17 JUNI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor opvang en opvoedingshulp (VERTALING).
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor opvang en opvoedingshulp, wordt vervangen als volgt :
"Art. 2. De dienst voor opvang en opvoedingshulp, hierna de dienst genoemd, heeft als opdrachten :
1° de collectieve opvang en de opvoeding van jongeren te organiseren die hulp nodig hebben buiten hun familiaal leefmilieu;
2° te zorgen voor de supervisie en de pedagogische en sociale begeleiding van jongeren die zelfstandig gehuisvest zijn;
3° hulpverleningsprogramma's uit te werken met het oog op de wederinschakeling in hun leefmilieu;
4° de jongeren en de gezinnen in moeilijkheden hulp te bieden door sociaal-educatieve acties in het familiaal leefmilieu, uitzonderlijk en alleen, binnen een broeder- en zusterschap, als één of meer leden opgenomen worden door de dienst buiten hun leefmilieu en dat de anderen binnen dat milieu behouden blijven;
De duur van de maatregelen bedoeld in 3° en 4° mag niet zes maanden overschrijden. Een enkele verlenging van zes maanden, behoorlijk gemotiveerd, kan beslist worden na toestemming van het bestuur.
Art.2. Artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : "Dit aantal wordt hoogstens op 60 vastgesteld".
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 5bis. Voor de berekening van het percentage van opname worden gelijkgesteld met aanwezigheidsdagen in de dienst de dagen betreffende de opname, voor een duur van hoogstens dertig dagen, één keer hernieuwbaar, door een andere dienst of instelling bepaald door de beslissingsinstantie. In dat geval verbindt de dienst zich ertoe de jongere na de periode opnieuw op te nemen.
Tijdens dezelfde periode worden de subsidies voor bijzondere kosten toegekend voor de kosten van autonome huisvesting behouden tot het einde van de kalendermaand waarvoor de bovenvermelde periode eindigt".
Art.4. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.5. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.6. De Minister tot wier bevoegdheid de Hulpverlening aan de Jeugd behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 17 juni 2004.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid,
Mevr. N. MARECHAL.