1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2004 ten laste van het " Fonds ter financiering van sommige uitgaven verricht die verbonden zijn met de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese toppen te Brussel " aan de Brusselse politiezones voor de aanmoediging van de rekrutering en van de fidelisering van het aanwezige personeel.
Art. 1-8
Artikel 1. Voor het begrotingsjaar 2004 wordt een financiële tussenkomst van een maximumbedrag van 4.500.000 Euro toegekend aan het geheel van de politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (code 5339, 5340, 5341, 5342, 5343 en 5344) ten bekostiging van de statutaire maatregelen voor de aanmoediging van de rekrutering van nieuwe personeelsleden en voor de fidelisering van de aanwezige personeelsleden, bedoeld in de artikelen XI.III.28bis en XI.III.28ter, RPPol, ingevoegd bij koninklijk besluit van 3 februari 2004 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Art.2. De uitgaven waarvoor de financiële tussenkomst wordt verleend, betreffen uitsluitend de meerkost die door de in artikel 1 bedoelde maatregelen wordt veroorzaakt.
Om de meerkost van de in artikel XI.III.28bis RPPol bedoelde toelage te bepalen, wordt de hypothetische kost van de toelage bedoeld in artikel XI.III.28 RPPol in mindering gebracht.
Art.3. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, wordt de financiële tussenkomst driemaandelijks op de bankrekening van de politiezone gestort op grond van een aangifte van schuldvordering, opgesteld door de bijzondere rekenplichtige van de politiezone, die wordt bezorgd aan de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken.
De voornoemde aangifte wordt gedetailleerd per maatregel en de stavingsstukken, die daartoe worden aangeleverd door het sociaal secretariaat GPI, worden bijgevoegd.
Art.4. Als het personeelslid de verbintenis bedoeld in artikel XI.III.28ter niet naleeft, betaalt de politiezone de op grond van dit besluit wegens deze verbintenis ontvangen financiële tussenkomst terug.
Art.5. De in artikel 1 bedoelde financiële tussenkomst worden aangerekend ten laste van basisallocatie 13.56.70.43.01.
Art.6. De Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde kunnen op ieder ogenblik en binnen de politiezones alle stukken raadplegen die het bewijs leveren dat de voorwaarden die het recht op de financiële tussenkomst openen, vervuld werden.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 8. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 september 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL.