27 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot herstructurering van de wettelijke pensioenverplichtingen van Belgocontrol.
HOOFDSTUK I. - Herstructurering van de wettelijke pensioenverplichtingen van Belgocontrol.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Financiële en andere verplichtingen van Belgocontrol.
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding.
Art. 6
HOOFDSTUK I. - Herstructurering van de wettelijke pensioenverplichtingen van Belgocontrol.
Artikel 1. In artikel 176 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wordt paragraaf 2 vervangen door de volgende bepaling :
" § 2.1. Voor de toepassing van deze paragraaf en de volgende paragrafen wordt verstaan onder :
1° " de personeelsleden " : de personeelsleden van Belgocontrol en de personeelsleden van de voormalige Regie der Luchtwegen die niet tewerkgesteld waren in de diensten belast met grondactiviteiten, titularis van een vaste benoeming of een daarmee gelijkgestelde benoeming door of krachtens een wet.
2° " het Fonds voor Overlevingspensioenen " : het organiek fonds van de Begroting van pensioenen, genaamd " Fonds voor Overlevingspensioenen ".
§ 2.
2. De personeelsleden genieten, met ingang van 1 januari 2005, een rustpensioen ten laste van de Staatskas onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde regels als de rijksambtenaren. "
HOOFDSTUK II. - Financiële en andere verplichtingen van Belgocontrol.
Art.2. In artikel 176 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wordt paragraaf 3 vervangen door de volgende bepaling :
" § 3. Belgocontrol zal een totaal bedrag van 190.897.114 euro overmaken ten gunste van de Staat, op of voor 31 december 2004, om middernacht. Deze eenmalige patronale bijdrage is een gewone sociale zekerheidsbijdrage ter compensatie van de opgebouwde rustpensioenrechten tot en met 31 december 2004 van de op dat ogenblik gepensioneerden alsook van diegenen die het bedrijf verlaten hebben en uitgestelde pensioenrechten hebben opgebouwd en van de luchtverkeersleiders die in verplichte disponibiliteit voor functionele ongeschiktheid zijn. In voorkomend geval kan de Koning voor het geheel of een gedeelte van de betalingen deze vervaldag uitstellen met een maximale periode van veertien dagen en de nadere regels bepalen die gepaard gaan met deze verlenging.
Belgocontrol wordt gemachtigd om onder staatswaarborg een lening af te sluiten overeenstemmend met het verschil tussen het bedrag bedoeld in lid 1 en het bedrag van de door Belgocontrol aangelegde voorzieningen. Dat verschil tussen het bedrag bedoeld in lid 1 en het bedrag van de door Belgocontrol aangelegde voorzieningen voor de pensioenverplichtingen zijn voor Belgocontrol te beschouwen als herstuctureringskosten die overeenkomstig artikel 58 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen, onder de activa kunnen worden opgenomen. In afwijking van artikel 59 van voormeld koninklijk besluit, kan Belgocontrol deze geactiveerde kosten afschrijven per jaarlijkse tranches van ten minste 10 %.
In afwijking van artikel 12, § 2, 2°, is Belgocontrol niet onderworpen aan het koninklijk besluit nr. 517 van 31 maart 1987 ter invoering van een jaarlijkse premie op de door de Staat gewaarborgde nieuwe verbintenissen van bepaalde instellingen van de openbare sector voor elke lening aangegaan in het kader van de betalingsverplichtingen bedoeld in het eerste lid aan de Staat.
De Koning kan bepalen dat de in het eerste lid bedoelde betaling geheel of gedeeltelijk kan worden uitgevoerd door overdracht aan de Staat van door de Koning op voorstel van de Minister van Financiën aan te duiden financiële instrumenten. "
Art.3. In artikel 176 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wordt paragraaf 4 vervangen door de volgende bepaling :
" § 4. Belgocontrol is vanaf de voor januari 2005 verschuldigde bezoldiging een patronale bijdrage verschuldigd gelijk aan 35 %. Deze patronale bijdrage wordt vastgesteld op basis van de wedden evenals de andere bezoldigingselementen die in aanmerking genomen worden voor de berekening van het rustpensioen. De bepalingen van de artikelen 61 en 61bis van voormelde wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen zijn toepasselijk op de bovenvermelde patronale bijdrage.
Het percentage voorzien in het eerste lid kan worden herzien in overleg met Belgocontrol indien de pensioenregelgeving toepasselijk op 31 december 2004 op basis waarvan dit percentage werd vastgesteld,
zou worden gewijzigd of indien het aantal en de samenstelling van de statutaire aanwervingen afwijken van de hypothese aangenomen voor de berekeningsbasis.
De patronale bijdrage bedoeld in lid 1 is een gewone sociale zekerheidsbijdrage. "
Art.4. In artikel 176 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wordt § 5 vervangen door de volgende bepaling :
" § 5.1. Indien op enig tijdstip na 1 januari 2005 de pensioenverplichtingen toenemen of verminderen tengevolge van een initiatief van Belgocontrol, dan zal Belgocontrol aan het Fonds voor Overlevingspensioenen of zal het Fonds voor Overlevingspensioenen aan Belgocontrol, een compensatiebetaling moeten verrichten.
§ 5.2. De situaties bedoeld in § 5.1 zijn :
a) Elke wijziging aangebracht vanaf 1 januari 2005 op initiatief van Belgocontrol aan het geldelijk statuut die een verhoging van de rustpensioenen tot gevolg heeft ingevolge de toepassing van artikel 12 van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector;
b) Individuele reële weddeverhogingen bovenop de individuele baremieke wedde-evolutie die gebruikt is voor de actuariële berekeningen per 31 december 2004 en bovenop de inflatie;
c) Sociale plannen.
§ 5.3. De compensatiebetalingen waarvan sprake in § 5.1 die verschuldigd zijn in de gevallen opgesomd onder § 5.2 worden berekend en beperkt als volgt :
A. In het geval bedoeld in § 5.2, a, betaalt Belgocontrol voor de onmiddellijke en uitgestelde rustpensioenen van de gewezen personeelsleden aan het Fonds voor Overlevingspensioenen de actuele waarde van de verhoging van de rustpensioenen. Deze compensatiebetaling is verschuldigd op het ogenblik dat de verhoging effectief voor het eerst wordt uitbetaald aan de begunstigden en alleen op de dan lopende rustpensioenen.
B. In het geval bedoeld in § 5.2, b, is een compensatiebetaling verschuldigd voor elk nieuw onmiddellijk rustpensioen toegekend vanaf 1 januari 2005, op het verschil tussen het effectief toegekende rustpensioen uitgedrukt aan index 138,01 en het rustpensioen vastgesteld op identiek dezelfde basis, maar met een gemiddelde wedde die het resultaat is van de normale evolutie van het statutair personeelslid doorheen de weddenschalen aan index 138,01 toepasselijk bij Belgocontrol op 1 januari 2005 en rekening houdend met de gekende promoties op die datum. De gekapitaliseerde waarde van de bijdragen die betaald zijn ingevolge § 4 op het verschil tussen de wedde die bij normale evolutie was toepasselijk geweest en de reëel uitbetaalde verhoogde wedde, wordt voor de berekening van de compensatiebetalingen desgevallend verschuldigd door Belgocontrol in mindering gebracht.
Indien de referteperiode voor de berekening van het rustpensioen zich geheel of gedeeltelijk bevindt vóór 1 januari 2005, dan zal het theoretisch pensioen voor dit deel van de referteperiode berekend worden op de reële wedden voor die periode.
Indien het personeelslid in dienst is getreden ten vroegste op 1 januari 2005 dan wordt voor de bepaling van de gemiddelde wedde die het resultaat is van de normale evolutie van het personeelslid doorheen de weddenschalen aan index 138,01 toepasselijk bij Belgocontrol op 1 januari 2005, ervan uitgegaan dat op hem deze weddenschalen en deze normale evolutie toepasselijk waren op het moment van zijn aanwerving.
Indien het effectief toegekende rustpensioen hoger is dan het theoretisch pensioen zoals hierboven omschreven, is Belgocontrol de actuele waarde van het verschil verschuldigd na toepassing van hoger vermelde aftrek. Deze actuele waarde, waarvan de berekeningswijze wordt vastgesteld door de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, dient te worden betaald aan het Fonds voor Overlevingspensioenen.
Indien het effectief toegekende rustpensioen lager is dan het theoretisch pensioen, zal het Fonds voor Overlevingspensioenen de actuele waarde van het verschil verschuldigd zijn aan Belgocontrol.
C. In het geval bedoeld in § 5.2, c, zal, indien Belgocontrol vanaf 1 januari 2005 een nieuwe vorm van verlof voorafgaandelijk aan de pensionering toestaat, Belgocontrol de patronale bijdrage zoals omschreven in § 4 dienen te betalen op het onverminderd bedrag van de wedde dat dient voor de berekening van het pensioenbedrag. Voor de periodes die ingevolge de toepassing van het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten of ingevolge andere soortgelijke regelingen geheel of gedeeltelijk buiten de pensioenberekening vallen, is geen of slechts een pro rata patronale bijdrage verschuldigd.
§ 5.4. De compensatiebetalingen waarvan sprake in §§ 5.1 tot en met 5.3 dienen te worden beschouwd als gewone sociale zekerheidsbijdragen.
§ 5.5. De actuariële factoren op grond waarvan de actuele waarde en de gekapitaliseerde waarde worden berekend zullen bij koninklijk besluit overlegd in Ministerraad.
§ 5.6. De nadere regels van betaling worden in uitvoering van dit besluit bij koninklijk besluit bepaald. "
Art.5. In artikel 176 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wordt de volgende paragraaf ingevoegd :
" § 6. Artikel 12bis van de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden is niet van toepassing op de herstructurering van de pensioenverplichtingen van Belgocontrol. "
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding.
Art. 6. Dit koninklijk besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 3, 4 en 5 die in werking treden op 1 januari 2005.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 december 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Mobiliteit,
R. LANDUYT
De Minister van Pensioenen,
B. TOBBACK.