14 FEBRUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van het beheer en de werking van het Vlaams-Brussel Fonds. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-05-2003 en tekstbijwerking tot 01-04-2015)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Beheer en werking van het Fonds
Art. 2-9
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtredings- en uitvoeringsbepaling
Art. 10-11
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° het decreet : het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002;
2° het Fonds : het Vlaams-Brussel Fonds, bedoeld in artikel 65 van het decreet;
3° de Vlaamse minister : het lid van de Vlaamse regering, bevoegd voor Brusselse aangelegenheden;
4° [1 de leidend ambtenaar: de leidend ambtenaar van het Agentschap Binnenlands Bestuur;]1
5° het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 : het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen.
----------
(1)<BVR 2015-03-13/03, art. 43, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2015>
HOOFDSTUK II. - Beheer en werking van het Fonds
Art.2. De werking en het beheer van het Fonds ressorteren onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister.
Indien de kredieten worden aangewend voor initiatieven en projecten die gelieerd zijn aan een gemeenschapsbevoegdheid van een ander lid van de Vlaamse regering en ook via andere reguliere basisallocaties kunnen worden gefinancierd, sluit de Vlaamse minister met dat lid een protocol af. Het protocol stelt de samenwerkingsregels vast en regelt de wijze waarop de boekhoudkundige verantwoordingstukken worden aan de leidend ambtenaar voorgelegd.
Art.3. De leidend ambtenaar is belast met de leiding en het dagelijkse en financiële beheer van het Fonds.
Art.4.[1 De leidend ambtenaar van het Vlaams-Brussel Fonds heeft delegatie van beslissingsbevoegdheid voor de aangelegenheden, vermeld in artikel 8, 9, 13, 14, 14bis, 15 en 16, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid.
Naast de delegaties voor de aangelegenheden, vermeld in het eerste lid, worden aan de leidend ambtenaar van het Vlaams-Brussel Fonds de volgende specifieke delegaties verleend :
1° bij financiële instellingen rekeningen openen en beheren;
2° het vrij- en overmaken van de middelen van het Vlaams-Brussel Fonds plannen en organiseren, naar de bestemming en volgens het ritme, bepaald door de Vlaamse Regering.]1
----------
(1)<BVR 2012-03-30/10, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art.5. De leidend ambtenaar kan de taken, genoemd in artikel 4, geheel of gedeeltelijk overdragen aan ambtenaren van niveau A. Indien de periode van de overdracht ten hoogste dertig dagen duurt, deelt hij dit mee aan de Vlaamse minister. Indien die periode langer is dan dertig dagen, vraagt hij vooraf een machtiging aan de Vlaamse minister.
Art.6.[1 De administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur beslist welke personeelsleden, uitrusting en installaties ter beschikking van het Fonds worden gesteld.]1
----------
(1)<BVR 2015-03-13/03, art. 44, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2015>
Art.7. Tweemaal per jaar rapporteert de leidend ambtenaar aan de Vlaamse minister over de aanwending van de krachtens dit besluit verleende machtigingen, de betalingen en de ontvangsten.
Art.8. Het Fonds maakt jaarlijks een begroting op conform de richtlijnen van de Vlaamse regering.
De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997.
Art.9. De leidend ambtenaar stelt jaarlijks een verslag op over de werking en het beheer van het Fonds zodat de Vlaamse regering kan voldoen aan de verplichting, haar opgelegd bij artikel 71 van het decreet.
Conform artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 wordt het verslag uiterlijk 30 juni van het jaar dat volgt op het boekjaar, bezorgd aan de Vlaamse minister en aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting.
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtredings- en uitvoeringsbepaling
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 december 2002.
Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Brusselse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.