18 DECEMBER 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juni 2003 betreffende de stedenbouwkundige lasten. (NOTA : vernietigd door het arrest van de Raad van State nr. 194.193, afdeling bestuursrechtspraak, XVe kamer, van 15-06-2009; zie B.St. 08-07-2009, p. 47194)
Art. 1-9
Artikel 1. De aanhef van het besluit van 12 juni 2003 wordt vervangen door de volgende aanhef : " besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de stedenbouwkundige lasten die worden opgelegd bij de afgifte van stedenbouwkundige vergunningen ".
Art.2. In artikel 1 wordt de in punt d) voorziene definitie " parkeeroppervlakte " geschrapt.
Art.3. In het eerste lid van artikel 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) 3° wordt geschrapt;
b) 4° wordt geschrapt;
c) 5° wordt als volgt gewijzigd " 3° Het bouwen of het uitbreiden van de parkings met commerciële doeleinden, onafhankelijk van om het even welke andere bestemming die bovengronds aangelegd worden en die ervoor zorgen dat de drempel van 24 plaatsen overschreden wordt. "
Art.4. In het eerste lid van artikel 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) 3° wordt geschrapt;
b) 4° wordt geschrapt;
c) 5° wordt als volgt gewijzigd " 3° om er een parking onder te brengen met commerciële doeleinden, onafhankelijk van om het even welke andere bestemming die bovengronds aangelegd wordt en die ervoor zorgt dat de drempel van 24 plaatsen overschreden wordt ".
Een als volgt opgesteld tweede lid wordt in artikel 3 ingelast :
" Resulteren evenwel niet verplicht in het opleggen van stedenbouwkundige lasten, de veranderingen van bestemming die betrekking hebben op een reeds aan stedenbouwkundige lasten onderworpen bestemming voorzover deze plaatsvinden binnen een termijn van tien jaar die loopt vanaf de laatste bestemmingswijziging. "
Art.5. Het artikel 6 is als volgt gewijzigd :
" Voor de in het GBP gedefinieerde administratiegebieden Noord, Zuid en Leopoldwijk, is elke m2 parkeeroppervlakte of vloeroppervlakte van het project die stedenbouwkundige lasten genereert, het voorwerp van lasten gelijkwaardig aan een bedrag van 125 euro en dit, ongeacht de aard van de opgelegde last.
Voor de andere, in het GBP gedefinieerde gebieden, is elke m2 parkeeroppervlakte of vloeroppervlakte van het project die stedenbouwkundige lasten genereert, het voorwerp van lasten gelijkwaardig aan een bedrag van 95 euro en dit, ongeacht de aard van de opgelegde last. "
Art.6. In artikel 7 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in § 1 wordt de eerste zin als volgt gewijzigd : het bedrag van de lasten wordt verlaagd tot een bedrag van 60 euro in volgende gevallen;
b)
§ 3 wordt als volgt gewijzigd : " De hoger vermelde bedragen kunnen, op het ogenblik van de afgifte van de stedenbouwkundige vergunning, uitzonderlijk verminderd worden mits een degelijke motivering naar aanleiding van bijzondere omstandigheden die verbonden zijn aan de implementatie van hetzij de stedenbouwkundige vergunning, hetzij de stedenbouwkundige lasten. "
Art.7. Er wordt een als volgt opgesteld artikel 9bis ingelast :
" De bij de afgifte van een gedeeltelijk of volledig onuitgevoerd stedenbouwkundige vergunning opgelegde stedenbouwkundige lasten zullen in overweging genomen worden voor de berekening van de stedenbouwkundige lasten die verschuldigd zijn op een zelfde onroerend goed bij de afgifte van de latere stedenbouwkundige vergunning en dit, voor een periode van tien jaar vanaf de dag van de kennisgeving van de vergunning die de bewuste lasten gegenereerd heeft. "
Art.8. De Minister die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 9. Dit besluit treedt in werking de dag dat het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 18 december 2003.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
D. DUCARME,
Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek
G. VANHENGEL,
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen