Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

27 MEI 2004. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 mei 1995 houdende delegatie van bevoegdheid van de Minister, inzake de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995000547 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 17 mei 1995 houdende delegatie van bevoegdheid van de Minister, inzake de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gewijzigd door het ministerieel besluit van 25 november 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1.
  § 1, 1°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 1° de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken die op zijn minst de graad van bestuursassistent hebben, waaraan weddeschaal CA2 is verbonden; ";
  2.
  § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. Voor de toepassing van artikel 7, eerste lid, 2° tot 11°, van dezelfde wet, zijn de gemachtigden van de Minister, de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken die op zijn minst de graad van bestuursassistent hebben, waaraan weddeschaal CA2 is verbonden. "

Art.2. Artikel 2, § 2, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. In afwijking van § 1 zijn eveneens gemachtigd :
  1. de ambtenaren die op zijn minst de graad van bestuursassistent hebben, waaraan weddeschaal CA3 is verbonden, die zijn belast met de leiding van de diensten van de Dienst Vreemdelingenzaken die bevoegd zijn voor de clandestiene en opgesloten vreemdelingen;
  2. indien bij de Dienst Vreemdelingenzaken een permanentie is ingericht, de ambtenaren die titularis zijn van een graad die ten minste in rang 10 is ingedeeld en, bij hun afwezigheid, de andere ambtenaren die op zijn minst de graad van bestuursassistent hebben, waaraan weddeschaal CA2 is verbonden, die de leiding van de permanentie op zich nemen. "

Art.3. Artikel 3 van hetzelfde besluit, vervangen door het ministerieel besluit van 25 november 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Voor de toepassing van de artikelen 9, eerste lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, 44, 49, tweede lid, 50, tweede lid, 50bis, derde lid, 51, derde lid, 51/3, § 3, 51/4, § 2, derde lid, 54, § 1 en § 3, eerste lid, 57/8, tweede lid, 57/16, derde lid, 57/30, § 1, vijfde lid, 57/31, tweede lid, 57/33, tweede lid, 57/35, § 1, tweede lid, en § 4, en 63/2, § 2, van dezelfde wet, zijn de gemachtigden van de Minister de ambtenaren aangewezen bij artikel 1, § 1, 1°.
  Wat artikel 54, § 1 en § 3, eerste lid, van deze wet betreft, is de delegatie bedoeld in het vorige lid slechts geldig tot de inwerkingtreding van de artikelen 492 en 493 van de programmawet van 22 december 2003. "

Art.4. Artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen door het ministerieel besluit van 12 december 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Voor de toepassing van de artikelen 2, tweede lid, 3, eerste lid, 7°, en tweede lid, 3bis, vierde lid, 9, derde lid, 11, 12bis, tweede tot vierde lid, 13, derde lid, 28, tweede lid, 51/5, §§ 1 en 3, 51/6, 51/7, 51/8, eerste lid, 52, 53bis, 54, § 3, tweede lid, 57, 57/19, eerste en derde lid, 57/23, tweede en derde lid, 57/23bis, tweede lid, 57/30, § 1, eerste lid, en § 2, 57/33, eerste lid, 57/34, §§ 1 en 5, 57/35, § 1, eerste lid, en §§ 2 en 3, 57/36, § 2, 58, tweede en derde lid, 61, § 1, tweede tot vierde lid, 63/2, §§1 en 3, 63/4, eerste lid, 63/5, eerste en derde lid, 72, 74/4bis, § 2, eerste lid, 74/5, § 3, eerste lid, en § 4, 2°, 74/6, § 1 en § 2, eerste lid, van dezelfde wet, zijn de gemachtigden van de Minister de ambtenaren aangewezen bij artikel 2, § 1. "

Art.5. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Voor de toepassing van artikel 57/32, § 1, 65, § 2, 69, derde lid, 74/4bis, § 1, tweede lid, § 3, eerste lid, en § 4, 4°, van dezelfde wet, zijn de gemachtigden van de Minister die ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken die titularis zijn van een graad die ten minste in rang 15 is ingedeeld. ".

Art. 6. Artikel 6bis van hetzelfde besluit, ingevoegd door het ministerieel besluit van 12 december 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 1. Voor de toepassing van artikel 55 van dezelfde wet, zijn de gemachtigden van de Minister die overheden aan wie de Minister, krachtens dit besluit, zijn bevoegdheden inzake het onderzoek van de verklaring of van de aanvraag bedoeld bij de artikelen 50, 50bis en 51 van dezelfde wet heeft gedelegeerd.
  § 2. Voor de toepassing van artikel 74/4 van dezelfde wet, zijn de gemachtigden van de Minister die overheden aan wie de Minister, krachtens dit besluit, zijn bevoegdheden inzake de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen heeft gedelegeerd. "
  Brussel, 27 mei 2004.
  P. DEWAEL.