10 FEBRUARI 2004. - Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat en van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer " Muntfonds " van het jaar 2000.
Art. 1
TITEL I. - DIENSTEN VAN ALGEMEEN BESTUUR VAN DE STAAT.
BEGROTINGSJAAR 2000.
HOOFDSTUK I Vastleggingen gedaan ter uitvoering van de begroting (Tabel A).
§ 1. Vaststelling van de vastleggingen
Art. 2
§ 2. Vaststelling van de vastleggingskredieten
Art. 3-5
§ 3. Vaststelling van de vastleggingsmachtigingen
Art. 6-8
HOOFDSTUK II. - Ontvangsten en uitgaven gedaan ter uitvoering van de begroting.
§ 1. Vaststelling van de ontvangsten
(Tabel B)
Art. 9-11
§ 2. Vaststelling van de uitgaven
(Tabel C)
Art. 12-13
§ 3. Vaststelling van de kredieten
Art. 14-17
§ 4. Vaststelling van het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 2000 (Tabel F)
Art. 18
HOOFDSTUK III. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de begroting van de terugbetalings- en toewijzingsfondsen en van de begrotingen van de Staatsdiensten met afzonderlijk beheer (Tabel G).
§ 1. Terugbetalings- en toewijzingsfondsen
Art. 19
§ 2. Staatsdiensten met afzonderlijk beheer
Art. 20
HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepaling.
Art. 21
TITEL II. - VERRICHTINGEN GEDAAN TER UITVOERING VAN DE BEGROTING VAN DE STAATSDIENST MET AFZONDERLIJK BEHEER " MUNTFONDS ".
Art. 22
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.
TITEL I. - DIENSTEN VAN ALGEMEEN BESTUUR VAN DE STAAT.
BEGROTINGSJAAR 2000.
HOOFDSTUK I Vastleggingen gedaan ter uitvoering van de begroting (Tabel A).
§ 1. Vaststelling van de vastleggingen
Art.2. De vastleggingen van uitgaven uitgevoerd ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2000 belopen 29.536.733.868 F.
De ten laste van de vastleggingsmachtigingen aangerekende vastleggingen van het begrotingsjaar 2000 belopen 987.999.252 F
§ 2. Vaststelling van de vastleggingskredieten
Art.3. De vastleggingskredieten beschikbaar ten behoeve van de ministeriële departementen voor de vastleggingen van het begrotingsjaar 2000 belopen in totaal 41.162.200.000 F.
Dit bedrag omvat :
1) oorspronkelijke vastleggingskredieten toegestaan bij de begrotingswetten
40.113.000.000 F
2) de aanpassingen van de kredieten :
1.049.200.000 F (nettoresultaat)
---------------------
41.162.200.000 F
Art.4. De in totaal voor het begrotingsjaar 2000 verleende vastleggingskredieten worden verminderd met de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare en definitief geannuleerde vastleggingskredieten :
11.625.466.132 F
Art.5. Ingevolge de bepalingen vervat in de bovengenoemde artikelen 3 en 4 worden de definitieve vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2000 vastgesteld op 29.536.733.868 F.
Deze som is gelijk aan de ten laste van de begrotingskredieten van het begrotingsjaar 2000 geboekte vastleggingen.
§ 3. Vaststelling van de vastleggingsmachtigingen
Art.6. De vastleggingsmachtigingen beschikbaar ten behoeve van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 2000 belopen in totaal 988.000.000 F.
Dit bedrag omvat :
1) oorspronkelijke vastleggingsmachtigingen toegestaan bij de begrotingswetten
750.000.000 F
2) de aanpassingen van de kredieten :
238.000.000 F (nettoresultaat)
---------------------
988.000.000 F
Art.7. De in totaal voor het begrotingsjaar 2000 verleende vastleggingsmachtigingen worden verminderd met de beschikbaar gebleven vastleggingsmachtigingen die definitief geannuleerd moeten worden :
748 F
Art.8. Ingevolge de bepalingen vervat in bovengenoemde artikelen 6 en 7 worden de definitieve vastleggingsmachtigingen van het begrotingsjaar 2000 vastgesteld op :
987.999.252 F
Deze som is gelijk aan de ten laste van de vastleggingsmachtigingen van het begrotingsjaar 2000 geboekte vastleggingen.
HOOFDSTUK II. - Ontvangsten en uitgaven gedaan ter uitvoering van de begroting.
§ 1. Vaststelling van de ontvangsten
(Tabel B)
Art.9. De op het begrotingsjaar 2000 ten behoeve van de Staat vastgestelde rechten bedragen 3.638.206.279.408 F.
Dit bedrag is vastgesteld als volgt :
- lopende ontvangsten
2.266.433.920.309 F
- kapitaalontvangsten
15.707.873.364 F
- opbrengst der leningen :
1.356.064.485.735 F
Art.10. De op hetzelfde begrotingsjaar aangerekende ontvangsten worden vastgesteld op 3.060.731.323.406 F.
Dit bedrag is vastgesteld als volgt :
- lopende ontvangsten
1.701.778.957.244 F
- kapitaalontvangsten
2.887.880.427 F
- opbrengst der leningen :
1.356.064.485.735 F
Art.11. De vastgestelde rechten nog te innen bij de afsluiting van het begrotingsjaar bedragen 577.474.956.002 F.
Deze som wordt onderverdeeld als volgt :
a) geannuleerde of in onbepaald uitstel gebrachte rechten :
- lopende ontvangsten :
4.180.425.195 F
- kapitaalontvangsten :
24.000 F
---------------------
Totaal
4.180.449.195 F
b) naar het volgende begrotingsjaar overgedragen rechten :
- lopende ontvangsten :
560.474.537.870 F
- kapitaalontvangsten :
12.819.968.937 F
---------------------
Totaal
573.294.506.807 F
§ 2. Vaststelling van de uitgaven
(Tabel C)
Art.12. De tijdens het begrotingsjaar 2000 aangerekende verrichtingen worden vastgesteld als volgt :
a) Ordonnanceringskredieten
- prestaties van de vorige jaren :
1.792.466.049 F
- prestaties van het lopend jaar :
40.445.909.350 F
---------------------
42.238.375.399 F
b) niet-gesplitste kredieten
- prestaties van de vorige jaren :
36.506.591.879 F
- prestaties van het lopend jaar :
2.238.040.576.155 F
---------------------
2.274.547.168.034 F
c) Variabele kredieten
- prestaties van de vorige jaren :
707.980.318 F
- prestaties van het lopend jaar :
541.427.830.004 F
---------------------
542.135.810.322 F
TOTAAL VAN DE UITGAVEN
2.858.921.353.755 F
De ten laste van het begrotingsjaar 2000 uitgevoerde betalingen, verantwoord of geregulariseerd, belopen 2.598.509.819.260 F
Art.13. (Tabel D) De ten laste van de begroting aangerekende betalingen waarvan bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963, de verantwoording of de regularisatie naar een volgend jaar wordt verwezen, belopen 260.411.534.495 F.
§ 3. Vaststelling van de kredieten
Art.14. De kredieten geopend ten behoeve van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 2000 belopen in totaal 3.208.372.264.743 F.
Dit bedrag omvat :
1° een som van kredieten toegestaan bij de begrotingswetten, samengesteld als volgt :
a) oorspronkelijke begroting
Ordonnanceringskredieten
38.544.600.000 F
Niet-gesplitste kredieten
2.328.099.100.000 F
Variabele kredieten
543.384.413.708 F
b) aanpassing van de kredieten (nettoresultaat)
Ordonnanceringskredieten
6.721.300.000 F
Niet-gesplitste kredieten
26.587.100.000 F
2° overgedragen gefusioneerde kredieten
Variabele kredieten
16.309.086.983 F
3° desaffectatie van bestemde ontvangsten
Variabele kredieten
- 5.132.929 F
Kredieten van het jaar en gelijkgestelde (1°, 2° en 3° te samen)
Ordonnanceringskredieten
45.265.900.000 F
Niet-gesplitste kredieten
2.354.686.200.000 F
Variabele kredieten
559.688.367.762 F
4° overgedragen niet-gefusioneerde kredieten
Niet-gesplitste kredieten
248.731.796.981 F
Totaal van de kredieten :
Ordonnanceringskredieten
45.265.900.000 F
Niet-gesplitste kredieten
2.603.417.996.981 F
Variabele kredieten
559.688.367.762 F
---------------------
3.208.372.264.743 F
Art.15. Het bedrag van de voor het begrotingsjaar 2000 verleende kredieten wordt verminderd met :
1° naar het jaar 2001 over te dragen, kredieten, samengesteld als volgt :
* te fusioneren kredieten
Variabele kredieten
17.552.557.440 F
* niet te fusioneren kredieten
Niet-gesplitste kredieten
133.024.099.761 F
---------------------
Totaal :
150.576.657.201 F
2° de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare kredieten die te annuleren zijn :
Ordonnanceringskredieten
3.027.524.601 F
Niet-gesplitste kredieten
195.935.657.135 F
De overdrachten en annulaties van kredieten bedragen :
Ordonnanceringskredieten
3.027.524.601 F
Niet-gesplitste kredieten
328.959.756.896 F
Variabele kredieten
17.552.557.440 F
---------------------
Totaal :
349.539.838.937 F
Art.16. (Tabel E) Tot dekking van de uitgaven van het begrotingsjaar 2000 gedaan boven of buiten de kredieten uitgetrokken voor de dienst van de begrotingen, worden aanvullende kredieten toegekend als volgt :
Niet-gesplitste kredieten
88.927.949 F
Art.17. Ten gevolge van de bepalingen vervat in de artikelen 14, 15 en 16 worden de definitieve kredieten van het begrotingsjaar 2000 vastgesteld als volgt :
Ordonnanceringskredieten
42.238.375.399 F
Niet-gesplitste kredieten
2.274.547.168.034 F
Variabele kredieten
542.135.810.322 F
---------------------
Totaal
2.858.921.353.755 F
§ 4. Vaststelling van het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 2000 (Tabel F)
Art.18. Het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 2000 wordt definitief vastgesteld als volgt :
Totaal van de ontvangsten
3.060.731.323.406 F
Totaal van de uitgaven
2.858.921.353.755 F
Ontvangstenexcedent voor het jaar 2000
201.809.969.651 F
Dit bedrag komt in mindering van het gecumuleerd tekort dat bestond bij het afsluiten van het begrotingsjaar 1999 :
2.087.426.099.527 F
---------------------
1.885.616.129.876 F
Dit laatste bedrag zal naar de rekening van het begrotingsjaar 2001 worden overgedragen.
HOOFDSTUK III. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de begroting van de terugbetalings- en toewijzingsfondsen en van de begrotingen van de Staatsdiensten met afzonderlijk beheer (Tabel G).
§ 1. Terugbetalings- en toewijzingsfondsen
Art.19. De eindregeling van de begroting van de terugbetalings- en toewijzingsfondsen wordt voor het jaar 2000 vastgesteld als volgt :
1. Ontvangsten
1.673.042.896.512 F
2. Uitgaven
1.672.170.456.253 F
De verantwoording of regularisatie van een gedeelte van die uitgaven, groot 4.486.558.321 F wordt, bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963 naar een volgend jaar verwezen.
3. Ontvangstenexcedent :
872.440.259 F
Dit ontvangstenexcedent komt in meerdering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar, zijnde :
574.129.030 F
Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde :
1.446.569.289 F
wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 2001.
§ 2. Staatsdiensten met afzonderlijk beheer
Art.20. De eindregeling van de begrotingen van de staatsdiensten met afzonderlijk beheer wordt voor het jaar 2000 vastgesteld als volgt (zonder de verrichtingen van het Muntfonds) :
1. Ontvangsten
3.868.999.283 F
2. Uitgaven
3.761.720.535 F
De verantwoording of regularisatie van een gedeelte van die uitgaven, groot 3.241.455.880 F wordt, bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963 naar een volgend jaar verwezen.
3. Ontvangstenexcedent :
107.278.748 F
Dit ontvangstenexcedent komt in meerdering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar, zijnde :
2.517.229.359 F
Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde :
2.624.508.107 F
wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 2001.
HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepaling.
Art.21. Er wordt afgezien van de invordering van de schuld van de RMT ten opzichte van de CDVU betreffende niet verrichte terugbetalingen van voorschotten voor de betaling van wedden van personeelsleden van de Regie, ten belope van 183.708.441 BEF. De comptabiliteit wordt in overeenstemming gebracht met deze bepaling.
TITEL II. - VERRICHTINGEN GEDAAN TER UITVOERING VAN DE BEGROTING VAN DE STAATSDIENST MET AFZONDERLIJK BEHEER " MUNTFONDS ".
Art.22. Het Muntfonds (opgericht bij artikel 3 van de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds).
Dienst belast met de financiering en met het waarborgen van de deelmunten en met de financiering van de Koninklijke Munt van België door middel van voorschotten en leningen.
De eindregeling van de begroting van het " Muntfonds " is voor het begrotingsjaar 2000 vastgesteld als volgt :
a) de ontvangsten :
De ontvangsten die geboekt worden in de rekening opgesteld onder het gezag van de Minister van Financiën en die bepaald zijn bij artikel 4-01-1 van de wet van 10 juli 2000 houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 bedragen
7.891.443.045 F
zoals blijkt uit bijgevoegde tabel H
b) de uitgaven :
De uitgaven die in deze rekening opgenomen werden, binnen de perken van de betalingskredieten
1. toegekend bij artikel 4-01-1 van de wet van 5 juli 2000
8.639.576.000 F
2. toe te kennen voor de uitgaven die de kredieten overschrijden
478.950.987 F
samen
9.118.526.987 F
De betalingskredieten die de uitgaven overtreffen, zegge 649.722.843 F worden geannuleerd.
c) Uitslag van de begroting :
De eindcijfers van de begroting voor het jaar 2000 worden vastgesteld als volgt :
- ontvangsten : 7.985.417.542 F
---------------------
- uitgaven : 8.468.804.144 F
uitgavenexcedent op 31 december 2000 : 483.386.602 F
dat, gevoegd bij het excedent van de ontvangsten op de uitgaven, vastgesteld bij het afsluiten van het vorige beheersjaar 4.735.533.841 F, brengt het ontvangstenexcedent op 31 december 2000 op 4.252.147.239 F
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 februari 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
BIJLAGE.
Art. N. TABELLEN.
Tabel A : Vastleggingen
Tabel B : Ontvangsten
Tabel C : Uitgaven
Tabel D : Uitgaven waarvan de verantwoording of de regularisatie naar een volgend jaar wordt verwezen
Tabel E : Uitgaven die de begrotingskredieten overschrijden of waarvoor geen enkel krediet goedgekeurd werd
Tabel F : Rekening van de begroting 2000 - samenvatting
Tabel G : Terugbetalings- en toewijzingsfondsen en Staatsdiensten met afzonderlijk beheer
Tabel H : Staatsdienst met afzonderlijk beheer : Muntfonds
(Tabellen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 19-03-2004, p. 15754-15767).