22 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2005 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met de bemiddeling en tot uitvoering van artikel 692 van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 1-3
Artikel 1. In titel II van het Algemeen Reglement betreffende de gerechtskosten in strafzaken wordt een artikel 143bis ingevoegd, luidende :
" Art. 143bis. De bemiddelaar, die erkend is door de in artikel 1727 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde commissie, ontvangt voor de in artikel 671, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde prestatie een ereloon van 40 EUR per uur en dit ten belope van maximum twintig uur per bemiddeling.
De erkende bemiddelaar ontvangt voor de kosten, bedoeld in artikel 671, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, een forfaitaire vergoeding van 50 EUR per bemiddeling.
Het ereloon en de kosten van de bemiddelaar worden begroot, betaald en, bij voorkomend geval, ingevorderd overeenkomstig dit reglement.
Indien niet alle partijen betrokken bij de bemiddeling genieten van rechtsbijstand, zullen de bedragen beoogd in voorafgaande leden worden verdeeld door het aantal partijen betrokken bij de bemiddeling en vermenigvuldigd met het aantal van de partijen die wel rechtsbijstand genieten. ".
Art.2. Op 30 september 2005 treden in werking :
1° de wet van 21 februari 2005 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met de bemiddeling, met uitzondering van de artikelen 1, 11 en 25 die in werking zijn getreden op de dag van publicatie van deze wet in het Belgisch Staatsblad ;
2° dit besluit.
Art. 3. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 september 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX.