11 JUNI 2004. - [Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van het statuut van de [gewestelijk ontvangers]] <Opschrift gewijzigd door BVR2008-11-14/41, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008> (NOTA : art. 37 en 69 gewijzigd met ingang op een onbepaalde datum bij <BVR2006-02-17/32, art. 1 en 2, 002 ; Inwerkingtreding : onbepaald > (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-08-2004 en tekstbijwerking tot 06-07-2012)
DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN.
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied.
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen.
Art. 2, 2bis, 2ter
DEEL II. - ORGANISATIE EN WERKING.
Art. 3-4
DEEL III. - [1 RECHTEN, PLICHTEN, ONVERENIGBAARHEDEN EN CUMULATIE VAN ACTIVITEITEN.]1
Art. 5-10
DEEL IV. - DE AANWERVING EN DE INDIENSTTREDING VACANTVERKLARING EN MOBILITEIT.
TITEL 1. - VACANTVERKLARING EN MOBILITEIT.
Art. 11-12, 12bis
Titel Ibis. [1 De indiensttreding]1
Art. 12ter
TITEL 2. - DE TOELATINGSVOORWAARDEN.
Art. 13-14
TITEL 3. - DE SELECTIEPROCEDURE.
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen.
Art. 15-19
HOOFDSTUK 2. - De selectie.
Art. 20
HOOFDSTUK 3. - Wervingsreserve.
Art. 21
DEEL V. - DE STAGE EN DE BENOEMING TOT [1gewestelijk ontvanger]1.
HOOFDSTUK 1. - De stage.
Art. 22-30
HOOFDSTUK 2. - De benoeming tot [1gewestelijk ontvanger]1.
Art. 31
DEEL VI. - DE FUNCTIONERINGSEVALUATIE.
HOOFDSTUK 1. - [1 Basisprincipes van de evaluatie.]1
Art. 32
HOOFDSTUK 2. - De evaluator.
Art. 33
HOOFDSTUK 3. - De procedure.
Art. 34-35, 35bis
HOOFDSTUK 4. [1 Beroep tegen de evaluatie " onvoldoende ".]1
Art. 35ter
DEEL VII. - TUCHTREGELING.
TITEL 1. - TUCHTSTRAFFEN.
Art. 36-39
TITEL 2. - TUCHTPROCEDURE.
HOOFDSTUK 1. - De bevoegde overheid.
Art. 40-42
HOOFDSTUK 2. - De procedure.
Art. 43-51
HOOFDSTUK 3. - Algemene kenmerken van de tuchtprocedure.
Art. 52-58
TITEL 3. - DE DOORHALING VAN DE TUCHTSTRAFFEN.
Art. 59-60
DEEL VIII. - SCHORSING IN HET BELANG VAN DE DIENST.
Art. 61-73
DEEL IX. - HET VERLOF EN DE ADMINISTRATIEVE TOESTAND TIJDENS VERLOF.
TITEL 1. - ALGEMENE BEPALINGEN.
Art. 74-79
TITEL 2. - JAARLIJKSE VAKANTIEDAGEN EN FEESTDAGEN.
Art. 80-83
TITEL 3. - [1 BEVALLINGSVERLOF EN OPVANGVERLOF.]1
HOOFDSTUK 1. - [1 Bevallingsverlof.]1
Art. 84-87
HOOFDSTUK 2. - Opvangverlof.
Art. 88-89
TITEL 4. - [1 ZIEKTEVERLOF.]1
Art. 90
TITEL 5. [1 VERLOF VOOR DEELTIJDSE PRESTATIES.]1
Art. 91-94
TITEL 6. - [1 VERLOF VOOR LOOPBAANONDERBREKING.]1
HOOFDSTUK 1. - [1 Algemene bepalingen]1
Art. 95-97
HOOFDSTUK 2. - [1 - Palliatief verlof]1
Art. 98
HOOFDSTUK 3. - [1 - Bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid]1
Art. 99
HOOFDSTUK 4. - [1 Ouderschapsverlof]1
Art. 100
Hoofdstuk 5. [1 - Onderbrekingsuitkeringen]1
Art. 101
Hoofdstuk 6. [1 - Vervanging]1
Art. 102
Hoofdstuk 7. [1 - Loopbaanonderbreking voor contractuele gewestelijk ontvangers]1
Art. 103-105
TITEL 7. - [1 VERLOF VOOR OPDRACHT.]1
HOOFDSTUK 1. - Verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet.
Art. 106-107
HOOFDSTUK 2. - Verlof voor opdracht [1 ...]1.
Art. 108
TITEL 8. [1 DIENSTVRIJSTELLING VOOR VORMING.]1
Art. 109-113
TITEL 9. - [1 OMSTANDIGHEIDSVERLOF.]1
Art. 114
TITEL 10. - [1 POLITIEK VERLOF.]1
Art. 115
TITEL 11. [1 ONBETAALD VERLOF.]1
Art. 116-121
TITEL 12. - [1 VERLOF KRACHTENS FEDERALE BEPALINGEN OF VERPLICHTINGEN.]1
Art. 123
DEEL X. [1 HET VERLIES VAN DE HOEDANIGHEID VAN AMBTENAAR EN DE DEFINITIEVE AMBTSNEERLEGGING.]1
Art. 124-130
DEEL XI. - GELDELIJK STATUUT.
TITEL 1. - BEZOLDIGINGSREGELING.
HOOFDSTUK 1. - De salarisschaal.
Art. 131-132
HOOFDSTUK 2. - Vaststelling van het salaris.
Art. 133
HOOFDSTUK 3. - [1 In aanmerking nemen van diensten en ervaring.]1
Art. 134-135
Afdeling 2. - Aanrekening van deeltijdse diensten.<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 66, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art. 136
Afdeling 3. - Nadere algemene bepalingen voor de aanrekening van vorige diensten en de berekening van het salaris.<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 66, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art. 137-138
HOOFDSTUK 4. - Uitbetaling van het salaris.
Art. 139
HOOFDSTUK 5. - Berekening van het salaris in geval van deeltijdse prestaties.
Art. 140
TITEL 2. - TOELAGEN.
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities.
Art. 141-143
HOOFDSTUK 2. - Vakantiegeld en eindejaarstoelage.
Art. 144-146
HOOFDSTUK 3. [1 - Toelage voor het tijdelijk overnemen van een ander bestuur.]1
Art. 146bis
TITEL 3. - VERGOEDINGEN.
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities.
Art. 147-150
HOOFDSTUK 2. - Vergoeding voor begrafeniskosten.
Art. 151-153
HOOFDSTUK 3. - Reis- en maaltijdvergoeding.
Art. 154-157
HOOFDSTUK 4. <Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 73, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art. 158
HOOFDSTUK 5. [ Dienstverplaatsingen naar de te bedienen besturen met het openbaar vervoer.]1
Art. 158bis
HOOFDSTUK 6. [1 - Forfaitaire tegemoetkoming voor dienstverplaatsingen naar de te bedienen besturen.]1
Art. 158ter, 158quater, 158quinquies, 158sexies
HOOFDSTUK 7. <Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 76, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
Art. 158septies
HOOFDSTUK 8. [1 - Maaltijdcheques.]1
Art. 158octies, 158nonies, 158decies
HOOFDSTUK 9. [1 Rechtsbijstand.]1
Art. 158undecies
DEEL XII. - DE CONTRACTUELE [1 GEWESTELIJK ONTVANGERS]1.
Art. 159, 159bis
DEEL XIII. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 160
DEEL XIV: DE OVERGANGSBEPALINGEN. <ingevoegd bij BVR 2006-02-17/32, art. 22; Inwerkingtreding : 01-03-2006>
Art. 160bis, 160ter, 160quater, 160quater, 160quinquies, 161-162
BIJLAGE.
Art. N
2006035322 2008036367 2009035324 2009035904 2010035260 2012035708 2013035282
DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN.
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied.
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de [1gewestelijk ontvangers]1.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 2°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen.
Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de minister van Binnenlandse Aangelegenheden : het lid van de Vlaamse regering dat bevoegd is voor de Binnenlandse Aangelegenheden;
2° de [2provinciegouverneur]2 : de [2provinciegouverneur]2 van de provincie waar de [1gewestelijk ontvanger]1 benoemd is;
3° de arrondissementscommissaris : de arrondissementscommissaris aan wie de [2provinciegouverneur]2 het gezag over de [1gewestelijk ontvanger]1 heeft toevertrouwd.
[3 4° VPS : het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;
5° de gewestelijk ontvanger : de vastbenoemde gewestelijk ontvanger en de stagiair.]3
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(3)<BVR 2008-11-14/41, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Art. 2bis. [1 Voor de toepassing van het VPS op de gewestelijk ontvanger wordt verstaan onder :
1° de ambtenaar : de vastbenoemde gewestelijk ontvanger en de stagiair;
2° het personeelslid : de vastbenoemde gewestelijk ontvanger, de stagiair en de contractuele gewestelijk ontvanger;
3° het contractueel personeelslid : de contractuele gewestelijk ontvanger;
4° de lijnmanager : de provinciegouverneur, tenzij anders is bepaald;
5° de Vlaamse minister, bevoegd voor bestuurszaken : de minister van Binnenlandse Aangelegenheden, tenzij anders is bepaald en uitgezonderd voor de aanwijzing van het geneeskundig controleorgaan, vermeld in artikel X 18 van het VPS;
6° de functioneel bevoegde Vlaamse minister of de functionele minister : de minister van Binnenlandse Aangelegenheden;
7° de benoemende overheid : de provinciegouverneur, tenzij anders is bepaald;
8° de Vlaamse Gemeenschap, de IVA met rechtspersoonlijkheid, de EVA, de SAR of het Gemeenschapsonderwijs, de diensten van de Vlaamse overheid : het Vlaams Gewest;
9° de ambtenaar op proef, de ambtenaar in proeftijd : de stagiair.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Art. 2ter. [1 De minister van Binnenlandse Aangelegenheden stelt het arbeidsreglement voor de gewestelijk ontvangers vast.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
DEEL II. - ORGANISATIE EN WERKING.
Art.3.De [2provinciegouverneur]2 duidt de arrondissementscommissaris aan die het hiërarchisch gezag over de [1gewestelijk ontvanger]1 uitoefent.
De arrondissementscommissaris rapporteert op geregelde tijdstippen over de organisatie en werking van de [1gewestelijk ontvanger]1 aan de [2provinciegouverneur]2.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.4.Bij tijdelijke afwezigheid van een [1gewestelijk ontvanger]1 kan de [2provinciegouverneur]2, op voorstel van de arrondissementscommissaris, een waarnemende [1gewestelijk ontvanger]1 aanduiden. Deze waarnemende [1gewestelijk ontvanger]1 dient te voldoen aan de toelatingsvoorwaarden zoals bepaald in deel IV van dit statuut.
De waarnemende [1gewestelijk ontvanger]1 geniet dezelfde bezoldigingsregeling als de effectieve [1gewestelijk ontvanger]1.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
DEEL III. - [1 RECHTEN, PLICHTEN, ONVERENIGBAARHEDEN EN CUMULATIE VAN ACTIVITEITEN.]1
----------
(1)
Art.5.[3 De bepalingen van deel II van het VPS, met uitzondering van artikel II 3, II 4 en II 7, § 2, zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, op voorwaarde van de volgende aanpassingen :
1° in artikel II 1, § 1, worden de woorden " de diensten van de Vlaamse overheid " gelezen als " de Vlaamse Regering ";
2° in artikel II 1, § 1, worden de woorden " zijn lijnmanager en/of functionele chef " gelezen als " de provinciegouverneur en de arrondissementscommissaris ";
3° in artikel II 2, § 2, worden de woorden " de Interne Audit van de Vlaamse Administratie op de hoogte brengen overeenkomstig artikel 34, § 3, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 " gelezen als " de externe auditcommissie bij de gemeente op de hoogte brengen " en de woorden " een functionele chef " als " de arrondissementscommissaris;
4° in artikel II 6, § 3, tweede lid, worden de woorden " de diensten van de Vlaamse overheid " gelezen als " de Vlaamse overheid ";
5° in artikel II 12 en II 14 wordt het woord " lijnmanager " gelezen als " arrondissementscommissaris.]3
(3)<BVR 2008-11-14/41, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.6.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.7.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.8.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.9.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.10.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
DEEL IV. - DE AANWERVING EN DE INDIENSTTREDING VACANTVERKLARING EN MOBILITEIT.
TITEL 1. - VACANTVERKLARING EN MOBILITEIT.
Art.11.De [2provinciegouverneur]2 verklaart de betrekking van [1gewestelijk ontvanger]1 vacant.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.12.Bij de vacantverklaring kan de [2provinciegouverneur]2 besluiten de betrekking toe te kennen aan de vastbenoemde [1gewestelijk ontvangers]1 die reeds in dienst zijn in het Vlaams Gewest.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 2°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art. 12bis. [1 Naast de vacaturevervulling, vermeld in artikel 12, kan een vacante betrekking, als dat noodzakelijk is voor de dienst, vervuld worden door een verandering van dienstaanwijzing na akkoord van de betrokken provinciegouverneurs.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Titel Ibis. [1 De indiensttreding]1
----------
(1)
Art. 12ter. [1 De provinciegouverneur kan een nieuwe gewestelijk ontvanger aanstellen voor de uittredende gewestelijk ontvanger zijn ambt beëindigt. De nieuwe gewestelijk ontvanger kan op zijn vroegst zes maanden voor de beëindiging van het ambt van de uittredende gewestelijk ontvanger in dienst treden.
De nieuwe gewestelijk ontvanger staat de uittredende gewestelijk ontvanger bij in de vervulling van zijn taken en de uitoefening van zijn opdrachten. Bij de beëindiging van het ambt van de uittredende gewestelijk ontvanger neemt de nieuwe gewestelijk ontvanger het ambt van gewestelijk ontvanger op.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 2. - DE TOELATINGSVOORWAARDEN.
Art.13.Voor de toegang tot een ambt van [1gewestelijk ontvanger]1 gelden de volgende algemene toelatingsvoorwaarden :
1° Belg zijn;
2° een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van het ambt van [1gewestelijk ontvanger]1;
3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;
4° aan de dienstplichtwetten voldoen;
5° een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau A bij [2 de diensten van de Vlaamse overheid]2.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.14.De diplomavoorwaarde van artikel 13, 5°, geldt niet voor :
1° personen die reeds geslaagd zijn in een wervingsexamen voor de betrekking van statutair [1gewestelijk ontvanger]1;
2° personen die reeds geslaagd zijn in een wervingsexamen voor de betrekking van contractueel [1gewestelijk ontvanger]1 en die gedurende minimum 1 jaar in dienst zijn geweest zijn of die in dienst zijn op de datum van goedkeuring van dit besluit.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 3. - DE SELECTIEPROCEDURE.
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen.
Art.15.§ 1. De [2provinciegouverneur]2 kan personen enkel tot [1gewestelijk ontvanger]1 benoemen als zij geselecteerd worden in een selectieprocedure die hij organiseert. De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden legt het programma voor de selectie vast.
§ 2. De [2provinciegouverneur]2 stelt bij de organisatie van de selectieprocedure de datum vast waarop de gegadigden moeten voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en de benoemingsvoorwaarden. Hij controleert of de kandidaten voldoen aan deze vereisten en voorwaarden.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.16.Volgende personen worden vrijgesteld van de selectieprocedure waarvan sprake in artikel 15 :
1° personen die reeds geslaagd zijn in een wervingsprocedure voor het ambt van statutair [1gewestelijk ontvanger]1;
2° [2 ...]2.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.17.De [1provinciegouverneur]1 kondigt elke selectieprocedure ten minste aan in het Belgisch Staatsblad.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.18.De [1provinciegouverneur]1 bepaalt de modaliteiten van de selectieprocedure.
Onder modaliteiten wordt verstaan :
1° de vaststelling van het reglement betreffende de organisatie van de selectieprocedure en de bekendmaking ervan; dit reglement :
a) bepaalt de termijn waarbinnen de inschrijvingen kunnen worden aanvaard;
b) vermeldt het programma en de deelnemingsvoorwaarden en stelt de datum waarop de kandidaten aan deze voorwaarden moeten voldoen vast;
2° de bepaling van datum en plaats van de proeven;
3° de vaststelling van de lijst van de kandidaten;
4° de oproeping van de kandidaten;
5° het opmaken van het proces-verbaal dat de rangschikking van de geslaagden vaststelt;
6° de kennisgeving van het resultaat aan de kandidaten.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.19. Iedere kandidaat die voor de selectieprocedure inschrijft, ontvangt op aanvraag het reglement.
HOOFDSTUK 2. - De selectie.
Art.20.De [1provinciegouverneur]1 stelt de selectiecommissie samen.
De [1provinciegouverneur]1 selecteert een kandidaat, op voordracht van de arrondissementscommissaris en na voorafgaande goedkeuring door de minister van Binnenlandse Aangelegenheden.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 3. - Wervingsreserve.
Art.21.Wanneer de [2provinciegouverneur]2 betrekkingen van [1gewestelijk ontvanger]1 vacant verklaart, kan hij beslissen een wervingsreserve aan te leggen. Hij bepaalt de duur van de wervingsreserve.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
DEEL V. - DE STAGE EN DE BENOEMING TOT [1gewestelijk ontvanger]1.
----------
(1)
HOOFDSTUK 1. - De stage.
Art.22.De [1provinciegouverneur]1 laat de geselecteerde kandidaat toe tot de stage.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.23.§ 1. De duur van de stage bedraagt 12 maanden.
[1 De provinciegouverneur beslist of de stage deeltijds uitgevoerd kan worden. In geval van deeltijdse stage wordt de duur van de stage pro rata verlengd.]1
§ 2. Om de duur van de verrichte stage te berekenen worden alle perioden waarin de stagiair in actieve dienst is in aanmerking genomen.
§ 3. De stagiair beschikt over een bonus van 25 werkdagen afwezigheid die niet meetelt bij het berekenen van de duur van de stage.
De stagiair kan deze bonus in een keer of in meerdere keren gebruiken.
In deze bonus aan werkdagen telt de jaarlijkse vakantie niet mee.
§ 4. Afwezigheid boven de in § 3 vermelde bonus, zelfs de afwezigheid die met dienstactiviteit gelijkgesteld wordt, schorst de stage.
§ 5. Tijdens de schorsing van de stage en tijdens de periode waarin de einddatum van de stage overschreden wordt behoudt de stagiair zijn hoedanigheid van stagiair.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.24.De [1provinciegouverneur]1 stelt de arrondissementscommissaris aan als begeleidingsambtenaar.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.25. Tijdens de stage volgt de begeleidingsambtenaar de stagiair op en evalueert hij die tussentijds, overeenkomstig de regeling van de functioneringsevaluatie met uitzondering van de beroepsmogelijkheid.
De arrondissementscommissaris zendt ieder tussentijds evaluatieverslag onverwijld ter kennisgeving aan de stagiair toe die het viseert en er eventueel zijn opmerkingen aan toevoegt.
Art.26. De evaluatie heeft betrekking op het functioneren van de stagiair.
Art.27.§ 1. Op het einde van de stage maakt de arrondissementscommissaris na een gesprek met de stagiair, een samenvattend eindverslag op.
§ 2. De arrondissementscommissaris betekent het eindverslag binnen dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de einddatum van de stage, aan de stagiair en stuurt het aan de [1provinciegouverneur]1; zoniet wordt de stage geacht gunstig te zijn.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.28.§ 1. Bij een negatief eindverslag, kan de stagiair de [1provinciegouverneur]1 verzoeken gehoord te worden.
§ 2. De [1provinciegouverneur]1 neemt een definitief besluit om de stagiair te benoemen of af te danken.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.29.Met ingang van de eerste werkdag die volgt op de betekening van de beslissing tot afdanking, sluit de [1provinciegouverneur]1 met de stagiair een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur van drie maanden.
Wanneer de bijdragen ingehouden op de arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur van drie maanden niet volstaan stort de [1provinciegouverneur]1 bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de nog ontbrekende werkgevers- en werknemersbijdragen voor de opname van de stagiair in het stelsel van de werkloosheid, de ziekteverzekering (sector uitkeringen) en de moederschapsbescherming.
De duur van de periode gedekt door deze storting mag de duur van de statutaire tewerkstelling van de ontslagen stagiair niet overschrijden.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.30.§ 1. De [1provinciegouverneur]1 kan de stagiair die tijdens de stage een zware fout begaat, ontslaan zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding.
§ 2. De [1provinciegouverneur]1 verleent het ontslag wegens een zware fout zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding binnen de 3 werkdagen nadat de arrondissementscommissaris kennis genomen heeft van het feit dat als zware fout zou kunnen worden beschouwd.
Vooraf hoort de [1provinciegouverneur]1 samen met de arrondissementscommissaris de stagiair. Deze kan zich laten bijstaan door een raadgever.
§ 3. Voor de stagiair die wegens een zware fout wordt ontslagen, wordt bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de werkgevers- en werknemersbijdragen gestort nodig voor zijn opname in het stelsel van de werkloosheid, de ziekteverzekering (sector uitkeringen) en de moederschapsbescherming. De duur van de periode gedekt door deze storting mag de duur van de statutaire tewerkstelling van de ontslagen stagiair niet overschrijden.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 2. - De benoeming tot [1gewestelijk ontvanger]1.
----------
(1)
Art.31.De [2provinciegouverneur]2 kan enkel wie aan de toelatingsvoorwaarden voldoet en met goed gevolg de stage heeft volbracht tot [1gewestelijk ontvanger]1 benoemen.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
DEEL VI. - DE FUNCTIONERINGSEVALUATIE.
HOOFDSTUK 1. - [1 Basisprincipes van de evaluatie.]1
----------
(1)
Art.32.[1 Artikel IV 1 en IV 2 van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, waarbij in artikel IV 2 het woord " lijnmanager " gelezen wordt als " arrondissementscommissaris.]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 2. - De evaluator.
Art.33.De arrondissementscommissaris evalueert de [1gewestelijk ontvanger]1.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 3. - De procedure.
Art.34.De functioneringsevaluatie gebeurt na een evaluatiegesprek tussen de [1gewestelijk ontvanger]1 en de arrondissementscommissaris.
Indien de [1gewestelijk ontvanger]1 afwezig is tijdens de evaluatieperiode, gebeurt de functioneringsevaluatie indien mogelijk mondeling of anders schriftelijk.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.35.[1 De arrondissementscommissaris legt de evaluatie vast in een verslag. Het verslag bevat in voorkomend geval de eindvermelding " onvoldoende ", die loopbaangevolgen heeft zoals bepaald in dit besluit.
De geëvalueerde gewestelijk ontvanger kan opmerkingen toevoegen aan het definitieve beschrijvende evaluatieverslag.]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art. 35bis. [1 Artikel IV 6 en IV 7 van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 4. [1 Beroep tegen de evaluatie " onvoldoende ".]1
----------
(1)
Art. 35ter. [1 De gewestelijk ontvanger van wie het evaluatieverslag wordt besloten met de vermelding " onvoldoende ", kan daartegen beroep instellen bij de provinciegouverneur binnen vijftien kalenderdagen na het bezorgen van het evaluatieverslag. De provinciegouverneur neemt een definitieve beslissing binnen dertig kalenderdagen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
DEEL VII. - TUCHTREGELING.
TITEL 1. - TUCHTSTRAFFEN.
Art.36.[1 De bepalingen van deel VIII, titel 1, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, met uitzondering van artikel VIII 2, 4° en 5°, VIII 5 en VIII 6.]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.37.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.38.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.39.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 2. - TUCHTPROCEDURE.
HOOFDSTUK 1. - De bevoegde overheid.
Art.40. De arrondissementscommissaris stelt de tuchtstraf voor.
Art.41.De [1provinciegouverneur]1 spreekt de tuchtstraf uit.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.42.De [1gewestelijk ontvanger]1 kan beroep aantekenen bij de minister van Binnenlandse Aangelegenheden.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 2. - De procedure.
Art.43.[1 Artikel VIII 9 tot en met VIII 11 van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, op voorwaarde van de volgende aanpassingen :
1° de woorden " het personeelslid dat het voorstel heeft gedaan " worden gelezen als " de arrondissementscommissaris ";
2° de woorden " de overheid die bevoegd is voor het uitspreken van de tuchtstraf ", " de bevoegde overheid voor de uitspraak " en " de bevoegde overheid " worden gelezen als " de provinciegouverneur ";
3° de woorden " in toepassing van art. VIII 12 " vermeld in artikel VIII 11, worden gelezen als " met toepassing van artikel 51 ".]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.44.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.45.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.46.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.47.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.48.De [1gewestelijk ontvanger]1 tegen wie de [2provinciegouverneur]2 een tuchtstraf uitspreekt, kan hiertegen gemotiveerd beroep instellen bij de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden binnen vijftien kalenderdagen. Deze termijn gaat in op de dag die volgt op de mededeling via een aangetekende brief van de uitspraak.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.49.De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden hoort de [1gewestelijk ontvanger]1 op diens verzoek binnen de dertig dagen nadat de [1gewestelijk ontvanger]1 hierom gevraagd heeft.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.50.De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden neemt zijn beslissing nadat hij de [1gewestelijk ontvanger]1 gehoord heeft.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.51. De tuchtstraf is definitief de dag nadat de termijn om het beroep in te stellen verstreken is of de minister van Binnenlandse Aangelegenheden zijn beslissing heeft meegedeeld via een aangetekende brief.
HOOFDSTUK 3. - Algemene kenmerken van de tuchtprocedure.
Art.52.[1 De bepalingen van deel VIII, titel 2, hoofdstuk 3, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, met uitzondering van artikel VIII 19 en VIII 21, en waarbij in artikel VIII 20 de woorden " de administratieve overheid " worden gelezen als " de provinciegouverneur en de arrondissementscommissaris ".]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.53.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.54.De minister van Binnenlandse Aangelegenheden kan geen zwaardere tuchtstraf uitspreken dan de straf die de [1provinciegouverneur]1 uitgesproken heeft.
Hij mag slechts de feiten in aanmerking nemen die de tuchtprocedure gerechtvaardigd hebben.
Een tuchtstraf kan geen uitwerking hebben over een periode vóór de uitspraak.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.55.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.56.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.57.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.58.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 3. - DE DOORHALING VAN DE TUCHTSTRAFFEN.
Art.59.[1 De bepalingen van deel VIII, titel 3, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, met uitzondering van artikel VIII 24, § 2, vierde gedachtestreep.]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.60.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
DEEL VIII. - SCHORSING IN HET BELANG VAN DE DIENST.
Art.61.[1 De bepalingen van deel IX van het VPS, met uitzondering van artikel IX 2, IX 6 en IX 7, zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, op voorwaarde van de volgende aanpassingen :
1° in artikel IX 4 worden de woorden " de overheid bevoegd voor het uitspreken van de schorsing in het belang van de dienst " gelezen als " de provinciegouverneur ";
2° in artikel IX 13 worden de woorden " artikel VIII 19, derde lid " gelezen als " artikel 54.]1Art.62.Enkel de [1provinciegouverneur]1 kan de schorsing in het belang van de dienst uitspreken.
De arrondissementscommissaris kan een schorsing in het belang van de dienst voorstellen.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 3°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.63.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.64.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.65.[2 Eerste lid opgeheven.]2
De [1gewestelijk ontvanger]1 kan na vijftien kalenderdagen sedert de dag dat de schorsing in het belang van de dienst uitwerking gekregen heeft, beroep instellen bij de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden. De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden kan de schorsing in het belang van de dienst opheffen.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
(2)<BVR 2008-11-14/41, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.66.De [1gewestelijk ontvanger]1 die over nieuwe elementen beschikt, kan tegen zijn schorsing in het belang van de dienst een nieuw beroep instellen, van zodra minstens drie maanden verstreken zijn sedert de vorige beslissing tot handhaving van zijn schorsing.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.67.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.68.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.69.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.70.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.71.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.72.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.73.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
DEEL IX. - HET VERLOF EN DE ADMINISTRATIEVE TOESTAND TIJDENS VERLOF.
TITEL 1. - ALGEMENE BEPALINGEN.
Art.74.[1 De bepalingen van deel X, titel 1, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, met uitzondering van artikel X 2 en waarbij het woord " lijnmanager " wordt gelezen als " arrondissementscommissaris ".]1
----------
(1)
Art.75.De [1gewestelijk ontvanger]1 in dienstactiviteit heeft recht op salaris en op bevordering in salaris, tenzij anders bepaald.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.76.§ 1. De [1gewestelijk ontvanger]1 in non-activiteit heeft geen recht op salaris en op bevordering in salaris, tenzij anders bepaald.
§ 2. De [1gewestelijk ontvanger]1 kan niet in non-activiteit gesteld of gehouden worden als hij aan de voorwaarden voldoet om gepensioneerd te worden.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.77.[1 De dienstvrijstellingen worden aangevraagd bij de arrondissementscommissaris.]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.78.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.79.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 2. - JAARLIJKSE VAKANTIEDAGEN EN FEESTDAGEN.
Art.80.[1 De bepalingen van deel X, titel 2, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
Art.81.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.82.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.83.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 3. - [1 BEVALLINGSVERLOF EN OPVANGVERLOF.]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 1. - [1 Bevallingsverlof.]1
----------
(1)
Art.84.[1 De bepalingen van deel X, titel 3, hoofdstuk 1, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
Art.85.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 36, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.86. (opgeheven). <BVR 2006-02-17/32, art. 6, 002 ; Inwerkingtreding : 01-07-2004>
Art.87.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 37, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 2. - Opvangverlof.
Art.88.[1 De bepalingen van deel X, titel 3, hoofdstuk 2, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
Art.89.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 39, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 4. - [1 ZIEKTEVERLOF.]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 40, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.90.[1 De bepalingen van deel X, titel 4, van het VPS, met uitzondering van artikel X 24, zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
TITEL 5. [1 VERLOF VOOR DEELTIJDSE PRESTATIES.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 40, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.91.[1 De gewestelijk ontvanger kan een verlof voor deeltijdse prestaties krijgen. Het verlof wordt toegestaan door de arrondissementscommissaris, die beoordeelt of het geven van de toestemming verenigbaar is met de goede werking van de dienst.
De nadere regelen voor het opnemen van het verlof voor deeltijdse prestaties worden bepaald in overleg met de arrondissementscommissaris en de gewestelijk ontvanger.
De gewestelijk ontvanger kan binnen vijftien kalenderdagen vanaf de kennisgeving van de beslissing tot weigering van het verlof voor deeltijdse prestaties in beroep gaan bij de provinciegouverneur. De provinciegouverneur neemt een definitieve beslissing binnen dertig kalenderdagen.
Het verlof voor deeltijdse prestaties kan worden opgezegd door de gewestelijk ontvanger en door de arrondissementscommissaris.]1
----------
(1)
Art.92.[1 Artikel X 26 en X 27 van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 40, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.93.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 41, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.94.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 41, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 6. - [1 VERLOF VOOR LOOPBAANONDERBREKING.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 40, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 1. - [1 Algemene bepalingen]1
----------
(1)
Art.95.[1 § 1. De gewestelijk ontvanger kan de loopbaan in totaal 72 maanden voltijds en 72 maanden deeltijds onderbreken met al dan niet opeenvolgende periodes van ten minste drie maanden en ten hoogste twaalf maanden.
Het verlof wordt toegestaan door de arrondissementscommissaris, die beoordeelt of het geven van de toestemming verenigbaar is met de goede werking van de dienst.
De deeltijdse loopbaanonderbreking kan opgenomen worden in de vorm van :
1° halftijdse loopbaanonderbreking;
2° loopbaanonderbreking met een vierde;
3° loopbaanonderbreking met een vijfde.
§ 2. De maximumduur voor voltijdse en deeltijdse loopbaanonderbreking wordt verminderd met de duur van de voltijdse, respectievelijk deeltijdse loopbaanonderbrekingen die de gewestelijk ontvanger heeft genoten in welke hoedanigheid ook bij dezelfde of een andere werkgever.
§ 3. De gewestelijk ontvanger kan tegen de weigering van het verlof voor loopbaanonderbreking binnen vijftien kalenderdagen vanaf de kennisgeving van de beslissing tot weigering in beroep gaan bij de [2 provinciegouverneur]2. De [2 provinciegouverneur]2 neemt een definitieve beslissing binnen dertig kalenderdagen.
§ 4. Het verlof voor loopbaanonderbreking kan worden opgezegd door de gewestelijk ontvanger en door de arrondissementscommissaris.]1
----------
(1)
Art.96.[1 In afwijking van artikel 95, § 1, eerste lid, en § 2, kan de gewestelijk ontvanger van minstens 50 jaar halftijdse loopbaanonderbreking of loopbaanonderbreking met een vierde of een vijfde nemen tot aan de pensioenleeftijd, ongeacht de totale duur van de loopbaanonderbrekingen die hij heeft genoten vóór het begin van de deeltijdse loopbaanonderbreking tot aan de pensioenleeftijd.]1
----------
(1)<BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
Art.97.[1 Artikel X 29 tot en met X 31 van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, waarbij in artikel X 29, § 4, het woord "lijnmanager" gelezen wordt als "arrondissementscommissaris".]1
----------
(1)<BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
HOOFDSTUK 2. - [1 - Palliatief verlof]1
----------
(1)<BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
Art.98.[1 De bepalingen van deel X, titel 6, hoofdstuk 2, Palliatief verlof, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
HOOFDSTUK 3. - [1 - Bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid]1
----------
(1)<BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
Art.99.[1 De bepalingen van deel X, titel 6, hoofdstuk 3, Bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
HOOFDSTUK 4. - [1 Ouderschapsverlof]1
----------
(1)<BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
Art.100.[1 De bepalingen van deel X, titel 6, hoofdstuk 4, Ouderschapsverlof, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
Hoofdstuk 5. [1 - Onderbrekingsuitkeringen]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
Art.101.[1 De bepalingen van deel X, titel 6, hoofdstuk 5, Onderbrekingsuitkeringen, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
Hoofdstuk 6. [1 - Vervanging]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
Art.102.[1 De bepalingen van deel X, titel 6, hoofdstuk 6, Vervanging, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
Hoofdstuk 7. [1 - Loopbaanonderbreking voor contractuele gewestelijk ontvangers]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
Art.103.[1 De bepalingen van deel X, titel 6, hoofdstuk 7, Loopbaanonderbreking voor contractuelen, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de contractuele gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
Art.104.
<Opgeheven bij BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
Art.105.
<Opgeheven bij BVR 2009-09-04/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
TITEL 7. - [1 VERLOF VOOR OPDRACHT.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 43, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 1. - Verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet.
Art.106.[1 De bepalingen van deel X, titel 7, hoofdstuk 2, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
Art.107.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 45, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
HOOFDSTUK 2. - Verlof voor opdracht [1 ...]1.
----------
(1)<BVR 2008-11-14/41, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.108.[1 De bepalingen van deel X, titel 7, hoofdstuk 3, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, met uitzondering van artikel X 50, § 2, waarbij de woorden " de Vlaamse overheid " worden gelezen als " de minister van Binnenlandse Aangelegenheden ".]1
----------
(1)
TITEL 8. [1 DIENSTVRIJSTELLING VOOR VORMING.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 48, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.109.[1 Artikel X 59, met uitzondering van het vormingsverlof, en artikel X 60 van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger waarbij het woord " lijnmanager " wordt gelezen als " arrondissementscommissaris ".]1
----------
(1)
Art.110.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 50, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.111.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 50, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.112.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 50, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.113.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 50, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 9. - [1 OMSTANDIGHEIDSVERLOF.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 51, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.114.[1 De bepalingen van deel X, titel 9, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger. ]1
----------
(1)
TITEL 10. - [1 POLITIEK VERLOF.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 53, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.115.[1 De bepalingen van deel X, titel 11, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger waarbij het woord " lijnmanager " wordt gelezen als " arrondissementscommissaris ".]1
----------
(1)
TITEL 11. [1 ONBETAALD VERLOF.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 55, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.116.[1 § 1. De gewestelijk ontvanger kan aanspraak maken op een contingent onbetaald verlof van maximaal 5 jaar tijdens de loopbaan, fractioneerbaar in maanden, naar rata van de duur die nodig is om een stage of proefperiode in een andere betrekking bij een overheidsdienst of in de privésector te doorlopen.
Binnen dat contingent is, al dan niet tezelfdertijd, naar keuze van de ambtenaar :
1° één jaar gelijkgesteld met dienstactiviteit;
2° één jaar een recht.
De nadere regelen voor de opname van een contingent onbetaald verlof worden bepaald in overleg met de arrondissementscommissaris en de gewestelijk ontvanger.
§ 2. De gewestelijk ontvanger kan tegen de weigering van het onbetaald verlof dat een gunst is, in beroep gaan bij de provinciegouverneur binnen vijftien kalenderdagen vanaf de kennisgeving van de beslissing tot weigering. De provinciegouverneur neemt een definitieve beslissing binnen dertig kalenderdagen.
§ 3. Het verlof, vermeld in § 1, is niet van toepassing op de stagiair.]1
----------
(1)
Art.117.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.118.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.119.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.120.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 58, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.121.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 58, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
TITEL 12. - [1 VERLOF KRACHTENS FEDERALE BEPALINGEN OF VERPLICHTINGEN.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2008-11-14/41, art. 59, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.123.[1 De bepalingen van deel X, titel 12, van het VPS zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger.]1
----------
(1)
DEEL X. [1 HET VERLIES VAN DE HOEDANIGHEID VAN AMBTENAAR EN DE DEFINITIEVE AMBTSNEERLEGGING.]1
Art.124.[1 De bepalingen van deel XI, hoofdstuk 1, van het VPS, met uitzondering van artikel XI 2, zijn van overeenkomstige toepassing op de gewestelijk ontvanger, op voorwaarde van de volgende aanpassingen :
1° de woorden " de werkgever " worden gelezen als " de provinciegouverneur ";
2° de woorden " de diensten van de Vlaamse overheid " worden gelezen als " het Vlaamse Gewest ".]1
----------
(1)
Art.125.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 63, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.126.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 63, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.127.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 63, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.128.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 63, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.129.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 63, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
Art.130.
<Opgeheven bij BVR 2008-11-14/41, art. 63, 003; Inwerkingtreding : 08-12-2008>
DEEL XI. - GELDELIJK STATUUT.
TITEL 1. - BEZOLDIGINGSREGELING.
HOOFDSTUK 1. - De salarisschaal.
Art.131.Het jaarsalaris, hierna salaris genoemd, van de [1gewestelijk ontvanger]1 wordt vastgesteld in de salarisschaal bestaande uit :
- een minimumsalaris;
- salaristrappen die het resultaat zijn van de periodieke salarisverhogingen;
- een maximumsalaris.
Het salaris en de periodieke salarisverhogingen worden uitgedrukt in euro.
----------
(1)
Art.132.[1 Aan de graad van gewestelijk ontvanger wordt de volgende salarisschaal verbonden.
Gewestelijk ontvanger | |
-- | -- |
Minimum | 31.291,63 |
Maximum | 45.472,38 |
-- | -- |
Verhogingen | 2x 2 x 1.289,20 |
9x 2 x 1.289,15 | |
-- | -- |
0 | 31.291,63 |
1 | 31.291,63 |
2 | 32.580,83 |
3 | 32.580,83 |
4 | 33.870,03 |
5 | 33.870,03 |
6 | 35.159,18 |
7 | 35.159,18 |
8 | 36.448,33 |
9 | 36.448,33 |
10 | 37.737,48 |
11 | 37.737,48 |
12 | 39.026,63 |
13 | 39.026,63 |
14 | 40.315,78 |
15 | 40.315,78 |
16 | 41.604,93 |
17 | 41.604,93 |
18 | 42.894,08 |
19 | 42.894,08 |
20 | 44.183,23 |
21 | 44.183,23 |
22 | 45.472,38 |