Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

20 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot oprichting van een Commissie Hervorming van het Assisenhof.



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Bij de Federale Overheidsdienst Justitie wordt een Commissie tot hervorming van het Hof van Assisen ingesteld, hierna de Commissie genoemd.

Art.2. De Commissie heeft als taak een voorontwerp van wet en een memorie van toelichting uit te werken over :
  1° de samenstelling van het Hof van Assisen, daaronder begrepen het statuut van de gezworenen en assessoren;
  2° de bevoegdheid van het Hof van Assisen;
  3° de rechtspleging voor het Hof van Assisen;
  4° de in beraadneming;
  5° de motivering van de arresten van het Hof van Assisen;
  6° de indiening van een beroep, beperkt wat het voorwerp ervan betreft, tegen de arresten van het Hof van Assisen;
  7° de verbetering van de rechtspositie van het slachtoffer.
  De Commissie moet op 30 oktober 2005 een eindverslag over haar werkzaamheden bezorgen aan de Minister van Justitie, hierna de Minister genoemd.

Art.3. De Commissie bestaat uit ten hoogste twaalf leden die, door hun vorming of ervaring, een specifieke kennis hebben over het functioneren van een Assisenhof.
  De leden worden aangewezen door de Minister.
  De Minister benoemt uit de leden twee medevoorzitters.

Art.4. De medevoorzitters regelen de werkzaamheden van de Commissie. Zij vertegenwoordigen tevens de Commissie bij de Minister.

Art.5. Het secretariaat van de Commissie wordt verzorgd door het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie.
  Het secretariaat wordt aangewezen door de Minister.

Art.6. § 1. De leden van de Commissie hebben recht op presentiegelden voor hun deelname aan een vergadering van ten minste drie uur.
  In geval de vergaderingen minder dan drie uur duren, wordt het bedrag van het presentiegeld met de helft verminderd.
  § 2. Het bedrag van het presentiegeld wordt vastgesteld als volgt :
  1° Medevoorzitters : 70 euro;
  2° Leden : 60 euro.
  § 3. De leden van de Commissie die de hoedanigheid van rijksambtenaar bezitten of behoren tot een openbare overheid, kunnen slechts aanspraak maken op presentiegelden voor vergaderingen die plaatsvinden buiten de diensturen.

Art.7. De leden van de Commissie en het secretariaat verkrijgen de terugbetaling van hun verplaatsingskosten volgens de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene reglementering inzake de verplaatsingsonkosten.
  Voor de toepassing van dit artikel worden de leden van de commissie gelijkgeschakeld met ambtenaren van klasse A3.

Art.8. De aanvraag tot betaling van het presentiegeld net als de aanvraag tot terugbetaling van verplaatsingskosten wordt, gedagtekend, ondertekend en goedgekeurd door een van de medevoorzitters, in drie exemplaren toegestuurd via het secretariaat aan de Minister van Justitie. Die aanvraag wordt per trimester opgemaakt. In het verzoek wordt melding gemaakt van de hoedanigheid van betrokkene, de datums en duur van de prestaties en desgevallend het traject waarvoor om terugbetaling wordt verzocht.
  Zij eindigt met de woorden : " Ik bevestig op de eer dat deze verklaring echt en volledig is ".

Art.9. In de begroting van de Federale Overheidsdienst Justitie is voorzien in de nodige kredieten voor de werking, inzonderheid de verplaatsingskosten, van de Commissie.

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2005.

Art. 11. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 20 juli 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  Mevr. L. ONKELINX.