andere lid-Staten van de Europese Unie wordt voorgeschreven. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-01-2005 en tekstbijwerking tot 03-11-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993011437 



Uitvoeringsbesluit(en):

2006011017  2010011077  2014011582  2022042291 



Artikels:

Artikel 1. De Nationale Bank van België verzamelt de gegevens die betrekking hebben op het goederenverkeer tussen België en de andere lid-Staten van de Europese Unie en maakt een maandelijkse statistiek op van dit verkeer, overeenkomstig de opdracht die haar is toevertrouwd door het Instituut voor de Nationale Rekeningen krachtens de artikelen 109, § 3, derde lid en 121 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen.

Art.2. Aan deze statistiek zijn onderworpen, de natuurlijke of rechtspersonen die in België BTW-plichtig zijn en die :
  1° een overeenkomst, anders dan een vervoerovereenkomst, hebben gesloten die tot verzending leidt van goederen naar een andere lid-Staat of levering van goederen uit een andere lid-Staat, of, bij gebreke hiervan.
  2° goederen verzenden of doen verzenden naar een andere lid-Staat of in ontvangst nemen of doen nemen uit een andere lid-Staat, of bij gebreke hiervan.
  3° in het bezit zijn van goederen die naar een andere lid-Staat worden verzonden of uit een andere lid-Staat worden geleverd.

Art.3. De informatieplichtige geeft volgende goederenbewegingen aan :
  1° aankomsten en verzendingen, welke bepaald zijn in de Europese verordeningen betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lid-Staten en
  2° aankomsten en verzendingen na herstelling of onderhoud.

Art.4.§ 1. [1 De informatieplichtige deelt voor de goederenbewegingen bedoeld in artikel 3, 1°, aan de Nationale Bank van België de gegevens mee die voor deze bewegingen moeten worden ingezameld door de lidstaten overeenkomstig Verordening (EU) 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende Europese bedrijfsstatistieken en tot intrekking van tien rechtshandelingen op het gebied van bedrijfsstatistieken, alsook overeenkomstig de gedelegeerde handelingen die de Europese Commissie neemt op basis van die verordening.
   De informatieplichtige deelt daarbij de wijze van vervoer en de leveringsvoorwaarden mee voor deze goederenbewegingen.]1
  § 2. De informatieplichtige deelt voor de aankomsten en de verzendingen bedoeld in artikel 3, 2°, de volgende gegevens mee :
  1° de goederencode 9945.0000;
  2° de lid-Staat van herkomst of van bestemming van de goederen;
  3° de aard van de transactie (code [1 60]1);
  4° de waarde van de herstelling of het onderhoud.
  § 3. De gegevens met betrekking tot de aankomsten en de verzendingen worden afzonderlijk aangegeven.
  ----------
  (1)<KB 2022-09-23/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.5.§ 1. De informatieplichtige wiens jaarlijks bedrag van de verzendingen minder is dan (1.000.000 euro), is vrijgesteld van de aangifte van de verzendingen. <KB 2006-01-11/38, art. 1, 002 ; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  § 2. De informatieplichtige wiens jaarlijks bedrag van de verzendingen gelijk is aan of meer is dan (1.000.000 euro) en minder is dan 25.000.000 euro, is ervan vrijgesteld [1 voor de verzendingen de leveringsvoorwaarden en de wijze van vervoer]1, in de aangifte op te nemen. <KB 2006-01-11/38, art. 1, 002 ; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  ----------
  (1)<KB 2022-09-23/07, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.6.§ 1. De informatieplichtige wiens jaarlijks bedrag van de aankomsten minder is dan [1 1.500.000 euros]1, is vrijgesteld van de aangifte van de aankomsten.
  § 2. De informatieplichtige wiens jaarlijks bedrag van de aankomsten gelijk is aan of meer is dan [1 1.500.000 euros]1 en minder is dan 25.000.000 euro, is ervan vrijgesteld [2 voor de aankomsten de leveringsvoorwaarden en de wijze van vervoer]2, in de aangifte op te nemen.
  ----------
  (1)<KB 2014-10-10/01, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
  (2)<KB 2022-09-23/07, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.7. Onverminderd de toepassing van de artikelen 5, § 1, en 6, § 1, is de informatieplichtige er toe gehouden om een "nihil"-aangifte te doen voor de maanden waarin er geen aan te geven goederenbeweging heeft plaatsgevonden.

Art.8. De informatieplichtige bezorgt aan de Nationale Bank van België de gegevens bedoeld in artikel 4 uiterlijk op de twintigste dag van de maand volgend op de referentiemaand.

Art.9. De informatieplichtige bezorgt de gegevens via de transmissiekanalen en volgens de modaliteiten welke bepaald worden door de Nationale Bank van België.

Art.10. § 1. De overdracht van de aangiftes via elektronische weg is verplicht vanaf 1 januari 2007.
  § 2. De aangiftes die vijftien of minder transactielijnen bevatten, kunnen niettemin naar keuze van de informatieplichtige worden overgemaakt via elektronische weg of op papieren drager zoals bepaald door de Nationale Bank van België.

Art.11. Voor de individuele transacties bedoeld in artikel 3, 1°, van minder dan 200 euro, mag de informatieplichtige de te verstrekken informatie beperken tot de volgende gegevens :
  1° de goederencode 9950.0000;
  2° de lid-Staat van herkomst of van bestemming van de goederen;
  3° de waarde van de goederen.
  Deze vrijstelling mag evenwel slechts worden toegepast op voorwaarde dat het totaal van de waarde van de transacties aangegeven met code 9950.0000 minder dan 5 % van de totale waarde van de aangifte bedraagt.

Art.12. Het koninklijk besluit van 14 januari 1993 waarbij een maandelijkse statistiek van het goederenverkeer tussen België en de andere lid-Staten van de Europese Gemeenschap wordt voorgeschreven, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 februari 1995, 4 maart 1998 en 7 februari 2002, wordt opgeheven.

Art.13. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2005.

Art. 14. Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.