Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

24 JUNI 2004. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten voor het verlenen van materiële hulp aan een minderjarige vreemdeling die met zijn ouders illegaal in het Rijk verblijft. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 01-07-2004 en tekstbijwerking tot 03-08-2006)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden.
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten.
Art. 7-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006002087 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  - " het Agentschap ": het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers;
  - " het OCMW " : het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden.
Art.2. Met het oog op het bekomen van materiële hulp zoals bedoeld in artikel 57, § 2, tweede lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, moet een aanvraag worden ingediend bij het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats van de minderjarige, hetzij door de minderjarige zelf, hetzij door minstens één van zijn beide ouders die in zijn naam de aanvraag indient (of door elke persoon die daadwerkelijk het ouderlijk gezag uitoefent). <KB 2006-07-01/69, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006>

Art.3. <KB 2006-07-01/69, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006> Het O.C.M.W. gaat op basis van een sociaal onderzoek na of alle wettelijke voorwaarden vervuld zijn. Inzonderheid gaat het na of :
  - het kind jonger is dan 18 jaar;
  - het kind en zijn ouders, of de personen die daadwerkelijk het ouderlijk gezag uitoefenen, illegaal op het grondgebied verblijven;
  - de verwantschapsband of het ouderlijk gezag bestaat;
  - het kind behoeftig is;
  - de ouders of de personen die daadwerkelijk het ouderlijk gezag uitoefenen hun onderhoudsplicht niet nakomen of niet in staat zijn na te komen.

Art.4. Het OCMW neemt een beslissing ten laatste één maand na ontvangst van de aanvraag.
  (Wanneer de voorwaarden vervuld zijn, deelt het O.C.M.W. de aanvrager mee dat hij materiële hulp kan bekomen in een federaal opvangcentrum. Deze hulp houdt rekening met zijn specifieke situatie en bestaat uit huisvesting in gemeenschapsverband, voeding, sociale en medische begeleiding, hulp bij vrijwillige terugkeer en waarborgt het recht op onderwijs.) <KB 2006-07-01/69, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006>
  (De aanvrager verbindt zich schriftelijk om al dan niet de voorgestelde materiële hulp te aanvaarden.) <KB 2006-07-01/69, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006>
  Het OCMW deelt de beslissing zo snel mogelijk en ten laatste binnen 8 dagen na de beslissing mee aan de minderjarige of aan de ouders (of aan de personen die daadwerkelijk het ouderlijk gezag uitoefenen) bij aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs. <KB 2006-07-01/69, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006>
  Indien de aanvrager zich schriftelijk verbindt om (een voorstel van huisvesting) in een centrum te aanvaarden, wordt het Agentschap binnen dezelfde termijn door het OCMW op de hoogte gebracht van de beslissing tot toekenning van het recht zoals bedoeld in artikel 2. <KB 2006-07-01/69, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006>
  (Om een opvangcentrum toegewezen te krijgen, moet de aanvrager zich aanmelden bij het Agentschap.) <KB 2006-07-01/69, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006>

Art.5. (opgeheven) <KB 2006-07-01/69, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006>

Art.6. Het voordeel van de materiële steun verleend door het Agentschap vervalt indien de minderjarige zich niet (bij het Agentschap) aanmeldt binnen 30 dagen hetzij vanaf de datum van afgifte ter post van de aangetekend brief waarmee de beslissing wordt meegedeeld, hetzij vanaf de datum van het ontvangstbewijs van de beslissing. <KB 2006-07-01/69, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006>

HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten.
Art.7. <KB 2006-07-01/69, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 03-08-2006> Binnen de drie maanden na hun aankomst in het door het Agentschap aangeduid federaal opvangcentrum, wordt er met de minderjarige en de persoon/personen die hem/haar begeleiden een sociaal begeleidingsproject opgesteld aangaande ofwel het onderzoek van de wettelijke procedures die een eind kunnen stellen aan hun illegale verblijf, ofwel de hulp bij vrijwillige terugkeer.

Art. 8. Onze Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 24 juni 2004.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Maatschappelijke Integratie,
  Mevr. M. ARENA.