24 JUNI 2004. - Wet houdende instemming met de volgende internationale akten : 1° het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad; 2° het Aanvullend Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad; 3° het Aanvullend Protocol inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad, gedaan te New York op 15 november 2000; 4° het Aanvullend Protocol tegen de ongeoorloofde vervaardiging van en handel in vuurwapens, de onderdelen, componenten en munitie ervan, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad, gedaan te New York op 31 mei 2001.
Art. 1-5
BIJLAGEN.
Art. N1-N5
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art.2. Het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad, gedaan te New York op 15 november 2000, zal volkomen gevolg hebben.
Art.3. Het Aanvullend Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad, gedaan te New York op 15 november 2000, zal volkomen gevolg hebben.
Art.4. Het Aanvullend Protocol inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad, gedaan te New York op 15 november 2000, zal volkomen gevolg hebben.
Art.5. Het Aanvullend Protocol tegen de ongeoorloofde vervaardiging van en handel in vuurwapens, de onderdelen componenten en munitie ervan, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad, gedaan te New York op 31 mei 2001, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 24 juni 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Zaken,
L. MICHEL
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
BIJLAGEN.
Art. N1. Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad.
(Voor het Verdrag, zie CN : 2000-11-15/30).
Art. N2. Aanvullend protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad.
(Voor het Protocol, zie CN : 2000-11-15/31).
Art. N3. Aanvullend protocol inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad.
(Voor het Protocol, zie CN : 2000-11-15/32).
Art. N4. Aanvullend protocol tegen de ongeoorloofde vervaardiging van en handel in vuurwapens, de onderdelen, componenten en munitie ervan, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad.
(Voor het Protocol, zie CN : 2001-05-31/08).
Art. N5. België heeft volgende verklaringenreserve neergelegd :
- Overeenkomst van de Verenigde Naties ter bestrijding van de transnationale georganiseerde misdaad.
" Overeenkomstig artikel 18, § 3 van de Overeenkomst werd de Federale Overheidsdienst Justitie, Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele rechten en vrijheden, Waterloolaan 115, te 1000 Brussel, aangewezen als centrale autoriteit ";
- Protocol tegen de migrantenhandel via land, lucht en zee, aanvullend bij de Overeenkomst van de Verenigde Naties ter bestrijding van de transnationale georganiseerde misdaad;
" Overeenkomstig artikel 8, § 6 van het Aanvullend Protocol werd de federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Leuvenseweg 3 te 1000 Brussel (de " kustwacht ", " Maritime coordination and rescue center ") aangewezen als Autoriteit ";
- Aanvullend Protocol tegen de ongeoorloofde vervaardiging van en handel in vuurwapens, de onderdelen, componenten en munitie ervan, bij de Overeenkomst van de Verenigde Naties ter bestrijding van de transnationale georganiseerde misdaad.
" De Belgische Regering maakt volgend voorbehoud bij artikel 4, § 2 : De activiteiten van de strijdkrachten tijdens gewapende conflicten, in de zin die aan deze termen wordt gegeven in het internationaal humanitair recht, en die door dat recht worden beheerst, vallen niet onder het toepassingsgebied van dit protocol. "
" Overeenkomstig artikel 13, § 2 van het Aanvullend protocol werd de Federale Overheidsdienst Justitie, Directoraat-generaal Wetgeving, fundamentele rechten en vrijheden, Waterloolaan 115, te 1000 Brussel als contactpunt aangewezen ".