Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

27 DECEMBER 2004. - Wet houdende derde aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004.



Inhoudstafel:

Algemene bepalingen
Art. 1-2
Bijzondere bepalingen van de departementen.
Sectie 03. - FOD Budget en Beheerscontrole.
Art. 3
Sectie 04. - FOD Personeel en Organisatie.
Art. 4-6
Sectie 12. - FOD Justitie.
Art. 7-8
Sectie 19. - Regie der Gebouwen.
Art. 9
Sectie 33. - FOD Mobiliteit en Vervoer.
Art. 10
Slotbepaling.
Art. 11
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004003030  2004003290 



Uitvoeringsbesluit(en):

2005003557 



Artikels:

Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.

Art.2. De Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 wordt aangepast :
  1° wat betreft de kredieten ingeschreven voor de Dotaties, overeenkomstig de desbetreffende bij deze wet gevoegde tabel;
  2° wat betreft de kredieten per programma, overeenkomstig de aangepaste totalen van de programma's zoals vermeld in de bij deze wet gevoegde departementale tabellen.

Bijzondere bepalingen van de departementen.
Sectie 03. - FOD Budget en Beheerscontrole.
Art.3. De tekst van artikel 2.03.2 van de wet van 22 december 2003 houdende de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 wordt vervangen door de volgende tekst :
  " Het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 41/1 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de verhuis van verschillende federale overheidsdiensten, het initiatief inzake de verplichting van de schulden van de lage-inkomstenlanden (HIPC en HIPC-trust fund) en andere diverse mag, na het akkoord van de Minister van Begroting, volgens de behoeften worden verdeeld over de passende programma's van de begrotingen van de betrokken departementen door middel van een koninklijk besluit.
  In afwijking van artikel 5, tweede lid, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, mag de verdeling bij koninklijk besluit van dit provisioneel krediet eveneens de financiële Staatstussenkomst ten gunste van de instellingen van openbaar nut verhogen ".

Sectie 04. - FOD Personeel en Organisatie.
Art.4. De tekst van artikel 2.04.3 van diezelfde wet wordt vervangen door de volgende tekst :
  " Het provisioneel krediet ingeschreven onder het programma 31/2 - Opleiding van ambtenaren, en bestemd tot dekking van allerhande uitgaven verbonden aan de opleidingsactiviteiten mag, volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma's van de begrotingen van de verschillende departementen door middel van een koninklijk besluit voorgedragen door de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen.
  In afwijking van artikel 5, tweede lid, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, mag de verdeling bij koninklijk besluit van dit provisioneel krediet eveneens de financiële Staatstussenkomst ten gunste van de instellingen van openbaar nut verhogen ".

Art.5. De tekst van artikel 2.04.6 van diezelfde wet wordt vervangen door de volgende tekst :
  " Het provisioneel krediet ingeschreven onder het programma 31/1 - Personeel en Organisatie, en bestemd tot dekking van de uitgaven verbonden aan de toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met het ontwikkelen van projecten in sommige overheidsdiensten mag, na het akkoord van de Minister van Begroting, volgens de behoeften verdeeld worden over de passende programma's van de begrotingen van de verschillende departementen door middel van de koninklijk besluit.
  In afwijking van artikel 5, tweede lid, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, mag de verdeling bij koninklijk besluit van dit provisioneel krediet eveneens de financiële Staatstussenkomst ten gunste van de instellingen van openbaar nut verhogen ".

Art.6. De Minister van Ambtenarenzaken wordt gemachtigd, binnen het kader van de geschillen, om dadingen te treffen en betalingen te doen aan de Deposito- en Consignatiekas.

Sectie 12. - FOD Justitie.
Art.7. De tekst van artikel 2.12.4 van diezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
  " 4) Toelagen aan openbare instellingen en verenigingen belast met de voogdij van minderjarige vreemdelingen ".

Art.8. In artikel 2.12.5 van diezelfde wet wordt de volgende rubriek ingevoegd :
  " PROGRAMMA 40/2 - DIENST VOOGDIJ MINDERJARIGE VREEMDELINGEN
  Toelagen aan openbare instellingen en verenigingen belast met de voogdij van minderjarige vreemdelingen ".

Sectie 19. - Regie der Gebouwen.
Art.9. Artikel 2.19.4, eerste lid, van de wet van 13 juli 2004 houdende de eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd om uitgaven ten laste te nemen voor de vaste huurlasten van de persoonlijke secretariaten en de beleidsorganen van de ministers en staatssecretarissen die op 1 januari 2004 of op de datum van hun benoeming gehuisvest zijn in Rijksgebouwen of in gehuurde gebouwen, los van hun administratie. Deze uitgaven worden voor de Rijksgebouwen beperkt tot 49.579 euro per minister en 24.789 euro per staatssecretaris en voor de gehuurde gebouwen tot 99.157 euro per minister en 49.579 euro per staatssecretaris. De Minister van Begroting en de Minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen bepalen in gezamenlijk overleg de richtlijnen voor de verdeling en het gebruik van dit krediet.

Sectie 33. - FOD Mobiliteit en Vervoer.
Art.10. De kosten verbonden aan de begeleiding van de verkoop van de participatie van de Belgische Staat in Biac et Belgacom worden gecompenseerd op de ontvangsten van deze verkoop.

Slotbepaling.
Art.11. Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 december 2004.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Begroting,
  J. VANDE LANOTTE
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  Voor de Minister van Justitie, afwezig,
  De Minister van Landsverdediging,
  A. FLAHAUT

BIJLAGE.
Art. N. Tabellen gevoegd bij de wet.
  (Tabellen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 09-02-2005, p. 4082-4170).