Details





Titel:

24 MAART 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een experimentele financiering van contraceptiva voor jongeren met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2004, 2005 en 2006. (NOTA 1 : De woorden " Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen " worden vervangen door de woorden " Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding " ; zie KB2004-10-18/32, art. 38 ; Inwerkingtreding : 01-01-2005) (NOTA 2 : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-06-2004 en tekstbijwerking tot 08-01-2007)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Specifieke tegemoetkoming in de kosten van de aankoop van contraceptieve middelen.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Informatiecampagne.
Art. 5-10
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 11-13
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2005022124  2006023397 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " het Instituut ", het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  2° " verzekeringsinstelling ", een landsbond, de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, zoals gedefinieerd in de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
  4° " contraceptieve middelen ", orale combinatiepillen met oestrogeen en progestageen, prikpillen en minipillen, contraceptieve pleisters, hormoonhoudende en koperhoudende spiraaltjes, intravaginale ringen, hormoonhoudende staafjes of implantaten, morning-afterpillen, met uitzondering van het condoom.

HOOFDSTUK II. - Specifieke tegemoetkoming in de kosten van de aankoop van contraceptieve middelen.
Art.2. Onder de in artikel 3 vermelde voorwaarden kan tussen het Verzekeringscomité van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en de verzekeringsinstellingen een overeenkomst worden gesloten ter financiering van een specifieke tegemoetkoming in de kosten van de aankoop van contraceptieve middelen door vrouwen tot en met de leeftijd van twintig jaar.
  De specifieke tegemoetkoming wordt toegekend voor de middelen die zijn opgenomen op de lijst die volgt als bijlage bij dit besluit. Naast de verkoopprijs aan publiek en de rekenbasis voor de toekenning van de specifieke tegemoetkoming, staan in de kolommen A en B de bedragen van de specifieke tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming is het verschil tussen het huidige persoonlijk aandeel van de rechthebbende en een theoretisch persoonlijk aandeel, berekend op basis van de rekenbasis, vermenigvuldigd met een welbepaald percentage, afhankelijk van de rangschikking in één van de volgende vijf klassen :
  - klasse 1 : 0 % van de rekenbasis;
  - klasse 2 : (15 % van de rekenbasis met een maximum van 7,00 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en 25 % van de vergoedingsbasis met een maximum van 10,40 euro voor de overige rechthebbenden
  Het theoretisch persoonlijk aandeel van de rechthebbenden wordt vastgesteld op 15 % van de rekenbasis met een maximum van 10,40 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en 25 % van de vergoedingsbasis met een maximum van 15,70 euro voor de overige rechthebbenden indien het een grote verpakking betreft van een farmaceutische specialiteit.
  Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder grote verpakking, elke publiekverpakking die meer dan 60 gebruikseenheden bevat, waarbij onder gebruikseenheid wordt verstaan de unidosis of in geval van multidosis de standaardeenheid zijnde 1 g, 1 ml of 1 dosis of 1 l voor zuurstof.
  In geval de ziekenhuisofficina of het geneesmiddelendepot gemachtigd is om geneesmiddelen af te leveren aan niet ter verpleging opgenomen personen, is dit verhoogd persoonlijk aandeel van toepassing indien er meer dan 60 gebruikseenheden worden afgeleverd.
  Evenwel wordt, voor de farmaceutische specialiteiten die behoren tot de groep van specialiteiten van eenzelfde ATC klasse (niveau 4) waarvan er minstens één farmaceutische specialiteit beantwoordt aan de voorwaarde zoals bedoeld in artikel 34, eerste lid, 5°, c), 2, van de voornoemde gecoördineerde wet, het theoretisch persoonlijke aandeel verhoogd tot een maximaal bedrag van 10,40 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet, en van 15,70 euro voor de overige rechthebbenden, wanneer het gaat om een verpakking zoals bedoeld in het eerste lid van dit punt. Dit maximale bedrag is niettemin verhoogd tot 15,70 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet, en tot 23,50 euro voor de overige rechthebbenden, wanneer het gaat om een verpakking zoals bedoeld in het tweede lid van dit punt.) <KB 2006-09-01/63, art. 1, 1° , 003; Inwerkingtreding : 01-11-2006>
  - klasse 3 : (50 % van de rekenbasis met een maximum van 10,40 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en met een maximum van 17,40 euro voor de overige rechthebbenden
  Evenwel wordt, voor de farmaceutische specialiteiten die behoren tot de groep van specialiteiten binnen eenzelfde ATC klasse (niveau 4) waarvan er minstens één farmaceutische specialiteit beantwoordt aan de voorwaarde zoals bedoeld in artikel 34, eerste lid, 5°, c), 2, van de voornoemde gecoördineerde wet, het theoretisch persoonlijke aandeel verhoogd tot een maximaal bedrag van 15,70 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet, en van 26,10 euro voor de overige rechthebbenden.) <KB 2006-09-01/63, art. 1, 2° , 003; Inwerkingtreding : 01-11-2006>
  - klasse 4 : 60 % van de (rekenbasis); <KB 2004-06-29/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2004>
  - klasse 5 : 80 % van de (rekenbasis). <KB 2004-06-29/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2004>
  De lijst kan om de zes maanden worden aangepast om rekening te houden met neuwe middelen of met wijzigingen van de verkoopprijs aan publiek en/of (rekenbasis). (Maandelijks kan het Instituut een lijst publiceren via het netwerk INTERNET op het adres http://www.riziv.fgov.be met nieuwe middelen of met wijzigingen van de verkoopprijs aan publiek en/of vergoedingsbasis, in afwachting van de zesmaandelijkse aanpassing van de lijst die volgt als bijlage bij dit besluit.) <KB 2004-06-29/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2004> <KB 2006-09-01/63, art. 1, 3° , 003; Inwerkingtreding : 01-11-2006>
  De aanpassing kan onder meer bestaan uit het rangschikken van de producten in een andere vergoedingsklasse. De eerste aanpassing kan gebeuren op 1 juli 2004.
  De vrouwen tot en met de leeftijd van twintig jaar hebben recht op de tegemoetkoming op voorlegging van een geneesmiddelenvoorschrift voor een contraceptief middel en van hun SIS-kaart of een daarmee gelijkgesteld attest. De rechthebbenden als bedoeld in het artikel 4 van het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd die uitsluitend recht hebben op de in het artikel 1 van dat koninklijk besluit bedoelde verstrekkingen en die vallen onder het toepassingsgebied van dit besluit betalen bij de apotheker de volledige verkoopprijs aan publiek en krijgen van de apotheker een formulier " contante betaling " of een document dat gebruikt wordt in het kader van de aanvullende verzekering, waarmee ze zich tot hun verzekeringsinstelling kunnen wenden om de specifieke tegemoetkoming te bekomen.
  De contante betaling geldt eveneens voor de vrouwen die een contraceptief middel kopen dat niet voorschriftplichtig is.
  De tegemoetkoming is beperkt tot de middelen die door de apotheker aan de vrouw worden afgeleverd.

Art.3. De vorenbedoelde overeenkomsten bevatten de volgende elementen :
  1. de modaliteiten waaronder de specifieke tegemoetkoming wordt geïntegreerd in de Farmanetfacturatie;
  2. de modaliteiten waaronder de afrekening gebeurt tussen de verzekeringsinstellingen en het Instituut, zowel in geval van facturatie via Farmanet als in geval van facturatie na contante betaling;
  3. de modaliteiten van controle door de verzekeringsinstellingen en door de Dienst voor Administratieve Controle van het Instituut;
  4. de modaliteiten voor het opmaken van een jaarlijks evaluatierapport gedurende de duurtijd van het experiment.

Art.4. De tegemoetkoming wordt voor de periode 2004-2006 vastgesteld op een jaarlijkse begrotingsenveloppe van maximum 4.733.100 euro, te verdelen onder de verzekeringsinstellingen overeenkomstig de hierboven bepaalde modaliteiten.

HOOFDSTUK III. - Informatiecampagne.
Art.5. Onder de hierna vermelde voorwaarden kan het Verzekeringscomité van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten sluiten met de verzekeringsinstellingen en de representatieve organisaties van apothekers, ter financiering van :
  - een informatiecampagne omtrent de uitbetaling van de in Hoofdstuk II van dit besluit vernoemde specifieke tegemoetkoming;
  - een informatiecampagne met betrekking tot de preventie van SOA (Seksueel Overdraagbare Aandoeningen);
  - het gratis verspreiden van condooms.
  De campagnes en de verspreiding beogen jongeren tot en met de leeftijd van 20 jaar.

Art.6. De tegemoetkoming wordt voor de periode 2004-2006 vastgesteld op een jaarlijkse begrotingsenveloppe van maximum 525.900 euro.

Art.7. De partijen van de overeenkomst hebben de mogelijkheid één verzekeringsinstelling aan te duiden die zorg zal dragen voor de coördinatie van de campagnes.
  Indien een coördinator wordt aangeduid, zal dit eveneens in de overeenkomst worden opgenomen.
  In dat geval zal een bedrag van het in het artikel 8 vastgestelde budget worden toegekend aan de aangeduide coördinator, om de werkelijke kosten te dekken, opgelopen in de uitoefening van deze coördinatiefunctie en volgens de modaliteiten, voorzien in de overeenkomsten, bedoeld in artikel 5.

Art.8. Na eventuele aftrek van het in artikel 7, laatste lid, bedoelde bedrag, wordt de jaarlijkse begrotingsenveloppe opgesplitst tussen de representatieve organisaties van apothekers en de verzekeringsinstellingen. De verdeling tussen verzekeringsinstellingen zal gebeuren in functie van het aantal leden tussen 15 jaar en 21 jaar dat elke verzekeringsinstelling telt. De aldus vastgestelde verdeelsleutel wordt opgenomen in de overeenkomst, alsmede het budget dat respectievelijk zal worden toegekend aan iedere partij bij de overeenkomst, bedoeld in artikel 5.
  De partijen van de overeenkomst hebben de mogelijkheid hun respectievelijke begrotingen te hergroeperen om een unieke informatiecampagne te financieren. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, zal dit eveneens in de overeenkomst worden opgenomen.

Art.9. Een Begeleidingscomité zal worden opgericht dat is samengesteld op de volgende wijze :
  - een lid dat de Minister die de Sociale zaken onder zijn bevoegdheid heeft vertegenwoordigt;
  - een lid dat de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft vertegenwoordigt;
  - een lid voor iedere partij bij de overeenkomsten;
  - een lid dat het Instituut vertegenwoordigt;
  - een lid dat de Franse Gemeenschap vertegenwoordigt;
  - een lid dat de Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigt;
  - een lid dat de Duitse Gemeenschap vertegenwoordigt;
  - een lid dat de franstalige verenigingen vertegenwoordigt, die tot doel hebben het informeren van jongeren aangaande de betrokken problematiek;
  - een lid dat de nederlandstalige verenigingen vertegenwoordigt, die tot doel hebben het informeren van jongeren aangaande de betrokken problematiek.
  Dit Begeleidingscomité is belast met de follow-up van het experiment en controle op het correcte uitvoeren van de overeenkomst bedoeld in artikel 5, volgens de daarin omschreven modaliteiten.

Art.10. Na afloop van de driejarige duurtijd van het experiment, verbinden de partijen bij de overeenkomsten bedoeld in artikel 5 zich tot het opmaken van een evaluatierapport overeenkomstig de daarin vastgestelde modaliteiten.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.11. De betrokken tegemoetkoming wordt aangerekend op de administratiekosten van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Instituut.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2004.

Art.13. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 24 maart 2004.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
  R. DEMOTTE

BIJLAGE.
Art. N. Lijst. (Lijst niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 29-03-2004, p. 17727-17728).
  Gewijzigd door :
  <KB 2004-06-29/30, art. 2, Inwerkingtreding : 01-07-2004; B.S. 30-06-2004, p. 53270>
  <KB 2005-02-02/32, art. 1, Inwerkingtreding : 01-01-2005; B.S. 17-02-2005, p. 5548-5550>
  <KB 2005-06-22/30, art. 1; Inwerkingtreding : 01-07-2005; B.S. 29-06-2005, p. 29943-4>
  <KB 2006-01-12/32, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-2006; B.S. 23-01-2006, p. 3508-09>
  <KB 2006-12-14/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-07-2006; B.S. 08-01-2007, p. 379-80>
  Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 24 maart 2004 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een experimentele financiering van contraceptiva voor jongeren met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2004, 2005 en 2006.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
  R. DEMOTTE.